Acne conglobata: oorzaken en symptomen
Acne conglobata is een chronische vorm van acne. Het onderscheidt zich doordat het een aantal symptomen veroorzaakt die leiden tot ontsierende littekens, zoals:
- comedonen
- cysteuze knobbels
- fistels
- abcessen
Deze aandoening treft vooral mannen. Het komt meestal voor tussen de leeftijd van 15 en 25 jaar. Hoewel het op zichzelf kan verschijnen, wordt het meestal geassocieerd met patiënten die lijden aan acne vulgaris. De laesies bevinden zich vooral in het gezicht, de hals, de borst en de schouders. In dit artikel leggen we uit wat het is en wat de kenmerken ervan zijn.
Wat is acne en acne conglobata?
Acne is een ontstekingsziekte van de huid. Het is een van de meestvoorkomende aandoeningen bij adolescenten en jongeren. Het is zelfs de meestvoorkomende oorzaak van dermatologisch consult.
Acne conglobata is een aandoening van de talgklieren. De aandoening is multifactorieel. Deskundigen denken dus dat een combinatie van factoren de oorzaak is, bijvoorbeeld:
- een verhoogde talgproductie
- secundaire ontstekingen
- een verhoogde gevoeligheid voor androgenen
Laesies van acne zijn mee-eters. Ze kunnen echter evolueren en papels en pustels worden. Er kunnen zelfs knobbeltjes en cysten ontstaan. Daarom zijn er verschillende manieren om acne te classificeren, namelijk:
- Volgens de leeftijd waarop het verschijnt. Het kan gaan om de volgende vormen:
- neonataal
- zuigeling
- infantiel
- pre-adolescent
- adolescent
- volwassen
- Volgens de heersende laesie. In deze classificatie vinden we de volgende vormen:
- comedonaal
- papuleus-pustuleus
- nodulair-cysteus
- Afhankelijk van de ernst, namelijk:
- mild
- matig
- ernstig
- Speciale vormen. Dit is waar we acne conglobata vinden.
Deskundigen beschouwen het als een speciale vorm omdat het ernstiger is. Acne conglobata heeft de neiging ernstige littekens achter te laten. Bovendien reiken de laesies verder dan de typische gebieden waar acne voorkomt. Het kan onder andere de billen, de buik en de oksels aantasten. Kortom, het is een van de meest ernstige en chronische vormen van acne.
Misschien ook interessant:
Waarom krijgen vrouwen acne tijdens de menstruatie?
De symptomen van acne conglobata
Het ziektebeeld wordt vooral gekenmerkt door:
- mee-eters, papels, en pustels
- ontstoken knobbeltjes en abcessen
- pijn in elke laesie door zwelling
- ulceratie
- stinkende afscheiding
- huidbeschadiging en vervorming
- onregelmatige littekens, zoals hypertrofische en keloïdale littekens
Soms verschijnt acne conglobata samen met bloedziekten. Het kan bijvoorbeeld voorkomen met anemie en leukocytose. De laesies kunnen steriel zijn of geïnfecteerd door bepaalde micro-organismen. De meest voorkomende bacterie is Propionibacterium acnes.
De lichamelijke symptomen zijn dus duidelijk. Maar we moeten ook de psychologische gevolgen van deze aandoening vermelden. Dit komt omdat acne conglobata veel problemen met het gevoel van eigenwaarde kan veroorzaken. Ook kan de patiënt zich zwak en onzeker voelen.
Oorzaken
Zoals we hierboven al hebben gezegd, heeft acne conglobata meerdere oorzaken. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, hebben studies aangetoond dat het dieet geen directe invloed heeft op het ontstaan ervan. De belangrijkste triggers zijn namelijk:
- Er is sprake van een verhoogde talgproductie. Ook lijkt het erop dat de samenstelling ervan wordt veranderd. De talgklieren nemen dan ook in omvang toe.
- Er treden keratinisatieveranderingen op (Engelse link). Dit leidt tot de vorming van mee-eters, wanneer veranderde talg de wand van de follikel irriteert. De gekeratiniseerde cellen schilferen af, maar vallen niet van de huid af. Zo bouwen ze zich op. Dit leidt tot de vorming van een conglomeraat van cellen en olie, waardoor de mee-eter ontstaat.
- De aanwezigheid van Propionibacterium acnes. Dit is een bacterie die zich voedt met talg. Daardoor woekert hij sneller en makkelijker.
- Ten slotte treedt er een ontstekingsproces op. Volgens deskundigen is dit te wijten aan zowel folliculaire erosie als bacteriën.
Het verschijnen van acne conglobata houdt ook verband met androgenen. Deze hormonen veroorzaken een verhoogde talgproductie. De relatie wordt in verband gebracht met verschillende processen.
Ten eerste denken deskundigen dat een verhoogde gevoeligheid voor androgenen ertoe kan leiden. Ook kan het te wijten zijn aan een ongewoon hoog niveau van androgenen. In feite hebben ze ook vastgesteld dat sommige factoren deze acne verergeren, zoals blootstelling aan de zon of stress.
Conclusie
Acne conglobata is een gecompliceerde aandoening. Het veroorzaakt zeer pijnlijke laesies die het leven van de patiënt beïnvloeden. Deze aandoening veroorzaakt dus niet alleen lichamelijke symptomen. Het kan ook het gevoel van eigenwaarde en de stabiliteit van de patiënt aantasten.
Daarom moet de aandoening tijdig worden opgespoord en behandeld, zodat de littekens minder vaak voorkomen en minder ernstig zijn. Raadpleeg dus een arts als je last hebt van deze huidaandoening.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Norris-Squirrell, F., & Pereira, M. (2017). Abordaje terapéutico de acné conglobata Acne conglobata therapeutic approach. Revista Mexicana Dermatologica, 61(4), 308–311.
- Acné conglobata: : Causas, Síntomas y Mejores Tratamientos para cada tipo – Unisima.com. (n.d.). Retrieved May 11, 2019, from https://unisima.com/belleza/acne-conglobata/
- Grant, R. N. R. (1951). The History of Acne. Journal of the Royal Society of Medicine, 44(8), 647–652. https://doi.org/10.1177/003591575104400802
- Gollnick, H. P. M., Finlay, A. Y., & Shear, N. (2008). Can we define acne as a chronic disease? If so, how and when? American Journal of Clinical Dermatology, 9(5), 279–284. https://doi.org/10.2165/00128071-200809050-00001
- Holland, D. B., & Jeremy, A. H. T. (2005). The role of inflammation in the pathogenesis of acne and acne scarring. Seminars in Cutaneous Medicine and Surgery, 24(2), 79–83. https://doi.org/10.1016/j.sder.2005.03.004