Het proces van het diagnosticeren van dyslexie
Het diagnosticeren van dyslexie is niet zo eenvoudig als sommigen misschien denken. In werkelijkheid is het een grondig proces dat alle aandacht verdient.
In feite nemen orthopedische medewerkers graag de tijd om het al dan niet aanwezig zijn van de aandoening vast te stellen. De reden hiervoor is dat de diagnose een reeks mogelijke behandelingen en benaderingswijzen voor de toekomst mogelijk maakt.
De kwaliteit van leven van een kind met dyslexie hangt af van twee dingen. Ten eerste is het belangrijk wanneer de aandoening wordt ontdekt. Ten tweede is de vraag welke steun het kind krijgt van zijn of haar omgeving.
Multidisciplinaire therapieën zijn essentieel bij het zoeken naar de beste manier van integratie van de beperking van het kind in het normale en sociale leven.
Wat is dyslexie?
Voordat we ingaan op de manier waarop het diagnosticeren van dyslexie wordt gedaan is het belangrijk om het begrip te definiëren. Kort gezegd verwijst dyslexie naar een leerstoornis (Spaanse link) van met name van lezen en schrijven, die optreedt in de kindertijd.
Het heeft onder andere te maken met het niet bereiken van vooraf gestelde doelen. Dit zijn vaardigheden die op een bepaalde leeftijd van het kind op de basisschool worden verwacht.
Nu is er iets heel opvallends aan deze aandoening. In feite hebben kinderen die eraan lijden meestal geen bijbehorend probleem dat het van buitenaf verklaart. Met andere woorden, er is geen sprake van fysieke of mentale beperkingen die het ontstaan van dit probleem in hun leerproces bepalen.
Het is erg moeilijk voor een dyslectisch kind om elke letter van het alfabet te identificeren. Ook is het vaak lastig voor het kind om de verschillende letters te onderscheiden. De klanken van woorden zijn ook nogal vreemd voor hen.
Ze hebben ernstige problemen om te begrijpen wat ze lezen, tot het punt dat ze de lettergrepen veranderen, vervangen of zelfs vervormen. Als ze doorhebben hoe moeilijk het voor hen is om teksten te interpreteren, gaat het lezen veel langzamer.
Sommige auteurs van boeken en artikelen over het diagnosticeren van dyslexie stellen dat het grootste probleem hier ligt in het onvermogen om het geschreven bericht te decoderen (Spaanse link).
Kortom, een dyslectisch kind heeft niet het vermogen ontwikkeld om de code te begrijpen die anderen gebruiken om te lezen. Als gevolg hiervan kunnen ze de juiste betekenis van de woorden die ze gebruiken niet zien.
Symptomen waar je op moet letten bij het diagnosticeren van dyslexie
Het diagnosticeren van dyslexie is ingewikkeld omdat het in wezen afhangt van de interpretatie die de orthopedische medewerkers geven. Op dit moment zijn er niet volledig bevestigende tests.
Daarom moet het kind aan specifieke criteria voldoen om de aanwezigheid van de aandoening te kunnen vaststellen. Laten we eens kijken wat deze punten zijn.
Moeilijkheden bij het lezen
Dit is misschien wel het eerste en meest prominente probleem. Bij dyslexie leest het kind slecht omdat het meerdere mislukte hulpmiddelen en –methodes gebruikt om tot een veronderstelde betekenis van de woorden te komen.
Ze wisselen de ene letter voor de andere, passen lettergrepen aan, draaien woorden en klanken om, en lezen heel langzaam. Als ze eenmaal klaar zijn met lezen, weten ze misschien niet wat de tekst betekent. Dit komt omdat de klanken van het alfabet niet overeenkomen met een cognitieve betekenis die al in hun hoofd is uitgewerkt.
Problemen met schrijven
De leesproblemen van een dyslectische kind hebben beslist invloed op de schrijfvaardigheid. Wanneer een dyslectisch kind zijn gedachten op schrift probeert te stellen (Spaanse link), heeft hij de neiging om veel fouten te maken. Hij laat bijvoorbeeld letters weg, verandert lettergrepen en gebruikt (of misbruikt) geen leestekens.
Deze kinderen hebben een zeer slechte syntaxis omdat ze de vaardigheden missen om zichzelf schriftelijk uit te drukken. Vaak kunnen ze alleen maar een tekst alleen fonetisch opschrijven (Spaanse link). Dit toont ongetwijfeld aan hoe moeilijk schrijven voor sommigen van hen is.
Groot intellect
Het is niet ongebruikelijk dat dyslectische kinderen de nieuwsgierigheid van hun leraren wekken. Dat komt omdat ze vaak in bijna alles zo’n goede intellectuele capaciteit hebben, behalve in taal natuurlijk.
Er is geen mentale of leerachterstand – verre van dat zelfs. Hun ontwikkeling op veel gebieden binnen de verwachte parameters en soms zelfs daarboven.
Moeilijkheden bij het uitvoeren van taaltesten
De basisschool is de belangrijkste plaats voor het diagnosticeren van dyslexie. Het lukt dyslectische kinderen vaak niet om hun taaltaken correct uit te voeren. Als de leraar het kind bijvoorbeeld zou vragen om hoofdletters aan te wijzen of woorden te zoeken in een puzzel, zijn ze volledig verloren.
Het probleem om dingen te ordenen (Spaanse link) strekt zich soms uit tot andere, meer wiskundige en geometrische onderwerpen. Dat gebeurt echter niet altijd.
Wanneer de problemen van het kind zich ook op dit gebied bevinden, kunnen ze ook moeite hebben met het leren van andere vaardigheden. Denk bijvoorbeeld aan het leren vermenigvuldigen of de dagen van de week in de goede volgorde zetten.
Veranderd gedrag
Het is gebruikelijk om dyslexie te vermoeden wanneer kinderen die op school onvoldoendes halen last hebben van ernstige stress die hun dagelijks leven beïnvloedt. Alleen al het feit dat ze vertraging oplopen in vergelijking met de ontwikkeling van hun leeftijdsgenoten kan hen emotioneel schaden.
Daarnaast worden gedragsstoornissen (Spaanse link) in onderwijsinstellingen vaak gerelativeerd. Volwassenen gaan er vaak van uit dat de problemen van een kind het gevolg zijn van een gebrek aan interesse in leren en vice versa.
Langzaam maar zeker komt het dyslectische kind in de categorie van een slechte, langzame student aan wie leraren geen tijd moeten verspillen omdat ze het toch niet zullen leren.
In feite krijgen sommige kinderen een depressiediagnose voordat het diagnosticeren van dyslexie wordt overwogen. We kunnen gerust stellen dat de tijd die wordt verspild aan de verkeerde diagnose, de professionele hulp die ze echt nodig hebben vertraagt. Deze kinderen nemen soms zelfs medicijnen op recept, die helemaal niet helpen voor hun toestand.
Wie heeft de leiding over het diagnosticeren van dyslexie?
Er zijn geen aanvullende diagnostische methoden zoals MRI’s of hersenscans die tot de diagnose kunnen leiden. Daarom is het volkomen terecht om je af te vragen wie de diagnose stelt en hoe ze dit doen.
Binnen leerstoornissen en de aanpak daarvan zouden we zeggen dat onderwijspsychologen, logopedisten en neuropsychologen de specialisten zijn die voor deze taak zijn opgeleid.
Door middel van tests en evaluaties (Spaanse link) kunnen multidisciplinaire teams voldoende criteria verzamelen om tot een goede conclusie te komen.
Uiteindelijk moet het begeleidingsteam een rapport ondertekenen dat de diagnose van het kind bevestigt. De volgende stap is dat de familie en de directe omgeving van het kind zich op de hoogte wordt gebracht van het probleem. Zo kunnen ze het kind ondersteunen bij het proces om te leren lezen.
Kortom, aarzel niet om actie te ondernemen. Je kunt contact opnemen met de leerkracht van je kind of een afspraak te maken met het psychopedagogisch bureau bij je plaatselijke school of gezondheidscentra.
Als ouder of verzorger kan het vroeg signaleren leiden tot het snel diagnosticeren van dyslexie. Dit kan de toekomstige ontwikkeling van een kind sterk en positief beïnvloeden.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Lorenzo, Susana Tamayo. “La dislexia y las dificultades en la adquisición de la lectoescritura.” Profesorado. Revista de Currículum y Formación de Profesorado 21.1 (2017): 423-432.
- Luis Bravo, V., B. Jaime Bermeosolo, and G. Arturo Pinto. “Dislexia fonémica: decodificación-codificación fonémica y comprensión lectora silenciosa.” Infancia y aprendizaje 11.44 (1988): 21-34.
- Artigas-Pallarés, J. “Dislexia: enfermedad, trastorno o algo distinto.” Revista de neurología 48.2 (2009): 63-69.
- González, Juan Eugenio Jiménez, Celia Morales Rando, and Cristina Rodríguez. “Subtipos disléxicos y procesos fonológicos y ortográficos en la escritura de palabras.” European Journal of Education and Psychology 7.1 (2014): 5-16.
- Coalla, Paz Suárez, et al. “Dificultades de escritura en niños españoles con dislexia.” Infancia y Aprendizaje: Journal for the Study of Education and Development 39.2 (2016): 291-311.
- Jiménez-Fernández, Gracia, et al. “El papel del aprendizaje implícito en la lectura: Dislexia vs Retraso Lector.” AA. VV. Respuestas Flexibles en Contextos Educativos Diversos. Murcia: Consejería de Educación, Formación y Empleo (2012).
- Artigas-Pallarés, J. “Problemas asociados a la dislexia.” Revista de neurología 34.1 (2002): 7-13.
- Alves, Rauni Jandé Roama, et al. “Test para la identificación de Señales de Dislexia: Evidencia de la Validez de Criterio.” Paidéia (Ribeirão Preto) 28 (2018).