Is je energieverbruik lager als je meer oefeningen doet?

In een nieuw onderzoek heeft men vastgesteld dat lichamelijke activiteit een energiegrens heeft. Ga je voorbij die grens, dan verbruik je geen energie meer. Deze grens ligt niet hoger als je de intensiteit van je training verhoogt.

Een intense trainingssessie betekent niet dat je energieverbruik hoger ligt. Dat komt omdat het lichaam in staat is zich na een tijdje aan te passen aan elke activiteit. Dat is tenminste wat men uit een recent onderzoek afleidt.

Duizenden mensen brengen lange uren trainend door in sportscholen. Dat komt omdat men altijd heeft gezegd dat hoe intenser de training, hoe meer calorieën je verbrandt.

Bepaalt de mate van inspanning het energieverbruik?

Het is inderdaad waar: lichamelijke activiteit is bepalend om een gezond en stabiel gewicht te behouden. Maar wanneer je te ver gaat, dan kan je ervoor zorgen dat het niet meer zo doeltreffend is als je misschien denkt.

Dit is een bewering van Herman Ponzer, die zijn besluit afleidt uit een recent onderzoek. Ponzer is onderzoeker aan de University of New York. Dit is wat hij in zijn onderzoek beweert: mensen die oefeningen doen met een hoge intensiteit, verbranden evenveel calorieën als wie oefeningen van een matige intensiteit doet.

Onderzoeksresultaten

De resultaten van het onderzoek werden gepubliceerd in het tijdschrift Current Biology. In het artikel zegt men dat fysieke activiteit een energieverbruiksgrens heeft. Deze grens verhoogt niet als gevolg van de intensiteit van de training.

Dit toont opnieuw aan hoe gemakkelijk het menselijk lichaam zich aanpast aan veranderingen. Op dit manier kan het de energie onder controle houden en een geschikt energiepeil behouden.

Het onderzoek naar energieverbruik

In de zomer van 2010 had de onderzoeker Herman Ponzer een interessante ontmoeting met een van de laatste stammen van jager-verzamelaars in Afrika: de Hadza.

Als gevolg van deze ervaring heeft hij zich erop toegelegd om te bestuderen hoe deze mensen hun energie gebruiken, want zij lopen tenslotte elke dag ongeveer tien kilometer. Ze gebruiken ook hun lichaamsvermogen voor meerdere dagelijkse taken.

Het onderzoek werd uitgevoerd met mannen en vrouwen

Ponzer selecteerde uit deze populatie een groep van dertig mannen en vrouwen. Hij vroeg hen om een beetje water te drinken dat vermengd was met waterstof- en zuurstofisotopen. Na het geven van deze atomen, hield hij hen onder toezicht door de urine van de vrijwilligers te controleren. Deze methode gebruikte hij om te bepalen hoeveel energie ze verbruikten.

Energie-aanpassing

Zijn hypothese vloeide voort uit gezond verstand: hij dacht dus dat deze mensen meer calorieën zouden verbranden, want ze waren tenslotte actiever dan sedentaire bevolkingsgroepen in andere delen van de wereld. Maar tot zijn verbazing stelde hij vast dat het verschil minimaal en bij sommigen zelfs nul was.

Dat is omdat het lichaam van de Hadza’s zich had aangepast aan hun levensstijl. Bovendien hebben zij een evenwicht in energie dat vergelijkbaar is met die van stedelijke bevolkingsgroepen.

Deze eerste vaststellingen werden in 2012 gepubliceerd in het tijdschrift PLoS ONE. Die gegevens hebben de aanzet gegeven tot een ander onderzoek.

Energie en zwaarlijvigheid

Het volgende onderzoek van Ponzer verscheen in Current Biology. Dit onderzoek stelde ook een ander aspect aan de kaak: een aantal strategieën die gebruikt worden om zwaarlijvigheid te voorkomen.

Men focuste zich op deze aanname: om je lichaamsmassa te verminderen, moet je meer energie verbranden door lichamelijk trainingssessies te doen van een hoog energiepeil. Toch hebben vele patiënten met overgewicht en zwaarlijvigheid al aangetoond dat deze strategie niet de meest doeltreffende is.

Ponzer en zijn groep onderzoekers hebben gedurende een week de gegevens verzameld van driehonderd mannen en vrouwen. Hij heeft het niveau van hun oefeningen en hun dieet gemeten.

Opvallende uitkomsten

In de analyse stelde hij vast dat er in de aanvangsfase een duidelijk verband is tussen de lichamelijke activiteit en het verbruik van energie. Maar na een reeks of na een bepaalde intensiteit van bewegingsoefeningen stabiliseerde het energiegebruik zich. Dan is het alleen mogelijk om een bepaalde hoeveelheid energie te verbranden.

Hij stelde ook vast dat hoe groter de hoeveelheid lichaamsvet bij een persoon, hoe meer energie die persoon verbrandde.

Analyse van de voordelen van oefeningen

De onderzoeker beklemtoonde dat het niet zijn bedoeling was om met zijn onderzoeksresultaten verwarring te veroorzaken over de voordelen van oefeningen. Hij stelde:

Hij was heel duidelijk over een erg belangrijk aspect, want hij voegde ook toe dat hij op dit moment geen enkel gedetailleerd gegeven bezit over de leefstijl van de vrijwilligers die deelgenomen hebben aan het onderzoek.

Het doen van een matige oefening is al effectief

Maar hij zegt toch dat drie kilometer wandelen in een snel tempo een voorbeeld is van een matige oefening. Dat betekent met andere woorden dat je dagelijks slechts enkele minuten hoeft te investeren.

De auteurs willen een nieuw onderzoek naar energieverbruik opstarten.

Ze willen bepalen hoe het lichaam reageert op een stijging van de lichamelijke activiteit en hoe de hoeveelheid gebruikte energie in evenwicht brengt. Om dit te onderzoeken, willen ze bestuderen hoe het menselijk lichaam reageert op veranderingen in de activiteit. Misschien zullen ze bijvoorbeeld het immuunsysteem of het voortplantingssysteem onderzoeken.

Dit zou een verklaring kunnen zijn voor het proces waarbij het lichaam zich aanpast aan grotere lichamelijke eisen.

Blijf op de hoogte van dit interessante onderzoek naar energieverbruik!