Alles wat je over pulmonale trombo-embolie moet weten

Pulmonale trombo-embolie is een ernstige ziekte die tot de dood van de patiënt kan leiden. Het is daarom belangrijk om een gezond leven te leiden en om niet te roken.
Alles wat je over pulmonale trombo-embolie moet weten
Diego Pereira

Beoordeeld en goedgekeurd door de dokter Diego Pereira.

Geschreven door Equipo Editorial

Laatste update: 22 december, 2022

Pulmonale trombo-embolie of een longembolie is een mogelijk fatale ziekte. Het treedt op wanneer delen van een trombus ergens in het veneuze gebied loskomen, migreren en in de longslagaders vast komen te zitten. In de meeste gevallen zijn de embolieën het gevolg van diepveneuze trombose van de extremiteiten.

Het resultaat is een zuurstoftekort in de longen en dit is een van de belangrijkste medische noodgevallen. De diagnose is bovendien niet eenvoudig, omdat er maar weinig aanwijzingen zijn die de arts er naar toe kunnen leiden.

Deskundigen schatten dat de incidentie van pulmonale trombo-embolie 1 geval per 1000 inwoners per jaar is. Het werkelijke cijfer is echter waarschijnlijk hoger. Volgens de gegevens van het Spaanse Ministerie van Volksgezondheid werden in 2010 22.250 gevallen gediagnosticeerd met een sterftecijfer van 8-9%.

Oorzaken van pulmonale trombo-embolie

Werking van de longen in het lichaam

In de meeste gevallen, ongeveer 95%, vormt de trombus of het stolsel zich in de aderen van de onderste ledematen. Het stolsel migreert via de bloedbaan vervolgens naar de longslagader.

Het kan zowel op luchtbasis als op vetbasis zijn. In het eerste geval hebben we met een gasvormige embolie te maken en in het tweede geval met een vetembolie. Deze blokkade treft voornamelijk de longen en het hart.

  • Een deel van de longen ontvangt geen veneus bloed, dat zuurstofarm is en de long kan het bloed daarom niet van zuurstof voorzien. Dit feit zal een negatieve invloed op de hoeveelheid zuurstof hebben die later de rest van de organen en weefsels van de patiënt zal bereiken.
  • Het hart zal bloed naar de longen blijven pompen, maar door de blokkade is er een obstakel om de long te bereiken. Daardoor zal de druk in de longslagader toenemen. Dit verzwakt vervolgens de rechterventrikel van het hart, de hartkamer die zuurstofarm bloed naar de longen stuurt.

Risicofactoren

Er zijn verschillende risicofactoren (Spaanse link) die het ontstaan van pulmonale trombo-embolie bevorderen. De belangrijkste risicofactoren zijn onder andere:

  • Fracturen van de onderste ledematen en recente operaties.
  • Langdurige bedrust of immobilisatie.
  • Lange reizen (meer dan 8 uur).
  • Hypercoagulatie.
  • Behandelingen van kanker en chemotherapie.
  • Obesitas.
  • Gebruik van tabak.

Misschien ook interessant om te lezen:
Veneuze trombose door anticonceptiva

Symptomen van pulmonale trombo-embolie

Vrouw ligt ziek in bed

De klinische manifestaties van pulmonale trombo-embolie zijn niet specifiek. Dit is de reden waarom een vroege diagnose moeilijk is. Enkele symptomen die kunnen optreden bij een longembolie zijn onder andere:

  • Verstikkend gevoel: kleine embolieën die geen ernstige symptomen veroorzaken, kunnen dit gevoel veroorzaken. Dit is mogelijk het enige symptoom als er geen longinfarct is.
  • Versnelde ademhaling: vergezeld van angst en opwinding.
  • Acute pijn op de borst: vooral als de patiënt diep inademt.
  • Duizeligheid en flauwvallen of stuiptrekkingen.
  • Cyanose of plotselinge dood: deze symptomen kunnen in gevallen optreden waarin patiënten meer dan één groot afgesloten longbloedvat hebben.
  • Hoesten, met bloed getint sputum en koorts.

Mensen met terugkerende pulmonale trombo-embolie ontwikkelen gedurende weken, maanden of jaren vaak progressief bepaalde symptomen. Deze omvatten een chronisch gevoel van verstikking, zwelling van de enkels of benen en een algeheel gevoel van zwakte.

Behandeling

Behandeling in de acute fase van pulmonale trombo-embolie (Spaanse link) heeft tot doel de patiënt te stabiliseren, symptomen te verlichten, de vasculaire obstructie op te lossen en verdere problemen te voorkomen.

Normaal gesproken bereiken artsen deze doelen door de toediening van intraveneuze anticoagulantia. Ze dienen deze behandeling dan gedurende de eerste 5-10 dagen toe, waarbij heparine het voorkeursmiddel voor de behandeling van pulmonale trombo-embolie is.

De behandeling verschilt in het geval van meer kritische patiënten of mensen die om een of andere reden geen anticoagulantia kunnen krijgen. Deze gevallen vereisen andere behandelingen zoals fibrinolyse om het oplossen van het stolsel te versnellen. Er kan ook een filter in de vena cava worden geplaatst om te voorkomen dat nieuwe trombi naar de long migreren.

Als de patiënt eenmaal thuis is, krijgt hij uiteindelijk orale anticoagulantia. Het meest gebruikte medicijn is als Sintrom bekend. Over het algemeen is de toediening ervan voor een periode van minimaal 3 maanden geïndiceerd. Bij patiënten met een groter risico op pulmonale trombo-embolie wordt deze kwartaalperiode gewoonlijk verlengd en moeten zij de rest van hun leven medicijnen slikken.


Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.


  • Aguilar, M. P., Muñoz, M. P., & Gama, C. F. (2003). Tromboembolia pulmonar. Medicina Interna de Mexico. https://doi.org/10.1016/j.recesp.2014.12.002
  • Pulido, T., Reyes-Fuentes, L. F., Beltrán-Gámez, M., Rodríguez, A., Rosado, C., del Valle-Zamora, K., … Sandoval, J. (2012). Tratamiento de tromboembolia pulmonar aguda. Archivos de Cardiologia de Mexico.
  • Bautista-Bautista, E. G., Gutiérrez-Fajardo, P., Ramírez, A., & Hernández-Hernández, J. (2007). Diagnóstico de la tromboembolia pulmonar. Gaceta Medica de Mexico. https://doi.org/10.1080/00220388.2016.1205735

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.