Het sundowning-syndroom bij bejaarden: symptomen en behandeling
De schemering van het leven treedt in, en daarmee ook de vervelende symptomen voor bejaarden die gediagnosticeerd zijn met het sundowning-syndroom. Zo wordt deze geriatrische aandoening ervaren door mensen met dementie, depressie, of de ziekte van Alzheimer.
Mensen met een sundowning-syndroom ervaren angst, wanhoop, gejaagdheid, prikkelbaarheid en pessimisme. Deze aandoening wordt ook wel sundowning genoemd en treedt op tussen 16.30 en 23 :00 uur. Naarmate het zonlicht vervaagt, treden gedragsstoornissen op, die verergeren naarmate iemands cognitieve achteruitgang toeneemt. Laten we dit eens nader gaan bekijken.
De symptomen van het sundowning-syndroom
Hoewel sommige mensen verschillende tekenen van het sundowning-syndroom vertonen, hebben anderen er wellicht maar eentje. Mensen met deze aandoening vertonen op dit uur van de dag echter vaak symptomen als:
- schreeuwen
- nervositeit
- verdriet
- huilen
- fluisteren
- koppig gedrag
- frustratie
- een gevoel van gevaar
Er zijn ook patiënten die zinnen herhalen, zich verstoppen, zich gewelddadig gedragen, hallucineren, voorwerpen verstoppen of te veel ronddwalen.
Onderzoek gepubliceerd in de Revista Argentina de Clínica Neuropsiquiátrica (Spaanse link) correleert de stemmingen van ouderen met de incidentie van de zonsondergang. De studie stelt dat verwarring en desoriëntatie tot uiting komen in angst, vrees, prikkelbaarheid, apathie en depressie.
De episoden beginnen meestal elke dag op hetzelfde tijdstip en duren zolang de zon ondergaat.
Wat kan de oorzaak zijn?
Een mogelijke biologische trigger voor zonsondergang is een verstoring van het circadiane ritme. Dit verwijst naar het niet op elkaar afgestemd zijn van de dagelijkse cycli die corresponderen met licht en donker, waardoor lichamelijke, mentale en gedragsveranderingen optreden.
Daarnaast heeft het volgen van patronen de volgende factoren aangemerkt:
- Te weinig of te veel licht kan leiden tot angst en verwarring, vooral bij mensen met zichtproblemen.
- Uitputting aan het eind van de dag, vooral als er nog dingen te doen zijn.
- Sociaal isolement, uitgelokt door beperkte mobiliteit.
- Onbekendheid met de omgeving, en ook met onverwachte veranderingen in hun omgeving.
- Onbevredigde lichamelijke behoeften, zoals honger, dorst, slaap, of hygiëne.
- Hormonale onevenwichtigheden en verstoringen van de interne biologische klok.
Dit artikel vind je misschien ook leuk:
Alzheimer en veranderingen in het slaappatroon
Wat te doen voor iemand die aan het sundowning-syndroom lijdt
Je moet de persoon die aan het syndroom lijdt goed kennen om hem te kunnen helpen. Door bijvoorbeeld gedragingen en routines op een bepaald tijdstip vast te stellen kun je adequaat handelen.
Omgevingsmaatregelen, zoals het veranderen van de kamer van de patiënt of het aanpassen van de verlichting, zijn ook nuttig. Je kunt ook activiteiten plannen die weinig inspanning vergen, zodat de oudere zich overdag kan bezighouden en ‘s nachts beter kan slapen.
Ook is het essentieel om een routine voor het eten toe te passen. De Alzheimer Stichting Spanje (Spaanse link) legt namelijk uit dat deze mensen de neiging hebben minder te eten, en naarmate de ziekte vordert kunnen ze lang ronddwalen, wat tot agitatie leidt.
Wat de farmacologische behandeling betreft, is het een goed idee zich tot medicijnen of supplementen te wenden als er symptomen zijn van depressie, slaapstoornissen, of erg hoge angstniveaus. Een arts moet de middelen goedkeuren en voorschrijven, en de verzorger moet op de mogelijke bijwerkingen letten.
Wanneer is het nodig naar een arts te gaan?
Je moet medische hulp zoeken zodra er tekenen van rusteloosheid of wanhoop optreden met het invallen van de schemering. Tijdens de eerste episoden wordt schemering vaak verward met waanideeën.
Het verschil is dat waanideeën op elk moment van de dag kunnen optreden. Met de hulp van de specialist kun je, behalve het onderscheiden van de aandoeningen, ook bepalen welke medicijnen nuttig zijn om de persoon die deze aandoening ervaart tot rust te brengen.
Misschien wil je ook lezen:
8 signalen van dementie die iedereen zou moeten kennen
Levensstijl en aanbevelingen bij het sundowning-syndroom
Verzorgers van ouderen met het sundowning-syndroom moeten meewerken met de hieronder genoemde richtlijnen om de veranderingen tot een minimum te beperken:
- Vermijd dutjes overdag. Hoe minder slaap iemand overdag krijgt, hoe beter hij ‘s nachts uitrust. Merk je echter dat dutjes voor iemand heilzaam zijn, dan moet hij zich niet laten ontmoedigen.
- Houd hun dieet in de gaten. Let op veranderingen of patronen die met bepaalde voedingsmiddelen samenhangen. Zorg er ook voor dat hun voeding in evenwicht is en vermijd daarbij grote hoeveelheden suikers en cafeïne. Alcohol, frisdrank en slaapverstorende stoffen zijn allemaal schadelijk.
- Plan activiteiten. Plan wandelingen of uitstapjes wanneer de patiënt actiever is, maar probeer niet zo veel dagelijkse activiteiten te doen dat ze hem of haar overweldigen.
- Lichaamsbeweging. Matige sporten die de spierkracht verhogen helpen agressief gedrag onder controle te houden, hun eetlust te verbeteren, spanningen te verlichten en het stressniveau te verlagen.
- Minimaliseer het lawaai. Vervang het geluid van radio’s, telefoons, en televisies door ontspannende muziek. Alles wat lawaai met zich meebrengt moet weggeschoven worden als de zonsondergang nadert.
- Werk aan de verlichting. Het verlichten van de kamers vermindert de effecten van de nacht. Ook moet de patiënt bij zonsopgang blootgesteld worden aan kunstmatig of natuurlijk licht, zodat hij niet wakker wordt omgeven door duisternis. Lichttherapie (Spaanse link) is een alternatief voor de behandeling van slapeloosheid op oudere leeftijd.
- Anticipeer op verrassingen. Als je een routine creëert die anticipeert op wat er kan gebeuren, kan dit de stressvolle gevolgen van eventuele verrassingen verminderen.
- Houd je aan medicatie. Slapeloosheid is draaglijker zonder medicijnen over te slaan. Zorg ervoor dat ze zich altijd aan de aanbevelingen van hun arts houden.
De rol van de verzorger bij het helpen van iemand met het sundowning-syndroom
Een verzorger moet geduld hebben en weten hoe te reageren op een episode. Het is essentieel om kalm te blijven en geen ruzie te maken, want de patiënt heeft geen controle over het syndroom en zijn houding is niet opzettelijk.
Het is een goed idee om de gevoelens van de persoon te valideren, uit te leggen dat je naar hem luistert, kalmte uit te stralen, en hem naar een activiteit te leiden die zijn gevoel van kalmte herstelt. Ook de familie of de thuisblijvers moeten zich houden aan de maatregelen om het comfort te verbeteren.
Het belangrijkste is dat als de verzorger hulp nodig heeft, hij er om moet vragen. Er zijn diverse instellingen die in deze gevallen kunnen helpen door begeleiding te bieden.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Alimentación sana y adecuada a su estado. Fundación Alzheimer España. 2017. http://www.alzfae.org/fundacion/669/alimentacion-sana-y-adecuada-a-su-estado
- Confederación Española de Alzheimer. https://www.ceafa.es/es/que-comunicamos/noticias/sundowning-en-el-alzheimer-el-mal-que-llega-con-las-sombras
- Fundación del Alzheimer de América. https://alzfdn.org/es/
- Hoja informativa sobre los Ritmos Circadianos. Instituto Nacional de Ciencias Médicas Generales. Estados Unidos; 2017. https://www.nigms.nih.gov/education/Documents/Spanish_circadian.pdf
- Moreno Toledo A. Correlatos de incidencia del ocaso en estados anímicos, agitación y conducta agresiva en ancianos: Síndrome Sundowning. Revista Argentina de Clínica Neuropsiquiátrica. Argentina; 2007. http://www.alcmeon.com.ar/14/53/toledo-5.pdf
- Amariles P, Faus M, García-Corpas J. Terapia lumínica: efectividad en el tratamiento del insomnio en pacientes de edad avanzada. Atención Primaria. Sociedad Española de Medicina de Familia y Comunitaria. España; 2008. https://www.elsevier.es/es-revista-atencion-primaria-27-articulo-terapia-luminica-efectividad-el-tratamiento-13116159