Wat zijn geslachtshormonen en wat doen ze?

Naast het beheersen van de ontwikkeling van secundaire kenmerken, nemen geslachtshormonen deel aan meerdere functies in je lichaam, zoals botgroei of de productie van rode bloedcellen.
Wat zijn geslachtshormonen en wat doen ze?
Alejandro Duarte

Beoordeeld en goedgekeurd door de biotechnoloog Alejandro Duarte.

Geschreven door Equipo Editorial

Laatste update: 22 december, 2022

Geslachtshormonen zijn chemische stoffen die in de geslachtsorganen worden gesynthetiseerd. In de eierstokken in het geval van vrouwen en in de testikels in het geval van mannen.

Hun synthese is direct afhankelijk van een ander hormoon, GnRH in het hersenaanhangsel (hypofyse), die tegelijkertijd gonadotropines afscheidt. Deze zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor het stimuleren van de zaadbal of de eierstok.

De grondstof van geslachtshormonen is cholesterol, dat wordt gedifferentieerd in de mannelijke en vrouwelijke geslachtshormonen. Deze hormonen kunnen worden gemaakt om de kwaliteit van leven van patiënten met ziekten zoals borst- of prostaatkanker of om vruchtbaarheid en de baarmoederdynamiek te verbeteren.

Onder de vrouwelijke geslachtshormonen bevinden zich oestrogenen en progestagenen, beide geproduceerd in de eierstokken. Wat betreft de mannelijke geslachtshormonen, gaat het om androgenen, geproduceerd in de testikels.

Vrouwelijke geslachtshormonen

Oestrogenen

Oestrogenen

Oestrogenen zijn verantwoordelijk voor het differentiëren van de vrouwelijke secundaire geslachtskenmerken. Ze zijn ook verantwoordelijk voor het beheersen van de menstruatiecyclus en het faciliteren van botgroei bij vrouwen.

Wanneer ze worden uitgescheiden, neemt de aanmaak van progesteronreceptoren in de baarmoeder toe. Dit bevordert een reeks acties die we later zullen uitleggen.

Oestrogenen hebben ook metabole en cardiovasculaire functies, omdat ze natrium, zout en water vasthouden. Natriumretentie heeft gevolgen bij vrouwen in de menopauze. Omdat ze zo absorberend zijn kunnen ze namelijk verlies van botmassa veroorzaken. Dit is de reden waarom veel vrouwen een hormonale behandeling moeten ondergaan.

Wanneer iemand een behandeling met een hoge dosis oestrogenen ondergaat, werken deze geslachtshormonen als anticonceptimiddelen, naast dat het:

  • Glucosetolerantie verlaagt.
  • De productie van stollingsfactoren en plasminogeen verhoogt en de productie van protrombine III vermindert, wat het risico op bloedstolsels verhoogt.
  • De productie van renine en angiotensine verhoogt en de afgifte van aldosteron helpt te bevorderen. Je moet je bloeddruk in de gaten houden, omdat de waarden door deze factoren kunnen veranderen.

Progesteron of progestagenen

Progesteron of progestagenen

Zoals we al eerder vermeldden, zorgt de afgifte van oestrogenen er onmiddellijk voor dat het aantal progesteronreceptoren toeneemt, wat de interactie tussen beide vergemakkelijkt.

Wanneer progesteron zich aan zijn receptoren bindt, is het directe gevolg dat het aantal verbindingen tussen oestrogenen en hun receptoren vermindert. Dit is een goede zaak, omdat progesteron hyperplasie van het baarmoederslijmvlies voorkomt.

Zoals we al zeiden, zijn oestrogenen de hormonen die verantwoordelijke zijn voor vrouwelijke secundaire geslachtskenmerken, zoals de baarmoeder.

Daarom kan bovengenoemde ziekte zich ontwikkelen als oestrogenen hun activiteit behouden of toenemen. Op deze manier transformeren de progestagenen het oestrogeen-endometrium in een secretoir endometrium

Aan de andere kant is progesteron het geslachtshormoon dat de baarmoeder voorbereidt op zwangerschap. Dus wanneer de progesteronspiegels dalen, begint de menstruatie. Het bevordert ook de productie van moedermelk in de borsten.

In tegenstelling tot oestrogenen blokkeert dit hormoon aldosteronreceptoren. Daarnaast verhoogt het tijdens de ovulatie de lichaamstemperatuur met 0,5 ºC.

Mannelijke geslachtshormonen

Androgenen

Androgenen zijn de mannelijke geslachtshormonen

Androgenen hebben een vermannelijkende werking. Ze vergemakkelijken de ontwikkeling van mannelijke geslachtsorganen en secundaire geslachtskenmerken. Synthetische androgenen worden gebruikt om ziekten te behandelen zoals:

  • Hypogonadisme bij mannen
  • Bloedarmoede: ze verhogen de productie van erytropoëtine in de nieren vanwege de anabole werking
  • Borstcarcinoom: in refractaire gevallen en andere behandelingen als een adjuvans
  • Anorexia

De anabole werking is te wijten aan het feit dat ze de eiwitsynthese verhogen, waardoor ze de spiermassa vergroten. Onder de functies van geslachtshormonen vinden we de stimulatie van spermatogonese in de seminiferous tubuli. Daarnaast bevordert het de rijping van spermatiden in het sperma.

Het bevordert ook de groei van de penis, het scrotum en de secretoire seksuele klieren, evenals die van de testikels. Tot slot verhogen ze de groei van schaamhaar en het libido, dat wil zeggen, het seksuele verlangen.


Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.


  • Soediono, B. (1989). HORMONAS SEXUALES. Journal of Chemical Information and Modeling. https://doi.org/10.1017/CBO9781107415324.004
  • Guyton, A., & Hall, J. (2011). Fisiología femenina antes del embarazo y hormonas femeninas. In Guyton & Hall: Tratado de fisiologia médica.
  • Barañao, R. I. (2009). Hormonas sexuales y respuesta inmunológica. Saegre.
  • Cachofeiro, V. (2009). Alteraciones del colesterol y enfermedad cardiovascular. Lopez Farré A., Macaya Miguel C. et al Libro de la salud cardiovascular. 1ª ed. Bilbao: Fundación BBVA, 131-139.
  • García Ayala, E., Cárdenas Mastrascusa, L., Sandoval Martínez, D., & Mayorga Anaya, H. (2010). Hiperplasia endometrial: análisis de serie de casos diagnosticados en biopsia endometrial. Revista chilena de obstetricia y ginecología, 75(3), 146-152.
  • Amado, J. A., & Flórez, J. (2003). Hormonas sexuales: estrógenos, gestágenos, andrógenos y anticonceptivos hormonales. Farmacología humana. 4ª Ed. Barcelona: Masson, p887-912.
  • Brito, C. (2014). Regulación de la eritropoyesis. Facultad de medicina de la Universidad de Chile, 2.

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.