15 vruchtbaarheidsmythen die specialisten vaak horen

Er bestaan talloze mythen over vruchtbaarheid en vruchtbaarheidsspecialisten weten dat heel goed. Er wordt gezegd dat bepaalde seksstandjes een zwangerschap meer mogelijk maken of dat op je hoofd staan na de geslachtsgemeenschap het gemakkelijker maakt. Noch deze, noch andere overtuigingen zijn waar.

Vruchtbaarheidsspecialisten horen in hun kantoren allerlei verhalen. Er zijn een groot aantal vruchtbaarheidsmythen die op sociale netwerken of via mond-tot-mondreclame de ronde doen. Veel mensen geloven ze, ook al zijn sommige ervan nogal bizar.

Geschat wordt dat een op de zes paren problemen heeft met het verwekken van een kind. Dit soort problemen treft mensen van alle leeftijden, rangen en standen, etniciteiten, en geloofsovertuigingen. Sommigen kunnen niet verklaren waarom dit hen overkomt en trekken hun eigen conclusies voordat ze vruchtbaarheidsspecialisten raadplegen.

De waarheid is dat er vele redenen zijn waarom een man, een vrouw, of beiden niet in staat zijn kinderen te krijgen. In dit verband bestaan er veel misvattingen die, ondanks dat ze geen basis in de feiten hebben, als vanzelfsprekend worden beschouwd.

Vruchtbaarheidsspecialisten moeten keer op keer op de valsheid van deze beweringen wijzen. Hieronder volgen de meest verbreide vruchtbaarheidsmythen in dit verband.

15 vruchtbaarheidsmythen die specialisten vaak horen

Vruchtbaarheidsspecialisten zijn ook experts in het aanhoren van allerlei mythen. Ondanks de vooruitgang in de wetenschap en de wijdverspreide toegang tot informatie blijven deze onjuiste overtuigingen bestaan en circuleren. De volgende zijn enkele van de meestvoorkomende.

1. Zwanger worden is gemakkelijk

Er heerst een foutieve overtuiging dat zwanger worden gewoon een kwestie is van beslissen om het te doen. Vruchtbaarheidsspecialisten wijzen erop dat zelfs jonge paren, zonder gezondheidsproblemen, slechts in 20-30% van de gevallen tijdens een ovulatiecyclus een zwangerschap bereiken.

De kans neemt toe tot 57% na drie maanden. Dan tot 72% in zes maanden en tot 85% in een jaar. Zoals je ziet is de zaak niet zo eenvoudig. In veel gevallen duurt het een jaar voor je zwanger wordt.

2. Je kunt zwanger worden als je elke dag seks hebt

Het is duidelijk dat hoe meer seks men heeft, hoe waarschijnlijker het is dat er een zwangerschap ontstaat. Uit een studie (Engelse link) bleek echter dat er geen groot verschil is tussen elke dag seks hebben en om de andere dag. Ook vermindert veelvuldig vrijen het aantal spermacellen per ejaculatie.

3. De sleutel is om binnen 24 uur na de eisprong seks te hebben

Dit is een van de vruchtbaarheidsmythen die specialisten het vaakst horen. Als de eisprong, ook wel ovulatie genoemd, voorbij is, kan een vrouw op geen enkele manier zwanger worden. Bevruchting vindt plaats als de eicel het sperma ontmoet in de eileiders, wat zeven tot 10 dagen voor de menstruatie gebeurt. Anders is het niet mogelijk zwanger te worden.

4. Als er een menstruatie is, is er een vruchtbaarheid

Dit is niet waar. Ten eerste zijn er vrouwen die een ovulatiestoornis hebben en toch nog menstrueren. Dat wil zeggen, ze zijn niet vruchtbaar, maar ze worden wel ongesteld. Bovendien is het zo’n vijf jaar voor de menopauze erg onwaarschijnlijk dat er een zwangerschap optreedt, zelfs als de vrouw nog ongesteld is.

5. Het belangrijkste is dat de vrouw vruchtbaar is

Dit is weer zo’n mythe die vruchtbaarheidsspecialisten vaak horen. Sommige mensen denken dat als een zwangerschap uitblijft, dat komt door de onvruchtbaarheid van de vrouw. Maar 35 tot 40% van de gevallen waarin het onmogelijk is zwanger te worden, zijn te wijten aan mannelijke onvruchtbaarheid. Dit is een kwestie waarbij met beide lichamen rekening gehouden moet worden.

6. Zolang het lichaam gezond is, doet leeftijd er niet toe

Hoewel sportief zijn en een optimale gezondheidstoestand zeer gunstig zijn om zwanger te raken, is dit niet voldoende. In deze gevallen doet leeftijd er wel toe, al is het niet de bepalende factor. In het laatste geval impliceert het bereiken van bevruchting de onderlinge samenhang van een reeks factoren en leeftijd is er daar een van.

7. Veel vrouwen krijgen baby’s op hun 40e

Hoewel het waar is dat sommige vrouwen er op hun 40ste in slagen zwanger te worden, is de waarheid dat de meesten dat niet doen. De vruchtbaarheid van vrouwen begint na het 35e levensjaar af te nemen. Vanaf dan is de kans om zwanger te worden steeds kleiner. Naar schatting is er nog maar 20% kans.

8. Als je al vader bent, heb je geen vruchtbaarheidsprobleem

Vruchtbaarheidsspecialisten horen vaak dit idee, waarvan velen denken dat het waar is terwijl het niet zo is. Net als bij vrouwen heeft leeftijd een belangrijke invloed. Een studie (Engelse link) ontdekte dat na het 39ste levensjaar de vruchtbaarheid van mannen elk jaar met 23% afneemt. Het maakt niet uit of je vader bent of niet, vruchtbaarheid is niet eeuwig!

9. Gewicht is een secundaire factor

Overgewicht brengt hormonale veranderingen teweeg, zowel in het lichaam van vrouwen als in dat van mannen. In het eerste geval kan dat de eisprong beïnvloeden; in het tweede de spermaproductie. Vruchtbaarheidsspecialisten schatten dat alleen al door 10 tot 20% gewicht te verliezen, de kans om zwanger te worden toeneemt.

10. Je hoeft niet te stoppen met koffie drinken

Koffie is niet bepaald de beste vriend van de vruchtbaarheid. Volgens een studie (Engelse link) uit 2007 hadden vrouwen die meer dan één kop koffie per dag dronken maar half zoveel kans om zwanger te worden tijdens een ovulatiecyclus. Men mag niet vergeten dat cafeïne ook aanwezig is in dranken als thee, chocolade en cola.

11. Stoppen met roken? Alleen als je zwanger bent

Dit is een van de vruchtbaarheidsmythen waar specialisten dagelijks mee te maken hebben. Uit gegevens blijkt dat tot 13% van de gevallen van onvruchtbaarheid bij vrouwen aan roken te wijten is. Voor mannen zijn er geen schattingen, maar ook zij hebben er last van. Bovendien treedt dit effect op ongeacht het aantal sigaretten dat per dag wordt geconsumeerd.

12. Alleen vrouwen moeten supplementen nemen vóór de zwangerschap

Het is algemeen bekend dat als een vrouw zwanger wil worden, ze foliumzuur-supplementen moet nemen. Het is echter gebleken dat ook mannen die moeten innemen. In beide gevallen kunnen deze problemen bij de baby voorkomen. Maar bovendien bleken deze supplementen het aantal zaadcellen en de beweeglijkheid van het sperma te verhogen.

13. Als niets werkt, lost geassisteerde voortplanting het op

Men moet hier niet zo zeker van zijn. In het algemeen kan geassisteerde voortplanting alle vruchtbaarheidsproblemen bij mannen en ovulatie-afwijkingen bij vrouwen oplossen. Wat het niet kan doen is de slechte kwaliteit van de eitjes, als gevolg van de leeftijd, verbeteren. Na de leeftijd van 40 jaar is het misschien niet meer mogelijk naar dit alternatief te grijpen.

14. De maan heeft invloed

Dit is een van de merkwaardigste vruchtbaarheidsmythen die specialisten horen. Er is een geloof dat afstemmen op de maanstanden kan helpen om zwangerschap te bereiken.

Dit is echter niet waar. Als er soms een verband gevonden wordt tussen de maan en vruchtbaarheid, dan komt dat doordat de menstruatiecyclus van een vrouw even lang duurt als de maancyclus. Verder dan dit is er geen verband tussen het een en het ander.

15. De oorzaak is psychologisch

Het is waar dat stress hormonale verstoringen kan veroorzaken die de vruchtbaarheid belemmeren. Dit betekent echter niet dat stemming alleen de oorzaak is van onvruchtbaarheid. De onmogelijkheid om tot conceptie te komen is in alle gevallen te wijten aan lichamelijke oorzaken. Psychologische factoren hebben slechts een beperkte invloed.

Specialisten krijgen nog veel meer vruchtbaarheidsmythen te horen…

Er zijn nog veel meer mythen waarmee vruchtbaarheidspecialisten in hun praktijk te maken krijgen. Bijvoorbeeld dat bepaalde voedingsmiddelen de vruchtbaarheid stimuleren, en dat heel dun zijn helpt om gemakkelijker zwanger te worden. Beide zijn onwaar.

Ook wordt gezegd dat seksueel overdraagbare aandoeningen de algemene gezondheid beïnvloeden, maar geen invloed hebben op de vruchtbaarheid, terwijl ook dit niet waar is. Deze infecties kunnen bekkenontstekingsziekte veroorzaken en dat veroorzaakt onvruchtbaarheid.