Hypermobiliteit bij kinderen: voor- en nadelen

Verbazingwekkende acrobatiek, vingers die onnatuurlijk ver naar achteren kunnen buigen, dislocaties, scoliose en angststoornissen kunnen allemaal een gemeenschappelijke factor hebben: hypermobiliteit bij kinderen. Lees meer over deze aandoening in dit artikel!
Hypermobiliteit bij kinderen: voor- en nadelen

Geschreven door Ana Núñez

Laatste update: 09 augustus, 2022

Hypermobiliteit bij kinderen is een veelvoorkomende asymptomatische aandoening waarbij kinderen onder de 5 jaar de gewrichten buiten hun normale limieten kunnen bewegen. Het treedt op wanneer de collageenniveaus in pezen en ligamenten anders is dan normaal, waardoor de vezels dunner en minder stijf worden.

Het komt gemiddeld voor bij 30% van de kinderpopulatie, en komt vaker voor bij meisjes dan bij jongens, in een verhouding van 3 op 1. Hoewel het probleem afneemt bij het ouder worden, duurt het in 2% van de gevallen langer.

In dit artikel zullen we enkele kenmerken onthullen die de diagnose van deze aandoening mogelijk maken. Tegelijkertijd bekijken we zowel de voordelen als de nadelen van hypermobiliteit bij kinderen en, belangrijker nog, we zullen je vertellen wanneer je je hierover zorgen moet maken.

Wat veroorzaakt hypermobiliteit bij kinderen?

Hypermobiliteit bij kinderen is genetisch van aard. Studies tonen aan dat het zijn oorsprong vindt in een mutatie in de vezels van de weefsels die de pezen, spieren en huid vormen. Deze hebben de mogelijkheid om uit te rekken en terug te keren naar hun oorspronkelijke vorm, of om te vervormen en een nieuwe vorm aan te nemen, wat bekend staat als plasticiteit.

Dit is waar de eiwitten die de weefsels vormen bij betrokken zijn: collageen en elastine. Wanneer er meer elastine dan collageen gevormd wordt, worden de spieren elastischer en daardoor de ligamenten kwetsbaarder. Daardoor kunnen blessures in het bewegingsapparaat heel gemakkelijk optreden.

Wat zijn de voordelen?

Drie jonge meisjes maken zich klaar voor een hardloopwedstrijdje

Voor bepaalde sporten en buitenschoolse activiteiten is hypermobiliteit een voordeel dat bewegingen vergemakkelijkt.

Bij fysieke activiteiten zoals dansen, gymnastiek, ballet of acrobatiek kan hypermobiliteit positief zijn omdat het een flexibiliteit biedt die aan verbazingwekkend grenst. Het is ook nuttig bij het bespelen van instrumenten, zoals de fluit, viool of piano, die speciale behendigheid in de vingers vereisen.

In het specifieke geval van mensen met hypermobiliteit, veroorzaken de uitzetting en constante spanning van herhaalde bewegingen geen pijn zoals bij die artiesten die minder flexibel zijn.

De nadelen van hypermobiliteit bij kinderen

Hypermobiliteit bij kinderen kan worden geïnterpreteerd als een voordeel bij de bovengenoemde fysieke activiteiten, zelfs als specialisten aanbevelen om zeer voorzichtig te zijn met bepaalde sporten.

Spierzwakte en motorische onhandigheid kunnen echter een probleem zijn, en zelfs vertragingen in de psychomotorische ontwikkeling veroorzaken. Volgens onderzoek (Spaanse link) treden er vaak problemen zoals angst en depressie op. Dat geldt ook voor klachten zoals:

  • gewrichtsdislocaties
  • tendinitis
  • rugpijn
  • scoliose
  • artrose van de knieën

Deze problemen worden meestal niet geassocieerd met gewrichtshypermobiliteit, maar kunnen daar wel door veroorzaakt worden. Bepaalde symptomen verdienen bijzondere aandacht.

Spierhypotonie

Spierzwakte door een te lage spanning veroorzaakt een vertraagde psychomotorische ontwikkeling wat betreft draaien, zitten, kruipen en lopen. Deze kinderen hebben zeer flexibele gewrichten, buigen gemakkelijk en hun spierspanning is niet bestand tegen beweging.

Baby’s met spierhypotonie trappelen vaak niet en de ledematen zijn meer gestrekt dan normaal. Met hun gezicht naar beneden worden ze wanhopig omdat ze zichzelf niet op hun armen kunnen ondersteunen. Ook kunnen ze hun hoofd niet optillen. Als ze eindelijk leren staan, proberen ze hun benen te spreiden, hun voeten naar buiten te draaien en hun knieën zijn overstrekt.

De remming van spieractiviteit

Als gevolg van pijn treedt remming op, waardoor een kind minder beweegt. Dat resulteert vervolgens in spierhypotrofie. Dit vermindert op zijn beurt de inspanningstolerantie en dus de deelname van het kind aan sport en spel. Vertragingen in de psychomotorische ontwikkeling en het leren lopen zijn hierdoor ook mogelijk.

Mogelijk ben je ook geïnteresseerd in:
10 oefeningen om je kind te leren lopen

Scoliose en andere houdingsproblemen

Studies wijzen op een statistisch verband tussen gewrichtshypermobiliteit en scoliose als gevolg van orthostatische veranderingen (Spaanse link). Dit veroorzaakt krommingen in het bovenste deel van de wervelkolom, bekend als kyfose, en een verhoogde kromming in het lumbale gebied.

Vele kinderen met hypermobiliteit hebben daarnaast platvoeten en knieën die dicht bij elkaar staan en te ver naar achteren kunnen strekken.

Advies en aanbevelingen voor ouders

Kinderen met hypermobiliteit moeten leren over hun toestand om de constante herhaling van gewrichtsbewegingen die buiten het normale bereik liggen te voorkomen. Het zal moeilijk zijn om deze natuurlijke hyperactiviteit onder controle te krijgen en het kind zal waarschijnlijk aandacht proberen te trekken met zijn slangenmensvaardigheden.

Het abnormaal buigen van de gewrichten is niet per se een goede zaak. Dat wordt ook aangegeven door artsen. Daarom zullen we bepaalde aanbevelingen doen die nuttig zullen zijn als er sprake is van hypermobiliteit:

  • Aangezien er geen specifieke behandeling is, moeten ouders het kind voorlichten over de noodzaak om hun gewrichten te beschermen tegen langdurige overstrekking.
  • Ouders moeten proberen het kind te sturen om te sporten en oefeningen te doen die de spieren trainen en het evenwicht, de stabiliteit en de motorische behendigheid verbeteren.
  • Als bij een baby de diagnose hypermobiliteit is gesteld moeten ouders proberen de spierspanning van het kind te versterken. Om dit te doen, kan er het beste een fysiotherapeut geraadpleegd voor gespecialiseerd advies.

Een van de aanbevolen oefeningen om thuis te doen, zijn oefeningen waarbij de baby met het gezicht naar beneden wordt gehouden. Dit is een houding die ze door hun aandoening helemaal niet leuk zullen vinden. Ze kunnen het best gestimuleerd worden met speelgoed of geluiden waardoor ze hun hoofd opheffen. Deze oefening helpt kleintjes echter om de spieren in hun rug, nek en heup te versterken.

We raden aan om dit artikel te lezen:
5 yogahoudingen voor als je niet erg lenig bent

Wanneer medische behandeling zoeken voor hypermobiliteit bij kinderen?

Een kinderarts die een baby onderzoekt

Als de diagnose in de vroege kinderjaren wordt gesteld, zijn er enkele oefeningen die ouders met hun baby kunnen doen om de spieren te stimuleren.

Hypermobiliteit bij kinderen kan leuk zijn totdat er pijn ontstaat. Dit is echter niet gebruikelijk. Slechts 5 tot 10% van de hypermobiele of zeer flexibele mensen krijgt last van ongemak. Als dat gebeurt, moet men naar de dokter gaan, omdat er mogelijk sprake is van het gewrichtshypermobiliteitssyndroom.

De schaal van Beighton, ook wel de Beighton-score genoemd, is de meest gebruikte manier om te bepalen of iemand hypermobiel is. Enkele van de tests die daarbij komen kijken zijn onder andere:

  • het aanraken van de onderarm met de duim.
  • het strekken van de vingers tot meer dan 90 graden.
  • het aanraken van de vloer met de palm van de handen zonder de knieën te buigen.

Als het kind minimaal 6 van de 9 punten op de schaal scoort, is er sprake van een positieve diagnose van gewrichtshypermobiliteit. Deze aandoening kan pijn in de gewrichten en botten veroorzaken, zelfs bij het enige tijd vasthouden van een potlood. Het gaat ook gepaard met ongemak in de heupen en knieën en platvoeten, bruxisme, vermoeidheid en zwakte.

Het goedaardige hypermobiliteitssyndroom verschilt op een aantal punten van het Ehlers-Danlos-Syndromen (EDS) dat ook een aangeboren afwijking is en ook het bindweefsel aantast. EDS veroorzaakt vasculaire en oculaire problemen en overgevoeligheid van de huid. Deze aandoening gaat ook gepaard met problemen zoals:

  • regelmatige dislocaties.
  • spinale misvormingen.
  • spierhypotonie.
  • gewrichtseffusies.

Hypermobiliteit bij kinderen vereist lichaamsbeweging

De oproep aan ouders is om aandacht te besteden aan afwijkende bewegingsmogelijkheden die grote problemen aan het licht kunnen brengen. De aandoening is niet gemakkelijk te diagnosticeren omdat de symptomen diffuus zijn. Pijn is echter een belangrijk alarmsignaal.

Zodra een kind is gediagnosticeerd met goedaardige hypermobiliteit, moet de richtlijnen voor e behandeling worden gevolgd. Dit omvat een uitgebalanceerd dieet, voldoende lichaamsbeweging, deelname aan schoolactiviteiten en voldoende slaap. Overbelasting van de gewrichten (bijv. zware schooltas) en extreme- en contactsporten moeten worden vermeden.

Na al deze informatie is het belangrijk om te benadrukken dat perioden van inactiviteit de symptomen van hypermobiliteit verhogen. In dit verband wordt een progressief oefenprogramma voor weerstand aanbevolen, gericht op het trainen van specifieke spieren. Tot slot behoren fietsen en zwemmen tot de eerste keuzes van gezond bewegen bij kinderen met hypermobiliteit.


Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.


  • Bulbena-Cabre, A., Duñó, L., Almeda, S., Batlle, S., Camprodon-Rosanas, E., Martín-Lopez, L. M., & Bulbena, A. (2019). La hiperlaxitud articular como marcador de ansiedad en niños. Revista de Psiquiatría y Salud Mental, 12(2), 68-76. Disponible en: https://www.elsevier.es/es-revista-revista-psiquiatria-salud-mental–286-pdf-S1888989119300217
  • Farro-Uceda, L., Tapia-Egoavil, R., Valverde-Tarazona, C., Bautista-Chirinos, L., & Amaya-Solis, K. (2016). Relación entre hiperlaxitud articular, dismetría de miembros inferiores y control postural con los trastornos posturales. Revista médica herediana, 27(4), 216-222. Disponible en: http://www.scielo.org.pe/pdf/rmh/v27n4/a04v27n4.pdf
  • Ortega, F. Z., Rodríguez, L. R., Martínez, A. M., Sánchez, M. F., Paiz, C. R., & Liria, R. L. (2010). Hiperlaxitud ligamentosa (test de Beighton) en la población escolar de 8 a 12 años de la provincia de Granada. Reumatología clínica, 6(1), 5-10. Disponible en: www.reumatologiaclinica.org
  • Haro, D. M., Morante, R. M., & Lillo, S. S. (2014). Síndrome de hiperlaxitud articular benigno en el niño. Revista Médica Clínica Las Condes, 25(2), 255-264. Disponible en: https://www.elsevier.es/index.php?p=revista&pRevista=pdf-simple&pii=S0716864014700367&r=202

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.