Waar dienen spijsverteringsenzymen voor?
Spijsverteringsenzymen zijn moleculen die voedsel in eenvoudigere porties afbreken, zodat je lichaam de voedingsstoffen op kan nemen die het nodig heeft. Door specifieke functies te vervullen versnellen ze chemische reacties. Zonder hen kan je lichaam het spijsverteringsproces niet uitvoeren.
Het is belangrijk om te weten dat enzymen zich in verschillende delen van het spijsverteringskanaal bevinden, van speeksel, maag en alvleeskliersap tot darmafscheidingen. Hun locatie heeft ook betrekking op de functie die ze vervullen en de voorwaarden die ze nodig hebben om te activeren. Laten we ze eens wat beter bekijken.
Wat zijn spijsverteringsenzymen?
Spijsverteringsenzymen spelen een belangrijke rol in je gezondheid. Dankzij enzymen kun je de dingen verteren. Enzymen zijn moleculen, gewoonlijk eiwitten, die het lichaam aanmaakt. Ze vervullen door middel van vele chemische reacties hun functie in het lichaam, maar elk is specifiek en heeft unieke substraten waarop het inwerkt.
Dit betekent dat, hoewel er verschillende soorten enzymen zijn, het ontbreken ervan tot bepaalde problemen kan leiden. Dit is namelijk het geval bij lactasedeficiëntie, het enzym dat melksuiker afbreekt, waardoor lactose-intolerantie ontstaat.
Soorten spijsverteringsenzymen
Zoals we al zeiden, zijn er verschillende soorten spijsverteringsenzymen en elk van hen werkt op een bepaalde voedingsstof of substraat. Dit zijn onder andere:
- Speeksel- en alvleesklier-amylasespiegels zetten zetmeel om in glucose.
- Maag- en alvleesklier lipase breken lipiden af in vetzuren en glycerol.
- Cholesterolase en fosfolipase breken cholesterol en fosfolipiden af.
- Proteasen worden in hun inactieve vorm aan het darmkanaal uitgescheiden en zijn dus verantwoordelijk voor het afbreken van eiwitten.
Waar dienen enzymen voor?
Zoals we al aangaven, zonder spijsverteringsenzymen kan je lichaam de voedingsstoffen in voedsel niet afbreken. Je lichaam ze dan niet opnemen. Hun actie is vrij complex, dus we zullen hieronder uitleggen hoe ze werken.
1. Afbraak van koolhydraten
De vertering van deze voedingsstof begint in de mond, waar speekselamylase zijn effect begint uit te oefenen. Vaak is het effect ervan beperkt, omdat het van de kauwtijd afhangt.
Een studie gepubliceerd in het International journal Molecular Sciences (Engelse link) suggereert dat als iemand voldoende op wit brood kauwt, hij als gevolg van de afbraak van zetmeel een licht zoete smaak kan ervaren.
Alvleesklier-amylase zet het proces van het afbreken van koolhydraten voort. Het sap dat door de alvleesklier wordt geproduceerd, komt vrij wanneer de maag zijn inhoud in de dunne darm leegt.
Dit enzym wordt aangetroffen in het pancreassap en er zijn ook lipasen en proteasen. Vervolgens kan je lichaam de eenvoudigste eenheden koolhydraten, glucose, fructose en galactose opnemen.
2. Afbraak van eiwitten
Eiwitvertering begint in de maag met pepsine, geproduceerd door de maag. Het grootste deel van de eiwitvertering vindt dan plaats in het eerste en tweede deel van de dunne darm, waar pancreasproteasen werken.
Deze proteasen bereiken de darm in hun inactieve vorm. Dit kom, omdat als ze eerder zouden worden geactiveerd, ze de alvleesklier kunnen verteren en grote complicaties kunnen veroorzaken.
3. Vetafbraak
Lipidenvertering begint in de maag met maaglipase en is goed voor 10% van de totale spijsvertering. Vervolgens zet de alvleesklier-lipase deze actie voort wanneer de vetten de darm bereiken en de darm 90% van de afbraak doet.
Om de enzymen die vetten en cholesterol afbreken goed te laten werken, hebben ze dus gal nodig. De lever maakt dit aan en het wordt vervolgens in de galblaas opgeslagen.
Met de aankomst van de vetten in het darmkanaal en aangemeld door zenuwsignalen, geeft de galblaas gal af, zodat het respectievelijk kan samenwerken met de:
- Lipasen
- Fosfolipasen
- Cholesterolase
Misschien ook interessant om te lezen:
Het beste dieet na de verwijdering van de galblaas
Factoren die de enzymproductie beïnvloeden
De alvleesklier geeft spijsverteringsenzymen af aan de twaalfvingerige darm om koolhydraten, lipiden en eiwitten af te breken. Er zijn verschillende factoren die de productie of werking van enzymen kunnen beïnvloeden. Enkele van de meestvoorkomende situaties waarbij dit kan gebeuren zijn onder andere:
- Slechte voeding
- Aandoeningen van het maag-darmkanaal
- Malabsorptie
- Pancreasinsufficiëntie
- Cystische fibrose
- Veroudering
Een laatste opmerking over spijsverteringsenzymen
Spijsverteringsenzymen spelen een zeer belangrijke rol bij het afbreken van de voedingsstoffen (Engelse link) die in voedsel zitten. Als het lichaam goed werkt, dan werken enzymen ook optimaal om koolhydraten, vet en eiwitten te metaboliseren.
Wanneer zich echter een stofwisselingsziekte voordoet of een situatie die de enzymproductie verandert, dan is het waarschijnlijk dat voedsel niet naar behoren zal worden afgebroken. Als gevolg hiervan zal dit tot malabsorptie of ondervoeding leiden.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- García Luna P, López Gallardo G. Evaluación de la absorción y metabolismo intestinal. Nutr Hosp. 2007;22(2):5-13.
- Woolnough J, Bird A, Monro J ,Brennan C. El efecto de una breve exposición a α-amilasa salival durante la masticación en los subsiguientes perfiles de curva de digestión in vitro de almidón.Int J Mol Sci.2010;11(8): 2780–2790.
- Segura Campos M, Chel Guerrero L, Betancur Ancona D.Efecto de la digestión en la biodisponibilidad de péptidos con actividad biológica. Rev Chil Nutr Vol. 2010; 37(3): 386-391.