Antisociaal gedrag en de hersenstructuur

Onderzoek gepubliceerd in The Lancet laat zien dat antisociale problemen door veranderingen in de hersenstructuur veroorzaakt kunnen worden. Deze bevindingen dragen in dezelfde lijn bij aan eerder onderzoek. Lees verder om er meer over te weten te komen.
Antisociaal gedrag en de hersenstructuur

Laatste update: 19 juli, 2020

In hun sectie psychiatrie publiceerde The Lancet het laatste onderzoek naar het menselijk brein dat in februari 2020 door University College of London (UCL) werd uitgevoerd. Het artikel onderzoekt de associatie tussen antisociaal gedrag en de hersenstructuur.

Ten eerste was dit onderzoek een samenwerking tussen de Londense instelling en onderzoekers uit Nieuw-Zeeland, waar ook de deelnemers aan het onderzoek vandaan kwamen. Het Queen Mary Hospital in Nieuw-Zeeland zorgde voor deze deelnemers.

Om het onderzoek uit te voeren, hebben ze nucleaire magnetische resonanties uitgevoerd op meer dan 600 mensen die ten tijde van de beeldvormingstest 45 jaar oud waren. Deze 600 mensen maken deel uit van een grotere eenheid van meer dan 1.000 mensen. De Nieuw-Zeelanders bestuderen ze al sinds hun kindertijd.

Hun bedoeling was om de factoren te bepalen die iemand gedurende zijn hele leven kunnen beïnvloeden en hem asociaal of verslaafd te maken. Als ze deze factoren zouden kunnen detecteren, dan zou het mogelijk zijn om mensen op een positieve manier te beïnvloeden en bijvoorbeeld misdaden te voorkomen.

Ze maten de dikte van de hersenschors en de hoeveelheid grijze massa via de resonanties die ze bij de onderzoeksdeelnemers deden. Deze gegevens maakten een vergelijking mogelijk tussen degenen die antisociaal gedrag vertoonden en degenen die dat niet deden.

Wat en wie is antisociaal?

Oké, maar wat is precies antisociaal gedrag? Dit is een moeilijk te definiëren concept, omdat het varieert naargelang de leeftijd en cultuur van de betrokkenen. Europeanen hebben misschien een ander idee dan Amerikanen over wat antisociaal is.

We kunnen antisociaal gedrag dus definiëren als alles wat een persoon doet dat in strijd is met de belangen van zijn samenleving. Het is dus een manier van leven en handelen die in strijd is met de door de meerderheid vastgestelde normen.

Antisociaal gedrag varieert van verkeersovertredingen tot een geweldsmisdrijf. Een aantal verslavende handelingen van tieners kunnen in deze categorie vallen. Bijvoorbeeld het stelen van alcohol van volwassenen.

Op de achtergrond onthult antisociaal gedrag dat een persoon in opstand komt tegen autoriteit. Of het nu hun ouders zijn of de politie. Men kan dit gedrag ook als een uitdaging voor gevestigde instellingen zien.

Er hoeft geen pathologie te zijn die met antisociaal gedrag gepaard gaat. Meestal is het slechts een manier van handelen die niet in de klinische psychiatrische literatuur voorkomt.

In ieder geval heeft de wetenschap het bestaan vastgesteld van iets dat antisociale persoonlijkheidsstoornis wordt genoemd. Deze mensen zijn impulsief en overtreden herhaaldelijk de regels. Ze hebben ook geen spijt van hun overtredingen. Deze diagnose is alleen op mensen van toepassing die ouder zijn dan 18 jaar.

Resultaten van het onderzoek

Serie met mri's

Het onderzoek heeft bij meer dan 600 personen MRI’s uitgevoerd. Uit het in The Lancet gepubliceerde onderzoek blijkt dat de deelnemers in drie groepen waren verdeeld:

  • 80 mensen met een voorgeschiedenis van antisociale problemen.
  • 151 mensen met een vaststelling van antisociaal gedrag beperkt tot hun adolescentie.
  • 441 mensen zonder vaststelling van eerdere antisociale gedragingen.

In de eerste groep leerden de onderzoekers veel. De MRI’s van de hersenen van deze mensen vertoonden een krimp van de hersenschors in vergelijking met de andere. Ze hadden daarnaast een iets kleinere hoeveelheid grijze massa.

Er waren ook geen verschillen tussen de groep met antisociale problemen tijdens de adolescentie en degenen zonder voorgeschiedenis. Hieruit blijkt dat bepaald gedrag op jonge leeftijd eerder cultureel dan biologisch is.

Wat duidelijk is, is de verandering in de hersenarchitectuur die een klein deel van de bevolking kan hebben, misschien met betrekking tot antisociaal gedrag. Die veranderingen zouden de antisociale persoonlijkheid kunnen verklaren die zich in de loop der jaren voortdurend manifesteert.

Eerdere studies over antisociaal gedrag en de hersenstructuur

Gearresteerde tiener

De resultaten die in The Lancet zijn gepubliceerd, zijn slechts een toevoeging aan een reeks eerdere onderzoeken over hetzelfde onderwerp. Verschillende universiteiten hebben het onderwerp op verschillende leeftijden en in verschillende landen bestudeerd.

Zo hadden tieners met antisociale problemen (Spaanse link) veranderingen in de frontale en temporale gebieden van hun hersenen. Mensen die voor geweldsmisdrijven zijn veroordeeld hebben bovendien minder grijze massa. In het bijzonder zaten onderzoekers op het spoor van de emotionele zone in de hersenen om een verband te vinden.

Ervan uitgaande dat antisociale problemen aan een gebrek aan empathie te wijten zijn, was het logisch om daar naar veranderingen te zoeken. De resultaten gaven aan dat antisociale tieners een kleinere amygdala hadden en dat de amygdala de zetel is van empathie.

We kunnen dus concluderen dat dit nieuwe onderzoek bevestigt dat antisociale problemen en antisociaal gedrag een bepaalde relatie hebben met de hersenstructuur en architectuur van de hersenen. Deze veranderingen zijn nog een factor die antisociaal gedrag in iemands leven bepaalt.


Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.


  • Romero-Valle, Erika J., and Gabriela Orozco-Calderón. “La conducta antisocial delictiva en la adolescencia y las funciones ejecutivas.” Ciencia & Futuro 7.1 (2017): 109-131.
  • Gregory, Sarah, et al. “The antisocial brain: psychopathy matters: a structural MRI investigation of antisocial male violent offenders.” Archives of general psychiatry 69.9 (2012): 962-972.
  • Hecht, David. “Cerebral lateralization of pro-and anti-social tendencies.” Experimental neurobiology 23.1 (2014): 1-27.
  • Vázquez, Mª José, Francisca Fariña, and Dolores Seijo. “Teorías explicativas del comportamiento agresivo y antisocial desde una perspectiva neuro-fisiobiológica.” Avances en torno al comportamiento antisocial, evaluación y tratamiento (2003): 17-38.

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.