Ontdek waar zelfconcept uit bestaat
Als je weet wat zelfconcept is, kun je een beter gevoel van eigenwaarde krijgen en assertievere beslissingen in je leven nemen. Als we het hebben over zelfconcept, verwijzen we naar het beeld dat we van onszelf hebben. In onderstaand artikel vertellen we je daarom meer over wat zelfconcept inhoudt.
Dit beeld vormt zich natuurlijk niet vanzelf, maar is een product van onder andere de belangrijkste acties die we in het leven hebben ontwikkeld.
Zelfconcept omvat ook de perceptie die we hebben van onze capaciteiten. Dat is waarom, naarmate de tijd verstrijkt, deze meer georganiseerd zijn.
Voor de sociale psychologie is deze term erg belangrijk, net als voor humanistische psychologen. Experts in het veld (Spaanse link) wijzen er zelfs op dat zelfconcept een beslissend concept is voor de ontwikkeling van onze persoonlijkheid.
Ook stelt het hebben van een positief zelfbeeld ons in staat om goed sociaal, professioneel en persoonlijk te functioneren. Ben je geïnteresseerd om er meer over te weten te komen? In de volgende paragrafen geven we meer details.
Wat is zelfconcept?
Zelfconcept is de reeks gevoelens, beelden en gedachten die we over onszelf hebben. We maken dus een onderscheid tussen de evaluatieve component (gevoelens) en de cognitieve component (gedachten).
Gedachten verwijzen naar de overtuigingen die we over onszelf hebben, en omvatten lichaamsbeeld, waarden, sociale identiteit, vaardigheden of andere eigenschappen waarvan we denken dat we die hebben.
We verwijzen soms naar de evaluatieve component als zelfrespect, dat een samenstelling is van de gevoelens, positief of negatief, die we over onszelf ervaren.
De belangrijkste gedachtegangen
Zoals het geval is met veel andere termen, zijn er veel stromingen die hebben geprobeerd deze notie van zelfconcept te benaderen. Voor Henri Tajfel (Spaanse link) bestaat zelfconcept bijvoorbeeld uit persoonlijke en sociale identiteit, volgens zijn theorie van sociale identiteit.
Als hij het heeft over sociale identiteit, heeft hij het over de groepen waar we deel van uitmaken, zoals religie, familie, universiteit of anderen.
Persoonlijke identiteit is gereserveerd voor onze eigen persoonlijkheidskenmerken, die ons uniek maken ten opzichte van andere mensen.
Sommige auteurs hebben een historisch overzicht gemaakt van de verschillende stromingen die de kwestie van zelfconcept hebben aangepakt en hebben ze als volgt geclassificeerd:
- Symbolisch interactionisme: geeft prioriteit aan de sociale dimensie, dat wil zeggen aan het beeld dat elke persoon heeft op basis van zijn of haar relaties met anderen.
- Sociaal leren: benadrukt waarneembaar gedrag en waardeert zelfversterking.
- Behaviorisme: geeft meer belang aan de omgeving en waarneembaar gedrag.
- Cognitivisme: is van mening dat het zelfconcept deel uitmaakt van een structuur die het individu drijft om vervolgens zijn doelen en doelstellingen te bereiken.
- Psychoanalyse: bestudeert zelfconcept rond de concepten van het ego, het superego en de ik (check).
- Fenomenologie: bestudeert de processen van perceptie en wat elk onderwerp internaliseert.
Naast deze gedachtegangen zijn er ook andere methoden die de studie van zelfconcept op een andere manier benaderen. Daarom is het tegenwoordig mogelijk om te ontdekken dat deze term uit verschillende factoren bestaat.
Ook interessant om te lezen:
Wat is emotionele codependentie?
Factoren van zelfconcept
Afhankelijk van de stroming of auteur kunnen de factoren van zelfrespect variëren. Vanuit de positie van de humanistische psycholoog Carl Rogers bestaat zelfconcept uit drie factoren, namelijk:
1. Zelfbeeld
Over het algemeen beantwoordt het de vraag “Wie ben ik” en de antwoorden kunnen afhangen van sociale rollen of persoonlijke eigenschappen.
Het zelfbeeld kan worden beïnvloedt door vrienden, leeftijdgenoten of ouders, maar ook door andere leeftijdsgenoten. Ook de media kunnen een rol spelen.
Het is noodzakelijk dat het beeld dat men van zichzelf heeft niet altijd overeenstemt met de werkelijkheid. Er zijn mensen met een hoog zelfbeeld die denken dat ze beter zijn dan anderen.
In deze gevallen is er echter waarschijnlijk een neiging om een negatief zelfbeeld te hebben, waardoor zwakheden of gebreken worden overdreven.
2. Gevoel van eigenwaarde
Deze indicator verwijst naar hoeveel waarde we aan onszelf hechten en impliceert een zekere mate van evaluatie. Het resultaat kan positief of negatief zijn. Er zijn verschillende factoren die ons gevoel van eigenwaarde beïnvloeden. Argyle dacht aan vier factoren:
- De reactie van anderen
- Vergelijking met anderen
- Sociale rollen
- Identificatie
3. De ideale zelf
De ideale zelf verwijst naar hoe we zouden willen zijn. Soms valt de manier waarop we onszelf zien en hoe we onszelf zouden willen zien niet samen.
Hoewel het zelfconcept in de loop van de tijd kan worden gehandhaafd, of stabiel is, betekent dit niet dat het niet kan veranderen. Het is juist mogelijk om het te veranderen.
Zoals we hebben gezien, zijn zelfconcept en gevoel van eigenwaarde met elkaar verbonden. Door aan ons zelfconcept te werken, kunnen we een hoog gevoel van eigenwaarde hebben. Hoe dan ook, als we merken dat we een laag gevoel van eigenwaarde hebben, is het het beste om een psycholoog te raadplegen.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Céspedes, P. (2014). “Yo, autoestima, Autoconcepto.” Iryo To Shakai. https://doi.org/10.4091/iken1991.7.3_99
- Esnaola, I., Goñi, A., & Madariaga, J. M. (2008). El autoconcepto: Perspectivas de investigación. Revista de Psicodidactica.
- Fuentes, M. C., García, J. F., Gracia, E., & Lila, M. (2011). Autoconcepto y ajuste psicosocial en la adolescencia. Psicothema.
- Musitu, G., & Orma, A. U. F. (2014). Autoconcepto. Tea Madrid.
-
Scandroglio, B., Martínez, J. S. L., & Sebastián, M. C. S. J. (2008). La Teoría de la Identidad Social: una síntesis crítica de sus fundamentos, evidencias y controversias. Psicothema, 20(1), 80-89.
-
Goñi Palacios, E. (2009). El autoconcepto personal: estructura interna, medida y variabilidad. Servicio Editorial de la Universidad del País Vasco/Euskal Herriko Unibertsitatearen Argitalpen Zerbitzua.
-
González, L. A., & Risotto, M. A. (2017). El autoconcepto en alumnos de educación infantil (3-6 años) según el género. Etic@ net, 17(2), 401-435.