De verschillen tussen virussen en bacteriën

Het is makkelijk om virussen en bacteriën te verwarren. Er zijn echter meerdere verschillen tussen deze twee. Weet jij welke dit zijn? We nodigen je uit om te ontdekken hoe deze micro-organismen ons beïnvloeden en wat ze van elkaar onderscheidt.
De verschillen tussen virussen en bacteriën

Laatste update: 21 mei, 2020

Zowel virussen als bacteriën zijn micro-organismen die infecties kunnen veroorzaken en ons lichaam kunnen schaden. Het is soms moeilijk om de oorzaak van sommige infecties te achterhalen, gezien hun overeenkomsten. Virussen en bacteriën zijn echter heel verschillend.

Nu we midden in een wereldwijde epidemie zitten die wordt veroorzaakt door een virus (COVID-19), is het belangrijk om de kenmerken die virussen van bacteriën onderscheiden, nauwkeuriger te begrijpen. In de volgende paragrafen zullen we de details met je delen waar je van op de hoogte moet zijn.

Algemene verschillen tussen virussen en bacteriën

Een van de belangrijkste verschillen tussen virussen en bacteriën is dat virussen over het algemeen schadelijker zijn voor onze gezondheid en altijd ziekten veroorzaken. Bij bacteriën is dat echter niet altijd het geval.

Er zijn namelijk veel bacteriën die gewoon deel uitmaken van ons lichaam. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de bacteriën die de pH van ons spijsverteringskanaal (darmflora) op peil houden.

Het is echter niet altijd zo zwart-wit als dit. Een uit de hand gelopen populatie van de bacteriën in ons lichaam en sommige pathogene bacteriën veroorzaken ook ziekte. Dankzij bepaalde wetenschappelijke vooruitgang worden sommige virussen, ook wel bacteriofagen genoemd, gebruikt om bepaalde ziekten te behandelen.

De verschillen tussen virussen en bacteriën

Wat zijn de structurele verschillen?

Bacteriën zijn onafhankelijke micro-organismen. Dit betekent dat ze, gezien hun complexiteit en reproductieve vaardigheden, zelfstandig kunnen overleven. Maar dit is niet het geval bij virussen. Het is niet helemaal duidelijk of een virus buiten een complexere cel kan overleven.

Virussen missen de noodzakelijke ‘organen’ voor een eigen stofwisseling. Ze hebben ook een cel nodig die als gastheer fungeert om te kunnen reproduceren. Daarom zijn ze niet functioneel op individueel niveau en hebben ze altijd een geavanceerder organisme nodig om te overleven.

Virussen en bacteriën verschillen ook qua grootte. Bacteriën zijn bijna 100 keer groter dan virussen. Dit betekent dat we ze kunnen zien met een optische microscoop. Om een virus te kunnen observeren moet je echter een elektronische microscoop gebruiken.

Dit verschil in grootte heeft ook te maken met de complexiteit van elk organisme. Bacteriën bestaan uit een bacteriewand en een cytoplasma, met al zijn organellen erin. Virussen bestaan alleen uit genetisch materiaal en een buitenmembraan van eiwit.

Hoe kunnen virussen en bacteriën ons beïnvloeden?

Afgezien van de bacteriën die al onderdeel van ons lichaam zijn, vinden zowel bacteriën als virussen hun weg naar binnen. Ze doen dit via onze mond, neus, wonden op onze huid, bepaalde insectenbeten, enzovoort.

Eenmaal in ons lichaam kan ons immuunsysteem efficiënt reageren en eventuele gevolgen voorkomen. Aan de andere kant kunnen de micro-organismen infecties of ziekten veroorzaken. Virussen beïnvloeden ons lichaam door cellen te doden of beschadigen door zich eraan te hechten en zich voort te planten.

Bacteriën daarentegen veroorzaken schade door de bronnen van de cellen in ons lichaam te consumeren en zo giftige stoffen produceren. Deze stoffen staan bekend als toxinen. Hoewel de infecties die door virussen worden veroorzaakt meestal systemisch zijn, beginnen bacteriële infecties bijna altijd lokaal.

De resulterende pathologie en symptomen zullen in de eerste plaats afhangen van het type virus of bacterie. Maar ze zijn ook afhankelijk van de toestand van het immuunsysteem van de gastheer en de algemene kenmerken van de geïnfecteerde persoon.

Een microscopisch beeld van een virus

Hoe elk type organisme te behandelen

Uiteraard is ons immuunsysteem verantwoordelijk voor het bestrijden van infecties die door virussen en bacteriën worden veroorzaakt. Hoe beter ons immuunsysteem werkt, hoe sneller en effectiever het de invasie zal beheersen. Toch hebben we ook wat hulp van buitenaf.

Tegen bacteriën hebben we antibiotica, wat medicijnen zijn die tegen de celwand van de bacteriën werken en tegen hun reproductiemechanisme. Elk type bacterie reageert op bepaalde antibiotica. Omdat virussen geen celwand of niet hun eigen reproductiemiddelen hebben, zijn antibiotica er niet effectief tegen.

Naast antibiotica hebben we ook vaccins. Vaccins kunnen werken tegen virussen en bacteriën. Ze bestaan uit dode micro-organismen of fragmenten van inactieve micro-organismen. Elk vaccin maakt ons immuunsysteem alert op een specifieke ziekteverwekker om snel en effectief te reageren.

Virussen muteren veel sneller en gemakkelijker om zich aan te passen aan de organismen die ze willen koloniseren. Daarom is het moeilijk om een vaccin te ontwikkelen dat duurzaam en effectief tegen deze virussen is. Een voorbeeld is de griep. Elk jaar produceren wetenschappers een nieuw griepvaccin.

Tot slot hebben we ter bestrijding van virussen ook zogenaamde antivirale middelen. Deze werken op een manier die vergelijkbaar is met antibiotica, maar hun actie richt zich op verschillende delen van het virus.

Virussen en bacteriën: wat je moet begrijpen

Hoewel bacteriën en virussen op klinisch niveau vergelijkbaar lijken en vergelijkbare symptomen veroorzaken, hebben ze in feite veel verschillen. Zoals altijd, als je een infectie vermoedt of symptomen hebt, moet je een medische specialist raadplegen. Een arts zal een juiste diagnose kunnen stellen en de beste behandeling kunnen voorschrijven.


Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.



Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.