Hoeveel soorten genderidentiteit bestaan er?
De mens snapt ideeën en begrippen beter als ze door middel van etiketten geassimileerd worden. Hoewel het waar is dat die etiketten in sommige gevallen beperkend kunnen zijn, zijn ze in andere gevallen heel praktisch. Het beste voorbeeld vinden we in de soorten genderidentiteit, waarin er tientallen samengebracht zijn die de laatste jaren meer begrepen en erkend worden.
Vandaag willen we het hebben over de meestvoorkomende soorten genderidentiteit, hun kenmerken, en enkele alternatieve benamingen. We hebben de algemene definities voor deze labels gekozen.
Het is namelijk niet ongewoon dat ze met bepaalde nuances gebruikt worden door degenen die zich ermee identificeren. Ook wijzen we je op enkele ideeën en beschouwingen, zodat je deze begrippen beter kunt begrijpen.
Het verschil tussen geslacht en sekse
Alvorens de meest gebruikte soorten van genderidentiteit te schetsen, moeten we eerst de verschillen tussen geslacht en sekse verduidelijken. Sekse verwijst naar een geheel van fysieke, biologische, genetische en hormonale eigenschappen die een persoon kenmerken. Gender, daarentegen, is hoe we ons psychologisch identificeren en hoe we dat naar buiten uitdrukken.
Een persoon kan zich psychologisch overal identificeren tussen de brede, binaire man/vrouw verdeling. Op hun beurt kunnen iemands lichamelijke of biologische kenmerken verschillen van hun genderidentiteit (zoals het geval is bij interseksualiteit).
Het is ook relevant het verschil te vermelden tussen genderidentiteit en genderexpressie. Het eerste verwijst naar de persoonlijke perceptie van het eigen geslacht. In het tweede geval verwijst het naar de manier waarop dit zich uiterlijk in de maatschappij manifesteert.
Het is belangrijk op te merken dat de soorten genderidentiteit niets te maken hebben met seksuele geaardheid. Deze laatste term wordt gebruikt om de fysieke of emotionele aantrekking tot leden van het eigen of een ander geslacht te beschrijven (heteroseksualiteit, homoseksualiteit, biseksualiteit, panseksualiteit, enzovoort). Laten we hier eens wat dieper op ingaan.
Misschien vind je dit artikel ook interessant:
Wat is seksuele identiteit?
De verschillende soorten genderidentiteit
Het etiket genderidentiteit werd in 1964 bedacht door de Amerikaanse psychiater Robert Stoller (Engelse link). Dit idee is in de loop van de geschiedenis gemuteerd tot het punt waarop “genderidentiteitsstoornis” of “genderdysforie” als synoniem of meer omvattend idee is gaan gelden. Men ziet het niet meer als een “stoornis.”
In elk geval worden beide termen alleen in de medische literatuur gebruikt, zodat leden van de LGBT+ gemeenschap de voorkeur geven aan de term genderidentiteit. Omdat er vooroordelen bestaan rond de soorten, deels ontstaan door onwetendheid, willen we hier de meest aanvaarde en bekende soorten genderidentiteit voorstellen.
1. Cisgender
Cisgender is een term die gebruikt wordt om diegenen aan te duiden van wie de genderidentiteit overeenkomt met het geslacht dat hun bij de geboorte is vastgesteld. Een andere definitie van dit etiket is de overeenkomst die bestaat tussen genderidentiteit betreffende het seksuele fenotype. De term werd bedacht door de Duitse psychiater Volkmar Sigusch.
Zoals we uitgelegd hebben, houdt genderidentiteit geen verband met seksuele geaardheid. Daarom kan een homo, een lesbienne of een biseksueel ook cisgender zijn in zoverre hun identiteit samenvalt met hun bij de geboorte toegewezen geslacht. Ze kunnen zich dus identificeren als man of vrouw, ongeacht hun seksuele of romantische voorkeur.
2. Transgender
Transgender is een begrip dat tegengesteld is aan het vorige. Cis is immers een Latijns voorvoegsel dat overeenkomt met “hier” of “aan deze kant.” Ondertussen vertaalt Trans zich als “aan de andere kant” of “voorbij.”
Een transgender persoon is dus iemand die zich niet identificeert met het geslacht dat hem bij de geboorte is toegewezen. Hun identiteit komt dus niet overeen met hun seksuele fenotype.
Net als het vorige geval heeft dit niets te maken met seksuele geaardheid. Een transgender kan heteroseksueel, biseksueel, homoseksueel zijn, of zelfs helemaal van deze etiketten afzien. Vaak worden zij die overgegaan zijn naar het geslacht dat met hun geslacht overeenkomt transgender genoemd. Veel leden van de gemeenschap verwerpen deze term echter.
3. Intersekse
Het is heel gewoon dat men het woord intersekse verward met transgender, en omgekeerd. In feite rekenen sommigen intersekse niet tot de soorten genderidentiteit, terwijl anderen dat wel doen. Controverses daargelaten is een interseksueel iemand wiens lichamelijke, biologische, hormonale of genetische kenmerken verhinderen dat hij als man of vrouw wordt ingedeeld.
Het is niet één enkele aandoening, maar groepeert eerder tientallen verschijningsvormen die enkele kenmerken gemeen hebben. Zo wordt echt gonadaal intersekse gekenmerkt door personen die vanaf hun geboorte zowel eierstok- als testikelweefsel hebben. Interseksuelen kunnen ambigue genitaliën hebben of een discrepantie behouden tussen deze en hun inwendige organen.
Misschien wil je dit artikel lezen:
Mijn kind speelt alsof hij/zij van het andere geslacht is: wat betekent dat?
4. Queer
Queer is een neologisme dat al diegenen samenbrengt die zich niet identificeren met de ideeën van de maatschappij over geslacht en seksualiteit. De definitie ervan is in de loop van de geschiedenis gemuteerd. Vanaf het begin werd het pejoratief gebruikt om homoseksuelen te beschrijven.
Tegenwoordig wordt het geassocieerd met een sterk politiek engagement. Of tenminste met een engagement dat erop gericht is de leefregels van de maatschappij te veranderen. In elk geval beschrijven queer-mensen zichzelf niet als gewoon mannelijk of vrouwelijk, en ook niet als een combinatie van deze twee geslachten.
5. Genderfluïde
Genderfluïde is een andere soort genderidentiteit die vaak veel verwarring met zich meebrengt. Iemand die zich als genderfluïde identificeert maakt tijdelijke, sporadische, of permanente overgangen door verschillende geslachten door.
Het aantal geslachten waarmee ze zich identificeren varieert van geval tot geval. Het is mogelijk om vast te houden aan het man/vrouw binarisme of, integendeel, andere mogelijkheden te verkennen. De overgang kan gemaakt worden zonder een specifieke reden. Het kan ook afhankelijk van interne verschuivingen of interacties met de omgeving zijn.
6. Genderloos
Een ander etiket dat de laatste jaren populair geworden is, is genderloos. Deze mensen noemt men ook wel agender of geen geslacht. In het kort duidt het al diegenen aan die zich niet met een bepaald geslacht identificeren. Sommigen omschrijven zichzelf als genderneutraal, genderloos, of gendervrij.
Het is belangrijk op te merken dat dit niets te maken heeft met aseksueel zijn. Zoals we uitgelegd hebben, komen genderidentiteitstypen niet overeen met seksuele aantrekkingskracht.
Kunnen geslachtsloze mensen bestaan zonder aseksuele geslachten? Ja, natuurlijk kunnen ze dat. Dat kunnen aseksuele binaire mensen of aseksuele, transgender mensen ook. Ze worden echter niet allemaal als zodanig gecategoriseerd.
7. Bigender
Dit is een term die vaak verward wordt met biseksualiteit, hoewel sommige deskundigen (Engelse link) erop wijzen dat het onderscheid voldoende is om de verschillende begrippen te beschouwen. Iemand die zich als bigender identificeert leeft mee en voelt zich op zijn gemak als hij zich beweegt tussen mannelijk en vrouwelijk.
In die zin kunnen ze zichzelf als man, als vrouw, of als allebei waarnemen, met de onderlinge afhankelijkheid van het bij de geboorte toegewezen geslacht. Met andere woorden, ze hebben twee geslachten.
8. Intergender
Dit is een term die nogal lijkt op de vorige. Net als de andere soorten genderidentiteit zijn de verschillen klein, maar voldoende om aparte begrippen te kwalificeren. Zoals de term aangeeft, gaat het om mensen die zich noch mannelijk, noch vrouwelijk voelen, maar als een tussenfacet tussen de twee.
Ze kunnen gedragingen, ideeën en manieren van handelen manifesteren die gewoonlijk met mannen en vrouwen geassocieerd worden, zonder zich met een specifieke te identificeren. Veel intersekse personen gebruiken dit etiket, hoewel we er ook duizenden vinden die niet intersekse zijn en wel sympathiek staan tegenover het idee.
9. Derde geslacht
Het derde geslacht is een label met meerdere betekenissen. Sommige landen en staten gebruiken het als een juridisch alternatief bij het uitvoeren van een juridische procedure; andere gebruiken het om alle soorten genderidentiteit te omvatten.
Daarnaast gebruiken sommigen het om een ongedefinieerde toestand tussen mannelijk en vrouwelijk aan te duiden (langs de lijnen van intergender). Men kan dit ook gebruikten als een categorie die hiervan los staat.
In deze zin, en gezien de terminologie die naar een derde mogelijkheid verwijst, geven velen er de voorkeur aan de laatste definitie op te pikken. Hoewel het een begrip is dat de laatste tijd populair geworden is, hebben tientallen beschavingen in de loop van de geschiedenis een derde geslacht erkend, onafhankelijk van mannelijk en vrouwelijk.
10. Pangender
Ten slotte geven sommige mensen de voorkeur aan het etiket pangender. Het Griekse voorvoegsel pan verwijst naar een geheel, naar een totaal. Zij die zich als pangender identificeren gaan er dus van uit dat hun geslacht alle geslachten omvat, dat onveranderlijk en statisch is.
Dit is in de strikte zin van het woord, want sommigen die zichzelf als zodanig definiëren kunnen episodes doormaken van zwerftochten door bepaalde geslachten. De meeste mensen die deze terminologie gebruiken pikken het hele spectrum van geslachten op en nemen ze in hun leven aan.
Hopelijk zijn deze uiteenzettingen niet verwarrend voor je geweest. Het verschil is vaak subtiel, en het feit dat er in de gemeenschap geen consensus bestaat helpt niet om het probleem op te lossen. In elk geval kun je altijd onderscheidende assen vinden tussen de soorten genderidentiteit.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Blechner, M. J. (2015). Bigenderism and bisexuality. Contemporary Psychoanalysis, 51(3), 503-522. https://www.tandfonline.com/doi/abs/10.1080/00107530.2015.1060406
- Cooper, K., Russell, A., Mandy, W., & Butler, C. (2020). The phenomenology of gender dysphoria in adults: A systematic review and meta-synthesis. Clinical Psychology Review, 80, 101875. https://doi.org/10.1016/j.cpr.2020.101875
- Horn, S. S. (2019). Sexual orientation and gender identity‐based prejudice. Child Development Perspectives, 13(1), 21-27. https://srcd.onlinelibrary.wiley.com/doi/abs/10.1111/cdep.12311
- Koh, J. (2012). The history of the concept of gender identity disorder. Seishin shinkeigaku zasshi= Psychiatria et neurologia Japonica, 114(6), 673-680. https://europepmc.org/article/med/22844818
- Morrison, T., Dinno, A., & Salmon, T. (2021). The Erasure of Intersex, Transgender, Nonbinary, and Agender Experiences Through Misuse of Sex and Gender in Health Research. American Journal of Epidemiology, 190(12), 2712-2717. https://doi.org/10.1093/aje/kwab22
- Suarez, J. (2016). Glosario de la diversidad sexual, de género y características sexuales. CONAPRED. http://sindis.conapred.org.mx/investigaciones/glosario-de-la-diversidad-sexual-de-genero-y-caracteristicas-sexuales/
- Transgender Day of Visibility: Representation matters. (2022). Cell Reports Medicine, 3(4), 100599. https://doi.org/10.1016/j.xcrm.2022.100599