Emotionele ontbering: een gebrek aan voedsel voor de ziel
Emotionele ontbering is de oorzaak van een hoop kwalen.
Liefkozingen kunnen ons per slot van rekening helen. Knuffels geven ons het gevoel veilig en geliefd te zijn. Een blik vol genegenheid is een manier om de ziel op te vrolijken.
Kan iemand echt ziek worden als hij niet genoeg van dit soort genegenheid krijgt? Het antwoord is ja.
Mensen zijn sociale en emotionele wezens. We hebben behoeften aan emotionele banden om te kunnen overleven en om deel uit te kunnen maken van een groep. Als onze dagelijkse interacties gekenmerkt worden door egoïsme, koudheid, bedrog of wantrouwen, dan heeft dit een negatieve invloed op ons zelfvertrouwen.
Daarna glijden we langzaam in een trage, neerwaartse spiraal van zelfvernietiging. We gaan enorm aan onszelf twijfelen. Zo vragen we onszelf bijvoorbeeld af: ‘Verdien ik het überhaupt wel om geliefd of gerespecteerd te worden?’
Dit soort gedachten zorgen ervoor dat we in een staat van weerloosheid terechtkomen. Onze weerstand wordt onderuitgehaald, ons immuunsysteem verzwakt en langzaamaan duikt ook de gevreesde schaduw van depressie op.
In dit artikel willen we dieper ingaan op dit belangrijke onderwerp en willen we ons vooral richten op de emotionele gezondheid van mensen.
Emotionele ontbering: gaten is onze identiteit
Het wordt ons gedurende ons hele leven aangeleerd om sterk te zijn, zelfs nog meer tijdens onze jeugd en adolescentie. Sommige families hebben echter een verkeerd idee van wat emotionele kracht inhoudt. Onthoud:
- Een kind zal niet sterk worden als hij geen knuffels, kusjes of genegenheid krijgt, zelfs als sommigen dit soort dingen zien als tekenen van ‘zwakte’.
- Een tiener zal geen sterke volwassene worden als hij leert om zijn emoties te onderdrukken.
- Soortgelijk zal hij ook geen sterke volwassene worden als hij voortdurend bekritiseerd wordt wanneer hij huilt, omdat ‘huilen voor kinderen is’ of omdat ‘een volwassene zijn inhoudt dat je je eigen problemen zelf oplost, zonder de hulp van anderen’.
- Het kan erg schadelijk en gevaarlijk zijn om je kind op deze manier op te voeden. Een kind dat opgroeit zonder de genegenheid van zijn dierbaren zal denken dat de wereld een vijandige plek is waarin hij zichzelf voortdurend moet verdedigen.
- Vroeg of laat kan dit kind zelf vijandig worden of problemen met woede ontwikkelen.
- Insgelijks zullen jonge mensen die geen empathie en hechtheid ervaren uiteindelijk afgesloten raken van de wereld om zich heen. Ze zullen emotionele muren bouwen om zichzelf op te sluiten in hun eigen universum.
- Dit is extreem schadelijk en problematisch. Mensen die zichzelf voortdurend afsluiten voor de rest van de wereld kunnen uiteindelijk eetstoornissen en drugsverslavingen ontwikkelen en vriendschappen aangaan met de verkeerde soort mensen etc.
De tekenen van emotionele ontbering kunnen zich echter ook in andere fases voordoen.
Op sommige momenten in het leven lijkt onze kennelijke kracht aan het licht te komen. Dit gebeurt doorgaans wanneer mensen die belangrijk voor ons zijn een strategie toepassen die binnen de psychologie ook wel ‘negatieve strokes’ wordt genoemd.
Wil zullen je hier zometeen iets meer over vertellen.
Emotionele ontbering die wordt overgebracht door middel van ons taalgebruik
Soms doen woorden veel meer pijn dan een directe klap tegen het lichaam. Taal is een zeer krachtig middel om onze emoties over te brengen en gezonde, waardige en gelukkige banden op te bouwen met anderen. Onthoud:
- Als onze dierbaren voornamelijk met ons communiceren door te schreeuwen of door continu negatieve dingen te zeggen, dan zal dit ons emotionele pijn bezorgen, waar gevolgen aan verbonden zitten.
- Naast het horen van respectvolle, positieve en betekenisvolle woorden, moeten we ons ook gehoord en begrepen voelen.
- Het overbrengen van een boodschap maakt niet alleen deel uit van communicatie. Het is ook noodzakelijk om actief, empathisch en opbouwend luisteren te beoefenen.
Een relatie zonder tekenen van genegenheid is niet oprecht
Een liefde die geen dagelijkse liefkozingen omvat of simpele, maar toch krachtige gebaren van genegenheid kent, zal langzaamaan vergaan. Of het zal leiden tot een onvolledige en onbevredigende relatie.
Een liefdesrelaties houdt niet alleen in dat je samen door het leven gaat en in dezelfde ruimtes verkeert, dezelfde verantwoordelijkheden of hetzelfde bed deelt. Het is juist van belang om aandacht te schenken aan de kleine dingen in een relatie om een oprechte band op te bouwen.
Een blik vol bewondering, een onverwachte liefkozing, een knuffel en het streven naar wederzijdse hechtheid zorgen ervoor dat we ons gelukkig en veilig voelen.
Emotionele ontbering kan onze gezondheid aantasten
Dit klinkt misschien vreemd, maar soms raken we er gewoonweg aan gewend nooit eens een knuffel te krijgen. We raken eraan gewend nooit gezoend of gestreeld te worden of om nooit positieve bevestiging te krijgen. We maken onszelf wijs dat het allemaal goed met ons gaat en dat onze relatie zijn beste tijd heeft gehad.
Misschien vertellen we onszelf zelfs dat onze kinderen toch veel te oud zijn voor dit soort gebaren.
Dit hoeft echter helemaal niet waar te zijn. Gewend raken aan een leven dat emotioneel leeg is, betekent eigenlijk dat je helemaal niet leeft. Een leven als dit kan leiden tot depressie, omdat we onszelf leeg, uitgeput, alleen en ondergewaardeerd voelen.
Vergeet nooit dat onze ziel genegenheid, emotionele liefkozingen en positieve woorden nodig heeft om werkelijk te leven. Laten we dit daarom vanaf nu in de praktijk brengen.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Garnefski, N., Kraaij, V., & Spinhoven, P. (2001). Negative life events, cognitive emotion regulation and emotional problems. Personality and Individual Differences. https://doi.org/10.1016/S0191-8869(00)00113-6
- Hamilton, M. (1960). A rating scale for depression. Journal of Neurology, Neurosurgery, and Psychiatry. https://doi.org/10.1136/jnnp.23.1.56