Diagnostische methoden voor atriumfibrilleren

Atriumfibrilleren is één van de meest voorkomende vormen van aritmie. Aangezien het heel erg vaak voorkomt, is het belangrijk dat we weten hoe we de diagnose moeten stellen.
Diagnostische methoden voor atriumfibrilleren

Laatste update: 23 juli, 2019

Men stelt de diagnose van atriumfibrilleren voornamelijk door middel van een elektrocardiogram. Medische centra moeten heel nauwkeurige onderzoeken uitvoeren. Er bestaan vele soorten van bekende vormen van aritmie.

Een juiste en vroegtijdige diagnose zal ervoor zorgen dat een patiënt beter met de ziekte kan omgaan. Ze kunnen dan immers veranderingen doorvoeren in hun leven en in hun eetgewoonten. Bovendien kunnen ze ook zo snel mogelijk een behandeling tot stand brengen.

Als je de mogelijke oorzaken en diagnostische methoden voor deze aandoening wil leren kennen, blijf dan verder lezen in dit artikel.

Wat is atriumfibrilleren?

Wat is atriumfibrilleren

Atriumfibrilleren is een medische term die verwijst naar een stoornis van het hart. Tijdens atriumfibrilleren zijn de natuurlijke elektrische signalen gewijzigd. In het algemeen zijn dit de zenuwprikkels die de samentrekking en ontspanning van het hart regelen.

Volgens de gespecialiseerde site Medline Plus, zijn dit de gevolgen: “Atriumfibrilleren kan tot een verhoogd risico op een beroerte leiden. Bij vele patiënten kan het ook pijn in de borst, een hartaanval of hartfalen veroorzaken.”

Wat gebeurt, is dat de atria (de bovenste holtes van het hart: de boezems) samen met de ventrikels (de onderste holtes van het hart: de kamers) op een onregelmatige en ongecoördineerde manier samentrekken.

Soorten atriumfibrilleren en risicogroepen

Gewoonlijk treedt deze stoornis op bij mensen die ouder zijn dan 65. Er zijn echter klinische gevallen bekend bij andere leeftijdsgroepen. Om onbekende redenen komt het vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.

Op basis van de kenmerken kunnen we ook een onderscheid maken tussen twee soorten atriumfibrilleren:

  • Chronisch. In dit geval is het atriumfibrilleren al langere tijd aanwezig. Therapie is dan vereist om de symptomen te verlichten.
  • Paroxismaal. Deze wijziging treedt zomaar op. De bijhorende symptomen corrigeren zich uit eigen beweging.

Deze stoornis kan in elk geval ernstige gevolgen hebben. De meest voorkomende risico’s zijn onder andere een herseninfarct en hartaritmie, of een verstoring van het hartritme.

Wat zijn mogelijke oorzaken van atriumfibrilleren?

Mogelijke oorzaken van atriumfibrilleren

Momenteel zijn onderzoeken er nog niet in geslaagd om de precieze oorzaak of aanleiding van deze stoornis vast te stellen. Er zijn echter een aantal medische omstandigheden en risico’s die tot atriumfibrilleren kunnen leiden.

Dat zijn onder andere hartziekten of ziekten die het hart aantasten. We geven enkele voorbeelden:

  • Pericarditis of ontsteking van het pericard (de dunne laag die dit orgaan omsluit en beschermt).
  • Myocarditis of ontsteking van het myocard (de hartspier).
  • Myocardiaal infart.
  • Valvulaire hartziekte of veranderingen in de kleppen van het hart.
  • Schade opgelopen tijdens een chirurgische ingreep van het hart.
  • Roken en alcohol- en/of druggebruik.
  • Medicijnen die het hart schade berokkenen.
  • Aandoeningen van het luchtwegensysteem zoals COPD (chronische obstructieve longziekte).
  • Hyperthyroïdie.
  • Andere stoornissen zoals slaapapneu.

Hoe stellen artsen de diagnose atriumfibrilleren?

Hoe stellen artsen de diagnose atriumfibrilleren

Het medische team zal een reeks medische tests uitvoeren om atriumfibrilleren te diagnosticeren. Op deze manier zullen ze in staat zijn andere stoornissen met gelijksoortige kenmerken uit te sluiten. Hieronder beschrijven we de diagnostische methoden die het meest gebruikt worden.

Een elektrocardiogram (ECG)

Artsen voeren deze test uit door enkele elektroden op de borstkas en de armen van de patiënt te plaatsen. Deze elektroden zijn ontworpen om de elektrische signalen op te vangen die de bewegingen van het hart controleren.

Daarna verschijnt een grafische voorstelling van deze zenuwprikkels. Het ECG is een van de voornaamste diagnostische tests voor atriumfibrilleren. Je vindt het ook in de vorm van:

  • De Holtermonitor. Dit is een draagbaar ECG-apparaat waarop de patiënt de activiteit van zijn eigen hart gedurende 24 uren of langer opneemt.
  • De episode-recorder. In dit geval activeert de patiënt het toestel wanneer hij symptomen van tachycardie heeft. Op die manier kan gemakkelijk een overzicht verkrijgen worden van de afwijkende hartritmes. In tegenstelling tot de Holtermonitor wordt dit onderzoek gedurende een periode van meerdere weken of zelfs maanden uitgevoerd.

Een echocardiogram

Door middel van een toestel dat men een omvormer noemt, sturen specialisten een reeks golven naar de borstkas van de patiënt. De golven raken het hart en kaatsen terug om uit de borstholte te ontsnappen.

Nadat de computer de informatie verwerkt heeft, zal een live beeld verschijnen van het hart van de patiënt. Deze procedure noemt men een transthoracaal echocardiogram. 

Andere methoden

  • Inwendige beelden verkrijgen. De algemene regel is dat een röntgenfoto van de borstkas de toestand van zowel de longen als het hart kan nagaan.
  • Een stresstest. Een patiënt voert een korte lichamelijke activiteit uit. Intussen evalueert een team van specialisten de reactie van het hart.
  • Routinetests. Meestal vragen artsen een bloedonderzoek om onderliggende ziekten uit te sluiten. Ze doen dit bijvoorbeeld in geval van hyperthyroïdie (een hoog niveau van schildklierhormonen in het bloed). Je kan ook andere tests uitvoeren om te zien of de patiënt een ademhalingsstoornis heeft (gewoonlijk is dat COPD).

Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.


  • Chasco Ronda, J. (2010). El ecocardiograma. Imagen Diagnostica. https://doi.org/10.1016/S2171-3669(10)70004-4
  • Extramiana, F., Messali, A., Labbé, J.-P., & Leenhardt, A. (2013). Fibrilación auricular. EMC – Tratado de Medicina. https://doi.org/10.1016/S1636-5410(13)65325-8
  • Kirchhof, P., Benussi, S., Kotecha, D., Ahlsson, A., Atar, D., Casadei, B., … Zeppenfeld, K. (2017). Guía ESC 2016 sobre el diagnóstico y tratamiento de la fibrilación auricular, desarrollada en colaboración con la EACTS. Revista Espanola de Cardiologia. https://doi.org/10.1016/j.recesp.2016.11.014
  • Pozas G. (2008). El electrocardiograma y su tecnología. Educación Medica. https://doi.org/Doi 10.1098/Rspb.2003.2365
  • Periáñez C del B, Huete MEG. Ecocardiograma transtorácico. Asoc Española Enfermería en Cardiol. 2018;

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.