Verschillende soorten antihistaminica en de toepassingen
Antihistaminica zijn medicijnen die worden gebruikt om de effecten van allergieën te verminderen of te elimineren. Om dit te doen, blokkeren ze de receptoren waaraan histamine zich bindt tijdens allergische reacties.
Histamine is een stof die het lichaam afgeeft wanneer het een allergische reactie ervaart zoals je later in dit artikel zult lezen. In het artikel van vandaag zullen we je vertellen over verschillende soorten antihistaminica en de toepassingen.
Sinds de ontdekking van antihistaminica (pyrilamine en difenhydramine) in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw, hebben wetenschappers honderden moleculen ontwikkeld met histamine-remmende eigenschappen. Dit medicijn is in de laatste jaren erg populair geworden.
Ook hebben wetenschappers tweede en derde generatie antihistaminica ontwikkeld en geïntroduceerd op de markt, wat een grote vooruitgang is voor de geneeskunde. Deze geneesmiddelen zijn qua werkzaamheid vergelijkbaar met antihistaminica van de eerste generatie, maar ze hebben veel minder vervelende bijwerkingen.
Naast het behandelen van de symptomen van allergieën, zijn er bepaalde antihistaminica die kunnen helpen bij het voorkomen van braken, duizeligheid. Daarnaast zijn er producten die kunnen helpen bij het induceren van slaap bij patiënten met slapeloosheid.
Histamine en histamine-receptoren
Histamine is een chemische stof die deelneemt aan en betrokken is bij veel processen die in de lichaamscellen plaatsvinden. Van deze processen valt de rol van histamine op bij onder andere:
- allergische reacties.
- ontstekingen.
- de afscheiding van maagzuur.
- de overdracht van zenuwimpulsen.
Wanneer histamine vrijkomt en het een rol speelt in deze processen, bindt het zich aan een reeks receptoren die door het lichaam heen verspreid aanwezig zijn. Wanneer histamine zich vervolgens aan een van deze structuren bindt, activeert het lichaam mechanismen en laat het stoffen vrij die weer andere structuren activeren en eraan binden.
Dit veroorzaakt een fysiologische reactie. De reacties die het teweegbrengt, zijn afhankelijk van waar de histamine zich aan bindt. Dit zijn enkele van de receptoren waaraan histamine bindt:
- Histamine 1-receptoren. Deze structuren bevinden zich in de bronchiën, in de gladde spieren van het spijsverteringsstelsel en in de hersenen. Wanneer deze receptoren worden geactiveerd, treedt er een reactie op van zowel de gladde spieren van de bronchiën als de bloedvaten.
- Histamine 2-receptoren. H2-receptoren bevinden zich in het slijmvlies van de maag, baarmoeder en hersenen. Wanneer iets deze receptoren triggert, neemt de doorlaatbaarheid van de bloedvaten toe en stimuleert het de afscheiding van maagzuur.
- Histamine H3-receptoren. Deze bevinden zich in de hersenen en in de bronchiën. Ze zijn verantwoordelijk voor cerebrale vasodilatatie en kunnen betrokken zijn bij een feedbacksysteem of negatieve feedback. Daardoor remt de histamine zijn eigen synthese.
Lees ook dit artikel:
Histamine: synthese, afgifte en functies
Verschillende soorten antihistaminica en hun toepassingen
Klassieke of eerste generatie H1-antihistaminica
Deze soorten antihistaminica kunnen gemakkelijk de bloed-hersenbarrière van de hersenen passeren. Die barrière bestaat uit een soort membraan dat de hersenen beschermt. Als gevolg van het passeren van deze barrière en het succesvol binden aan de receptoren in de hersenen veroorzaakt antihistaminica behoorlijk intense kalmerende effecten.
Daarnaast hebben ze ook andere eigenschappen zoals anti-emetische werking en verminderen van wagenziekte. De kalmerende en anticholinerge effecten van deze medicijnen veroorzaken deze effecten. Enkele voorbeelden van medicijnen uit deze groep zijn onder andere:
Ethanolamines, met name het medicijn difenhydramine. Het derivaat, dimenhydrinaat, heeft bepaalde eigenschappen waardoor je het kunt het gebruiken om bewegingsziekte te voorkomen. Daarnaast zijn er onderzoeken die aantonen dat deze werkzame stof effectief is bij de behandeling van duizeligheid en bij de profylaxe van braken na een operatie (Spaanse link).
- Ethyleendiaminen
- Alkylaminen
- Piperazinen
- Fenothiazinen
- Piperidines
Tweede generatie H1 antihistaminica
H1-antihistaminica van de tweede generatie worden aanbevolen voor het blokkeren van H1-receptoren die niet in de hersenen worden aangetroffen. Dit komt omdat wetenschappers de delen van de chemische structuur waardoor de stof gemakkelijk de hersenbarrière kan passeren hebben weggehaald. Deze antihistaminica kunnen de bloed-hersenbarrière dus niet passeren.
Als gevolg hiervan veroorzaken ze minder nadelige bijwerkingen. Ze veroorzaken bijvoorbeeld minder sedatie en minder anticholinerge effecten. Enkele voorbeelden van deze medicijnen zijn:
- Loratadine. Dit is een medicijn dat bijna geen sedatieve en anticholinerge effecten heeft.
- Ebastine. Heeft geen anticholinergische of kalmerende eigenschappen, maar kan als bijwerking wel gewichtstoename veroorzaken. Het is ook nuttig voor de behandeling van seizoensgebonden allergieën.
- Desloratadine. Dit medicijn helpt bij de behandeling van acute gevallen van allergieën.
Wellicht bent je ook geïnteresseerd in:
De 5 beste natuurlijke remedies voor een pollenallergie
Conclusie
Zoals je kunt zien, schrijven artsen gewoonlijk antihistaminica voor om allergieën te behandelen. Ze kunnen echter ook helpen om braken te voorkomen of slaap op te wekken bij patiënten met slapeloosheid.
Nu je hebt gelezen over de verschillende soorten antihistaminica en het gebruik ervan, moet je met je arts praten. Hij of zij kan je vertellen welk antihistaminicum het beste bij je persoonlijke situatie past en dit medicijn indien nodig voorschrijven. Daarna is het belangrijk om altijd de instructies op te volgen die de arts je geeft.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Aguilar, A. G. (1996). Antihistamínicos. Revista Alergia Mexico.
- Petriz, N., & Parisi, C. (2013). Uso de antihistamínicos en pediatría. Conexion Pediatrica.
- Presa, I. J. (1999). Antihistamínicos H1: revisión. Alergol Inmunol Clin, Octubre.