Wat is gentherapie voor het hart?

Gentherapie voor het hart kan helpen bij het herstellen van zijn functies bij mensen die een hartaanval hebben gehad. Wat is het echter precies en hoe gaat dit in zijn werk?

Gentherapie voor het hart is een van de meest relevante ontwikkelingen in de geneeskunde van tegenwoordig en biedt een nieuwe behandelingsstrategie bij mensen met hartfalen. Het onderzoek ernaar is de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen.

Gentherapie bestaat uit het overbrengen van genetisch materiaal naar de cellen van een individu. Het idee van deze behandeling is om een defecte celfunctie te herstellen of een nieuwe functie te introduceren.

Gentherapie voor het hart heeft tot doel de vorming van bloedvaten te stimuleren. Dit zou kunnen helpen bij het voorkomen van hartinfarcten of angina pectoris, ziekten met een hoge incidentie en mortaliteit op dit moment.

Daarom, vanwege het belang van deze nieuwe ontwikkelingen voor de gezondheid van mensen met hartproblemen, zullen we in dit artikel uitleggen waaruit gentherapie voor het hart uit bestaat.

Hartfalen

Wanneer artsen spreken over hartfalen is het hart niet meer in staat om efficiënt het rondpompen van het bloed te verzorgen. Als gevolg hiervan bereikt zuurstofrijk bloed niet meer alle delen van het lichaam goed.

Ondanks alle farmacologische vooruitgang is het een probleem dat elke dag meer en meer mensen treft. Hartfalen kan het gevolg zijn van diverse problemen zoals:

• een aandoening van de kransslagaders.
• hoge bloeddruk.
• infecties.
• enzovoort.

Hoewel er veel mogelijke oorzaken zijn, is het resultaat op cellulair niveau hetzelfde. Bepaalde genetische veranderingen treden op in de cellen van het hart (myocyten) en daardoor treden er veranderingen op in de contractiële eiwitten in deze cellen.

Dit maakt het mogelijk om behandeling via gentherapie voor het hart te ontwikkelen. Het idee is om de genetica van deze cellen te veranderen. Op deze manier is de behandeling erop gericht de eiwitten weer op een normale manier tot expressie te brengen en de functie van het hart te herstellen.

Gentherapie voor het hart

Zoals we al zeiden, bestaat gentherapie uit het inbrengen van een gen in een menselijke cel. Het idee is om op deze manier een ziekte te kunnen behandelen.

• Dit kan worden gedaan bij ziekten waarvan de basis een genetisch defect is, zoals sommige erfelijke ziekten zoals hypertrofische cardiomyopathie.
• Aan de andere kant kan deze behandeling ook nuttig zijn voor bepaalde ziekten waarbij genen niet correct tot uitdrukking komen.

Bij hartfalen heeft onderzoek aangetoond dat de werking van bepaalde eiwitten in de cellen van het hart afneemt. Dit is wat leidt tot hypertrofie van de hartspier. Dat wil zeggen, het hart wordt groter waardoor het zijn functie niet goed meer kan uitvoeren. Daarom kan het bloed niet efficiënt naar alle delen van het lichaam gepompt worden.

Gentherapie voor het hart kan ook nuttig zijn bij de regeneratie van het hart na een hartaanval. In dit geval is het een kwestie van het weefsel “regenereren.” Dit gebeurt door de vermenigvuldiging van cellen te stimuleren.

Wat is gentherapie voor het hart?

Onlangs hebben onderzoekers in een ziekenhuis in New York (Engelse link) een vorm van gentherapie voor het hart getest die het helpt bij de regeneratie van spierweefsel na een hartaanval. Dat onderzoek hebben ze uitgevoerd op dieren, maar het idee is dat het binnenkort mogelijk zal zijn om dit bij mensen te gebruiken.

Het team van het Mount Sinai-ziekenhuis merkte op dat het hart van sommige dieren kan herstellen nadat er schade is ontstaan. Salamanders kunnen bijvoorbeeld hun hartspiercellen vermenigvuldigen.

Bij mensen, wanneer er schade aan het hartweefsel is opgetreden, produceert het lichaam een fibreus weefsel. Dat wil zeggen, er vormt zich een litteken waar de schade is ontstaan. Dit litteken kan niet worden overwonnen en de functie van de spier neemt daardoor af.

Als de cellen van ons hart zich echter zouden kunnen vermenigvuldigen na het ontstaan van schade kan de spier zichzelf regenereren. Er zou dan een normale hartslag mogelijk zijn na een hartaanval. Wetenschappers hebben het gen dat gerelateerd is aan dit vermogen om zich te vermenigvuldigen gevonden.

Deze wetenschappers hebben dit gen bij bepaalde dieren geïnjecteerd na een hartaanval en toonden aan dat zes weken later nieuwe cellen waren gevormd met het vermogen om te samentrekken. Dit is een vorm van gentherapie voor het hart.

Bovendien werd hierna aangetoond dat de contractiekracht van het hart was toegenomen. Dit gaf aan dat ze er na het toepassen van gentherapie voor het hart in waren geslaagd om het hart na een hartinfarct weer goed te laten pompen.

Tot slot

Gentherapie voor het hart heeft een veelbelovende toekomst voor de geneeskunde. Door dit onderzoek is aangetoond dat door het injecteren van bepaalde genen het hart zichzelf mogelijk kan herstellen na een hartaanval of bij hartfalen (Engelse link).

Er is echter nog veel onderzoek nodig en daarom is het belangrijk om onderzoek te stimuleren. Al deze soorten behandelingen kunnen ons in de toekomst wellicht helpen om onze kwaliteit van leven en levensverwachting te verbeteren.