Typen en gradaties van narcolepsie

Narcolepsie is een aandoening die veranderingen in de slaapcyclus veroorzaakt. Lees verder om soorten en gradaties van narcolepsie te leren kennen!
Typen en gradaties van narcolepsie
Leonardo Biolatto

Beoordeeld en goedgekeurd door de arts Leonardo Biolatto.

Geschreven door Edith Sánchez

Laatste update: 07 november, 2022

Narcolepsie, ook bekend als het Gelineau-syndroom, is een zeldzame aandoening met verschillende soorten en gradaties. Het zorgt ervoor dat mensen onverwacht in slaap vallen en treft ongeveer 0,1% van de wereldbevolking.

De term narcolepsie werd aan het einde van de 19e eeuw door Jean-Baptiste-Édouard Gélineau bedacht. Deze onderzoeker was namelijk de eerste die het in 1880 beschreef. Hij gaf het die naam op basis van twee Griekse woorden, narke en lepsis, die samen ‘gevoelloosheidsaanval’ betekenen.

Wat is narcolepsie?

Narcolepsie is een chronische neurologische aandoening die slaapritmestoornissen veroorzaakt. Het belangrijkste symptoom is sterke slaperigheid gedurende de dag en plotselinge slaperigheidsaanvallen die niet kunnen worden gestopt.

Degenen met enige vorm of gradatie van narcolepsie hebben dus grote problemen om enkele uren wakker te blijven, ongeacht de omstandigheden waarin ze zich bevinden. Om deze reden heeft het een aanzienlijke invloed op de kwaliteit van leven.

In een aantal gevallen treedt deze aandoening met een plotseling verlies van spierspanning op die in medische termen als kataplexie wordt gedefinieerd. Dit kan als gevolg van een intense emotie gebeuren en uiteindelijk zal het verschijnen het type en de mate van narcolepsie bepalen.

Deze ziekte is niet te genezen en er is als zodanig geen specifieke behandeling. Er zijn echter een aantal medicijnen die helpen om deze plotselinge slaapaanvallen onder controle te houden. Daarnaast kunnen veranderingen in levensstijl nuttig zijn (Spaanse link), evenals sociale en psychologische ondersteuning.

Kenmerken van de ziekte

Vrouw slaapt tijdens haar werk

Narcolepsie is een zeldzame aandoening die ernstige slaapaanvallen veroorzaakt die de patiënt niet tegen kan houden. Er zijn echter nog meer kenmerken. Dit zijn de belangrijkste kenmerken van narcolepsie:

  • Overmatige slaperigheid overdag. Een afname van alertheid en concentratie. Dit is meestal het eerste symptoom dat zich manifesteert en daarna het plotselinge verlangen om te slapen.
  • Kataplexie. Zoals we hierboven vermeldden, verschijnt het niet in alle gevallen, noch met dezelfde intensiteit.
  • Slaapverlamming. Dit is het tijdelijke onvermogen om te bewegen of te spreken. Het komt met name voor wanneer iemand in slaap valt of wakker wordt. Het zijn meestal korte periodes.
  • Veranderingen in REM-slaap. De REM-slaap is het diepst. Tijdens deze slaap is er meestal een snelle oogbeweging. Iemand met narcolepsie kan deze fase op elk moment ingaan.
  • Hallucinaties. Ze worden hypnagogische hallucinaties genoemd als ze optreden voordat iemand in slaap valt of hypnopompische hallucinaties als ze optreden wanneer hij of zij wakker wordt. Ze kunnen heel levendig en angstaanjagend zijn.

Mensen met narcolepsie kunnen ook van andere slaapstoornissen last hebben, zoals van obstructieve slaapapneu, slaapfragmentatie en rustelozebenensyndroom (RLS). Hoewel het paradoxaal is, kunnen ze ook last hebben van slapeloosheid (Spaanse link).

Misschien ook interessant om te lezen:
10 sleutels voor een goede slaaphygiëne

Typen en gradaties van narcolepsie

Volgens de criteria van de DSM-5 (Engelse link), de vijfde versie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, zijn er vijf soorten en gradaties van narcolepsie, die de volgende zijn:

  • Zonder kataplexie en met hypocretinedeficiëntie. Bij dit type narcolepsie is er een tekort aan het hormoon orexine of hypocretine (Engelse link). Dit is een eiwit dat de neuronale werking beïnvloedt. De belangrijkste functie van dit eiwit is om de slaap-waakcyclus te regelen. Dit type veroorzaakt geen kataplexie-episodes.
  • Met kataplexie en zonder hypocretinedeficiëntie. In dit geval is er geen tekort aan hypocretine, maar is er sprake van kataplexie. Dit is een plotselinge spierzwakte aan beide zijden van het lichaam. Het is het minst begrepen symptoom van deze aandoening en treft 5% van alle gevallen.
  • Autosomaal dominante cerebellaire ataxie (ADCA), doofheid en narcolepsie. Deze gradatie van narcolepsie wordt door een DNA-mutatie veroorzaakt. Ataxie is een gebrek aan motorische coördinatie dat willekeurige bewegingen beïnvloedt en zelfs functies zoals slikken, spraak en zicht belemmert. Het komt laat op en naarmate het vordert leidt het vervolgens vaak tot dementie.
  • Autosomaal dominante cerebellaire ataxie, doofheid, narcolepsie, obesitas en diabetes type 2. Dit komt door een mutatie in de oligodendrocyten, een klasse cellen die de vorming van myeline beïnvloeden. Dit laatste is een stof die de snelheid van zenuwoverdracht verhoogt en het tekort ervan beïnvloedt de mobiliteit.
  • Secundair aan een andere medische aandoening. Een van de soorten narcolepsie verschijnt als gevolg van een andere ziekte. Sarcoïdose bijvoorbeeld of de ziekte van Whipple. Beide vernietigen cellen die hypocretine produceren (Spaanse link).

Alle gradaties van narcolepsie vereisen medische aandacht

Man is tijdens studeren in slaap gevallen

Hoewel er geen remedie voor narcolepsie is, zijn er momenteel behandelingen beschikbaar (Spaanse link). Ze verlichten de meeste symptomen en stellen de patiënt vervolgens in staat om een bijna normaal leven te leiden.

Mensen die aan deze aandoening lijden, kunnen ook veranderingen in hun levensstijl aanbrengen, zoals geplande dutjes doen om plotselinge slaperigheid te verlichten. Op dezelfde manier moeten ze dus streng zijn met hun slaapgewoonten. Iemand met narcolepsie heeft ook psychologische en sociale ondersteuning nodig.


Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.


  • Peraita-Adrados, R., del Río-Villegas, R., & Vela-Bueno, A. (2015). Factores ambientales en la etiología de la narcolepsia-cataplejía. Estudio de casos y controles de una serie. Rev Neurol, 60(12), 529-534.
  • Roballo Ros, F. (2016). Parálisis del sueño: desenmascarando el fantasma, exploración holística y psicológica.
  • Merino-Andreu, M., & Martinez-Bermejo, A. (2009, December). Narcolepsia con y sin cataplejia: una enfermedad rara, limitante e infradiagnosticada. In Anales de Pediatría (Vol. 71, No. 6, pp. 524-534). Elsevier Doyma.
  • Medrano-Martínez, Pablo, M. José Ramos-Platón, and Rosa Peraita-Adrados. “Alteraciones neuropsicológicas en la narcolepsia con cataplejía: una revisión.” Revista de Neurologia 66.3 (2018): 89-96.
  • Santamaría-Cano, Joan. “Actualización diagnóstica y terapéutica en narcolepsia.” Revista de Neurología 54.Supl 3 (2012): S25-30.
  • Sarrais, F., and P. de Castro Manglano. “El insomnio.” Anales del sistema sanitario de Navarra. Vol. 30. Gobierno de Navarra. Departamento de Salud, 2007.
  • Ruoff, Chad, and David Rye. “The ICSD-3 and DSM-5 guidelines for diagnosing narcolepsy: clinical relevance and practicality.” Current Medical Research and Opinion 32.10 (2016): 1611-1622.
  • Torterolo, Pablo, and Giancarlo Vanini. “Importancia de las hipocretinas en la patogenia de la narcolepsia (breve revisión).” Revista Médica del Uruguay 19.1 (2003): 27-33.
  • Pabón, R. M., et al. “Narcolepsia: actualización en etiología, manifestaciones clínicas y tratamiento.” Anales del Sistema Sanitario de Navarra. Vol. 33. No. 2. Gobierno de Navarra. Departamento de Salud, 2010.
  • Arias-Carrión, Oscar. “Sistema hipocretinérgico y narcolepsia.” Revista médica de Chile 137.9 (2009): 1209-1216.

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.