Allopurinol tegen jicht: bijwerkingen en indicaties

Je moet weten dat allopurinol een jichtaanval niet geneest, men gebruikt het vooral als preventiemethode wanneer iemand met andere medicijnen wordt behandeld.
Allopurinol tegen jicht: bijwerkingen en indicaties
Franciele Rohor de Souza

Beoordeeld en goedgekeurd door de apotheker Franciele Rohor de Souza.

Geschreven door Equipo Editorial

Laatste update: 23 november, 2022

Allopurinol is een medicijn voor de behandeling van jicht en voor het beheersen van hoge urinezuurspiegels in het lichaam. Het wordt voorgeschreven in gevallen waarin de jicht het gevolg is van bijwerkingen veroorzaakt door andere medicijnen. Denk bijvoorbeeld aan medicijnen gebruikt voor de behandeling van kanker en nierstenen.

Het dankt zijn werking aan zijn vermogen om de synthese van urinezuur te verminderen, wat verantwoordelijk is voor het veroorzaken van de klinische symptomen van jicht.

Hierdoor behoort Allopurinol tot de familie van geneesmiddelen die bekend staat als xanthine-oxidaseremmers. Dit is een enzym dat nodig is voor de synthese van urinezuur. In dit artikel leer je meer over dit proces.

Houd er echter rekening mee dat Allopurinol jichtaanvallen niet echt geneest. In plaats daarvan is het meer een preventiemethode voor patiënten die worden behandeld met andere geneesmiddelen, zoals de geneesmiddelen die we hierboven noemden.

Wat is jicht?

Allopurinol tegen jicht

Jicht manifesteert zich meestal als een type acute ontsteking van de gewrichten, meestal in de grote teen. Met andere woorden, jicht veroorzaakt een asymptomatische ontsteking in een gewricht terwijl het opzwelt en gedurende korte tijd pijn veroorzaakt.

Deze ontsteking treedt op vanwege de aanwezigheid van urinezuurkristallen (natriumuraat). Deze stof is een teveel aan urinezuur in het bloed.

Verhoogde niveaus van dit zuur hebben meestal te maken met slechte levensstijlgewoonten, zoals slechte voeding en alcoholgebruik. Wanneer deze niveaus op een duurzame manier normaliseren, lossen de kristallen meestal zonder problemen op.

Hyperurikemie is de toestand van een persoon met een hoog urinezuurgehalte. Hoewel deze aandoening vaak voorkomt (het treft 7% van de mannen), ontwikkelt slechts een minderheid van de mensen de karakteristieke jichtkristallen.

Wanneer een jichtaanval voorbij is, blijven sommige mononatriumuraatkristallen in hun gewrichten achter. Dus zelfs als de behandeling voorbij is, kan de persoon op elk moment een nieuwe jichtaanval krijgen.

Bijwerkingen van Allopurinol

Bijwerkingen komen vaker voor bij patiënten met nier- of leverinsufficiëntie. De reden hiervoor is dat Allopurinol in de lever wordt gemetaboliseerd en door de nieren wordt uitgescheiden. Door deze veranderingen kunnen de concentraties van geneesmiddelen in het lichaam dus toenemen of afnemen.

Hun effect neemt samen met die concentraties toe. Het is dus gemakkelijker voor een patiënt om bijwerkingen te ervaren. Laten we eens kijken naar de meestvoorkomende ongewenste effecten die dit medicijn veroorzaakt.

Huidreacties als gevolg van Allopurinol

Jeuk kan een bijwerking zijn

Deze komen het meest voor en kunnen op elk moment tijdens de behandeling met Allopurinol optreden. Denk bijvoorbeeld aan:

Als de eerste vier van deze reacties optreden, dan moet je de behandeling met dit medicijn stopzetten. Je kunt opnieuw beginnen en de dosis na herstel geleidelijk verhogen (link in het Spaans). Maar als je weer uitslag krijgt, moet je behandeling permanent stopzetten.

Gegeneraliseerde overgevoeligheidsreacties

Hoewel het niet vaak voorkomt, kunnen er enkele overgevoeligheidsreacties zijn, zoals:

  • Koorts
  • Stevens-Johnson- of Lyell-syndroom
  • Lymfadenopathie
  • Vasculitis (dit kan zich op verschillende manieren manifesteren, waaronder hepatitis, nefritis en epilepsie).

Als deze reacties optreden, moet je de behandeling met Allopurinol onmiddellijk en voor altijd stopzetten. In deze gevallen zal je arts hoogstwaarschijnlijk corticosteroïden voorschrijven om deze gegeneraliseerde overgevoeligheidssymptomen ongedaan te maken.

Gastro-intestinale aandoeningen

Misselijkheid door medicijnen is een bijwerking

De meestvoorkomende reacties in het spijsverteringssysteem zijn misselijkheid en braken. Om dit te voorkomen mag je Allopurinol nooit innemen na een maaltijd.

Granulomateuze hepatitis als gevolg van Allopurinol

Deze bijwerking gebeurt zelden zonder het duidelijke bewijs van een meer algemene overgevoeligheid. Zodra je de behandeling onderbreekt, lijken de bijwerkingen zich om te keren.

Conclusie

Allopurinol is een zeer effectief medicijn voor het voorkomen van jichtaanvallen veroorzaakt door de inname van andere medicijnen. Het is een medicijn alleen op medisch voorschrift verkrijgbaar.

Je mag dus niet aan zelfmedicatie doen, vooral omdat verkeerd gebruik van dit medicijn tot ernstige gezondheidsproblemen kan leiden. Raadpleeg je arts of apotheker voor eventuele vragen of voor informatie over eventuele bijwerkingen.


Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.


  • Singh JA, Gaffo A. Gout epidemiology and comorbidities. Semin Arthritis Rheum. 2020 Jun;50(3S):S11-S16.
  • Domínguez J, Trindade C, Alonso A, Castellano A et al. Hipersensibilidad al alopurinol: Eficacia de un protocolo de desensibilización en tres casos. An. Med. Interna (Madrid). 2001;18(1):27-28.
  • Rødevand E, Sletvold O, Kvande KT. Side effects off allopurinol. Tidsskr Nor Laegeforen. 2004 Oct 21;124(20):2618-9.
  • Childs L, Dow C. Allopurinol-induced hepatomegaly. BMJ Case Rep. 2012 Oct 19;2012:bcr2012007283.
  • Iqbal U, Siddiqui HU, Anwar H, Chaudhary A et al. Allopurinol-Induced Granulomatous Hepatitis: A Case Report and Review of Literature. J Investig Med High Impact Case Rep. 2017 Sep 8;5(3):2324709617728302.
  • Tilz H, Becker JC, Legat F, Schettini APM, Inzinger M, Massone C. Allopurinol in the treatment of acquired reactive perforating collagenosis. An Bras Dermatol. 2013;88(1):94–7.

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.