6 Soorten bevallingen en hun kenmerken

Is er meer dan één soort bevalling? Natuurlijk zijn er meer. Er zijn verschillende manieren van bevallen. Dit hangt af van de klinische situaties, de beslissing van de moeder en de voorwaarden van de gezondheidszorg. Hier kun je de kenmerken van de meest relevante vormen ontdekken.
6 Soorten bevallingen en hun kenmerken
Leonardo Biolatto

Geschreven en geverifieerd door de arts Leonardo Biolatto.

Laatste update: 23 januari, 2023

Heb je er wel eens over nagedacht dat er eigenlijk veel verschillende soorten bevallingen zijn? De vooruitgang van de geneeskunde heeft ook bijgedragen aan de diversiteit en het begrip van de mogelijkheden die in dit proces bestaan.

Op dezelfde manier heeft een groter bewustzijn van wat de zwangerschap en het lichaam van de vrouw betekenen, vanuit filosofisch oogpunt, de gemedicaliseerde ingrepen aanzienlijk gewijzigd. Dit heeft geleid tot het ontstaan van varianten die gebaseerd zijn op natuurlijke methoden, en waarbij zo min mogelijk mensen betrokken zijn.

6 soorten bevallingen

We gaan ons richten op 6 soorten bevallingen en leggen ze je uit. Deze indeling is in bepaalde opzichten enigszins kunstmatig, want strikt genomen kan de baby maar op twee manieren ter wereld komen: vaginaal of abdominaal (keizersnede).

De vaginale methode kent echter niet één modaliteit, evenmin als de keizersnede. Laten we dan eens kijken naar de kenmerken van elke vorm.

1. Vaginale bevalling met medische ingreep

Zoals de naam al aangeeft, gebeurt deze vorm van bevallen waarbij de baby via de vagina van de moeder naar buiten komt. Het is de natuurlijke manier van bevallen, zowel van het kind als van de aangehechte structuren, zoals de placenta. Laten we niet vergeten dat de incisie voor een keizersnede een chirurgische ingreep is.

De medische ingreep heeft te maken met bepaalde therapieën en protocollen die artsen toepassen om de kans op complicaties te verkleinen. Dit is iets dat de medische verenigingen van elk land en de ministeries van Volksgezondheid hanteren om de moeder- en neonatale sterfte te verminderen.

De bevalling vindt plaats in een gecontroleerde ziekenhuisomgeving, met een interventieteam dat gewoonlijk bestaat uit een arts, verloskundige of gynaecoloog, verpleegkundigen en neonatologen. Er wordt een reeks vaste stappen gevolgd en de parameters worden vaak gecontroleerd, met bijvoorbeeld de mogelijkheid van lokale anesthesie.

2. Natuurlijke bevalling

 

Vrouw aan het bevallen
Hoewel er zes soorten bevallingen zijn gedefinieerd, is de bevalling van de baby slechts langs twee wegen mogelijk: vaginaal en abdominaal (keizersnede).

Natuurlijke bevalling is een type bevalling dat de vaginale route volgt, maar gebaseerd is op een principe van minimale interventie door mensen zoals het medisch team. Dit betekent niet dat de veiligheid in het gedrang komt, maar het doel is om niet opzettelijk in te grijpen.

Het is gebruikelijk dat er een figuur aan deelneemt die een doula wordt genoemd. Dit zijn mensen die getraind zijn om het proces op een speciale manier te begeleiden. Ze helpen de moeder bij haar bewegingen, zonder gebruik te maken van pijnstillende of verdovende medicijnen. Ook voorkomen ze dat de vrouw de hele tijd gaat liggen, en geven haar vrijheid in haar beslissingen.

Verschillende landen hebben deze zorg wettelijk vastgelegd in een wet op de gehumaniseerde bevalling. In deze wet is het recht van de moeder vastgelegd om te kiezen voor dit soort benadering waarbij zij centraal staat en niet gebaseerd is op medische opleggingen die een vorm van verloskundig geweld zouden kunnen zijn.

3. Waterbevalling

Een modaliteit die de laatste tijd terrein heeft gewonnen is de waterbevalling (Spaanse link). Deze bestaat uit het vaginaal uitdrijven van de baby in een vloeibaar medium. Hiervoor blijft de moeder ondergedompeld in een voor dit doel ontworpen zwembad.

De wetenschappelijke basis (Spaanse link) is valide en bevestigd. Het kind gaat van de ene vloeistof naar de andere. De vrouw profiteert ook van hydrotherapie, die de pijn van de weeën vermindert, evenals de inspanning van de uitdrijvingsfase. Dit is te danken aan het tegen gaan van de zwaartekracht van andere posities.

Dit type bevalling kan thuis worden uitgevoerd of in voor dit doel aangepaste klinieken, met ruimten die over zwembaden voor dit doel beschikken. Dit doet niets af aan medische begeleiding of begeleiding door doula’s.

4. Arbeidsinductie

Een bevalling kan vaginaal plaatsvinden na inductie. Dit bestaat uit de toepassing van medicijnen die bedoeld zijn om de weeën en de geboorte te stimuleren. De meestvoorkomende situatie waarin men voor inductie besluit te kiezen is een zwangerschap die de voorspelde geboortedatum heeft overschreden.

De vrouw wordt opgenomen en het medisch team past intraveneus, vaginaal of oraal farmacologische middelen toe om de weeën te stimuleren. Tegelijkertijd worden de dynamiek van de baarmoeder, de hartslag van de baby en de bloeddruk van de moeder gecontroleerd. Als de inductie succesvol is, verloopt de bevalling normaal.

Als er na een paar uur onvoldoende ontsluiting is, de weeën niet tot uitdrijving leiden, of de baby gevaar loopt, dan wordt een keizersnede uitgevoerd.

5. Geplande keizersnede

Keizersnede
Een keizersnede is een chirurgische ingreep. Ze kan gepland worden door de mogelijke bevallingsdatum in te schatten.

Een keizersnede is de bevalling van de baby via de buik van de moeder door middel van een chirurgische ingreep. Deze ingreep kan worden gepland, als de vermoedelijke bevallingsdatum en de obstetrische omstandigheden van de zwangerschap bekend zijn.

Er zijn vele redenen voor een keizersnede, en sommige vrouwen besluiten tot een keizersnede in plaats van een vaginale bevalling. Medische genootschappen dringen erop aan dat men deze procedure alleen gebruikt in klinische situaties die dit rechtvaardigen. Het is geen comfortabele optie, noch voor de vrouw, noch voor de arts.

6. Spoedkeizersnede

De zwangerschap kan gecompliceerd raken. Dit kan leiden tot een noodsituatie, waarbij de arts de baby moet verwijderen om zijn leven te redden. Het kan ook  nodig zijn om complicaties voor de moeder te voorkomen. Als de bevalling niet op gang komt, of om een of andere reden gevaarlijk wordt om uit te voeren, dan wordt een spoedkeizersnede uitgevoerd.

De situaties die tot deze ingreep leiden zijn ernstige maternale infecties met hoge koorts, en een spontane voortijdige breuk van de vliezen die niet gepaard gaat met weeën of eclampsie. De beslissing om het uit te voeren is een moeilijke, want het blijft een operatie met zijn eigen risicofactoren.

Elk type bevalling heeft zijn eigenaardigheden

De verschillende soorten bevallingen hebben voordelen en risico’s. Een keizersnede is niet natuurlijk, maar vaak wel de enige manier om het best mogelijke resultaat te bereiken.

Als je zwanger bent, is het essentieel dat je de bevalling en de keizersnede zo veel mogelijk met je verloskundige bespreekt. Vanaf het begin van de zwangerschap moeten zowel de bedoelingen van de moeder als de opties die haar ter beschikking staan duidelijk zijn.


Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.


  • Hernández-Hernández, Diana, et al. “Complicaciones maternas y neonatales secundarias a parto vaginal instrumentado con fórceps.” MÉDICA SUR SOCIED A SUR SOCIED A SUR SOCIEDAD DE MÉDICOS, AC AD DE MÉDICOS, AC 52 (2012).
  • España, José Andrés Calvache, and Juan Carlos Zafra Pedone. “Analgesia epidural para el trabajo de parto.” Iatreia 21.4 (2008): ág-355.
  • Intriago, Mariela G. Macías, et al. “Importancia y beneficios del parto humanizado.” Dominio de las Ciencias 4.3 (2018): 392-415.
  • Lits, Ruth Ysabel Tavera, María Verónica Aveiga Hidalgo, and Ana Morabia Gómez Vargas. “Papel de la enfermera como doula en la labor de parto humanizado.” Dilemas contemporáneos: Educación, Política y Valores (2019).
  • Felitti, Karina, and Leila Abdala. “El parto humanizado en la Argentina: activismos, espiritualidades y derechos.” Parterías de Latinoamérica. Diferentes territorios, mismas batallas (2018): 123-152.
  • Gesteira, Cecilia Rodríguez, and Mercedes Soto González. “Efectos maternos y neonatales del parto en el agua. Una revisión sistemática.” Clínica e Investigación en Ginecología y Obstetricia (2020).
  • Mallen-Perez, Laura, et al. “Uso de hidroterapia durante el parto: evaluación del dolor, uso de analgesia y seguridad neonatal.” Enfermería Clínica 28.5 (2018): 309-315.
  • Sampedrano, Istria Molinero, et al. “Impacto del cambio de fármaco utilizado en la inducción del parto: misoprostol vaginal versus dinoprostona.” Progresos de obstetricia y ginecología: revista oficial de la Sociedad Española de Ginecología y Obstetricia 59.4 (2016): 205-210.
  • Morgan-Ortiz, Fred, et al. “Frecuencia de las indicaciones de operación cesárea de acuerdo con la clasificación de robson.” Rev Med UAS; Vol 8.1 (2018).

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.