Een anterieure vaginale prolaps of cystocele: oorzaken en behandeling
Anterieure vaginale prolaps of cystocele is een aandoening waarbij de blaas uit zijn gebruikelijke positie zakt en druk uitoefent op de wanden van de vagina. Dit komt door uitrekking en verzwakking van de ondersteunende weefsels in dat gebied.
Er zijn geen gegevens over het aantal vrouwen dat deze aandoening heeft. Velen van hen ervaren geen symptomen of raadplegen geen arts. Naar schatting heeft meer dan de helft van alle vrouwen die bevallen zijn een zekere mate van bekkenorgaanverzakking.
De aandoening staat ook bekend als een anterieure vaginawandverzakking, verzakte blaas en gedropte blaas. In dit artikel richten we ons op de oorzaken en behandeling van deze pathologie.
Wanneer spreken we van een cystocele?
Als we het over de bekkenorganen hebben, bedoelen we de blaas, de baarmoeder en de darmen. Deze worden allemaal op hun plaats gehouden door de spieren en bindweefsels in de bekkenbodem.
Als deze spieren en weefsels hun werk niet goed doen, kan de blaas van zijn plaats glijden. Zodra dit gebeurt, begint de blaas zelf op de voorwand van de vagina te drukken, en ontstaat er een voorste vaginale prolaps of cystocele.
Dit alles veroorzaakt een gevoel van druk in het bekken en soms een knobbel in de vagina, die al dan niet voelbaar is. Er zijn ook problemen met plassen, zoals moeite met plassen, vaak naar het toilet moeten, het gevoel de blaas niet helemaal geleegd te hebben, of incontinentie.
We denken dat je dit artikel misschien ook interessant vindt om te lezen:
Postmenopauzale vaginale atrofie
Oorzaken van cystocele
Een anterieure vaginale prolaps of cystocele wordt veroorzaakt door uitrekking of verzwakking van de spieren, pezen en weefsels die de blaas op zijn plaats houden. Waarom gebeurt dit nu?
Soms is het gewoon het verstrijken van de tijd. Met het ouder worden worden spieren en pezen kwetsbaarder. Een anterieure vaginale prolaps of cystocele kan echter op elke leeftijd ontstaan, door chronische overbelasting of trauma.
De meestvoorkomende oorzaak van deze aandoening is een bevalling. Het komt ook voor bij mensen met frequente constipatie of chronische hoest. Het kan ook voorkomen na een operatie in het bekkengebied. Of ook bij mensen die onderliggende ziekten hebben, zoals het Ehlers-Danlos syndroom.
Risicofactoren
We kunnen stellen dat de belangrijkste risicofactoren voor het ontwikkelen van een anterieure vaginale prolaps of cystocele de volgende zijn.
- Meervoudige zwangerschappen.
- Baby’s met een hoog geboortegewicht.
- Vaginale bevalling, vooral als hierbij instrumenten nodig zijn.
- Menopauze. In deze fase neemt de oestrogeenproductie af, wat het verlies van weefselelasticiteit vergemakkelijkt.
- Een eerdere hysterectomie of bekkenreconstructie.
- Veelvuldig zwaar tillen.
- Overgewicht.
Niet-operatieve behandelingen
Als het geval van een anterieure vaginale prolaps of cystocele mild is, kan het zijn dat er geen specifieke aanpak nodig is. De arts houdt rekening met factoren als leeftijd, algemene gezondheid, ernst van de aandoening, kinderwens in de toekomst en seksuele activiteit om de beste behandeling te bepalen.
In principe kan men kiezen voor conservatief en niet-invasief. Er zijn twee opties: bekkenbodemoefeningen en het gebruik van een vaginaal pessarium.
Vind je dit artikel leuk? Misschien vind je dit artikel interessant leuk om te lezen:
Schimmelinfecties na seks: vaginale candidiasis
Bekkenbodemoefeningen
Deze zijn beter bekend als kegeloefeningen , die tot doel hebben de bekkenbodemspieren te versterken. Ze bestaan uit het doen van samentrekkingen van de spieren in het gebied, deze vasthouden en 10 keer per dag herhalen. Je fysiotherapeut of arts kan je de juiste manier leren om ze te doen.
Vaginale pessarium
Het pessarium is een rubberen of plastic ring die in de vagina wordt ingebracht om de vaginawand te ondersteunen. Dit geeft steun aan de blaas.
Het hulpmiddel geneest geen anterieure vaginale prolaps of cystocele, maar het geeft wel symptoomverlichting. Het pessarium moet men regelmatig verwijderen en schoonmaken.
Chirurgische behandeling van cystocele
Als niet-chirurgische behandelingen voor Anterieure vaginale prolaps of cystocele niet werken of als het geval zeer ernstig is, moet een operatie (Spaanse link) worden overwogen. De ingreep kan bestaan uit een reparatie van de cystocele, plaatsing van een urethrale sling, of beide.
Operatie voor een Anterieure vaginale prolaps of cystocele reparatie.
Deze operatie noemt men ook wel anterieure colporrafie. Het doel is om de blaas weer in zijn normale positie te brengen.
Ook worden de betrokken spieren en weefsels aangespannen, met hechtingen, om verdere verplaatsing te voorkomen. Als er sprake is van incontinentie, kan de arts die in dezelfde procedure corrigeren.
Operatie voor plaatsing van urethrale sling
Het is een andere optie om Anterieure vaginale prolaps of cystocele te corrigeren. Het bestaat uit het plaatsen van een stuk gaas, ook wel matje genoemd, rond de plasbuis, dat de uiteinden verbindt met het schaambeen. Dit gaas (Spaanse link) is permanent, en het doel ervan is hetzelfde als in het vorige geval: de blaas weer op zijn plaats brengen en voorkomen dat hij zich verplaatst.
Kan een cystocele voorkomen worden?
Een Anterieure vaginale prolaps of cystocèle als zodanig kan niet voorkomen worden. Het is echter wel mogelijk om enkele maatregelen te nemen om het risico dat het verschijnt te verkleinen. De meest effectieve zijn kegeloefeningen, die elke vrouw vaak zou moeten doen.
Het is ook raadzaam om een adequaat gewicht te handhaven, chronisch hoesten en constipatie onder controle te houden, en zware voorwerpen met de juiste techniek op te tillen. Chirurgie corrigeert een Anterieure e vaginale prolaps of cystocele, hoewel het in sommige gevallen terugkomt.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- García López, A. J. (2002). Prolapso de órganos pélvicos. Iatreia, 15(1), 56-67.
- Boggio, G. S. (1975). Tratamiento quirúrgico de la relajación de la pared anterior de la vagina. Revista Peruana de Ginecología y Obstetricia, 21(1-2-3), 167-171.
- Delgado, David, José Grande, and Jorge Salvador. “Colpopexia anterior y uretrosuspensión con monoprótesis en el tratamiento quirúrgico del cistocele e incontinencia urinaria de esfuerzo.” Revista Peruana de Ginecología y Obstetricia 56.1 (2010): 33-39.
- Palma, P., Riccetto, C., Hernández, M., & Olivares, J. M. (2008). Prolapsos urogenitales: Revisión de conceptos. Actas urológicas españolas, 32(6), 618-623.
- Solá, Vicente, Paolo Ricci, and Enríque Guiloff. “Mallas protésicas en el tratamiento quirúrgico del prolapso genital en la mujer.” Rev. Med. Clin. Condes (2005): 168-179.