Het alfa-galsyndroom: allergie voor rood vlees
Specialisten kennen het alfa-galsyndroom als iets dat lijkt op een allergie voor rood vlees, evenals andere dierlijke producten. In dit geval ontwikkelt de ziekte zich niet zomaar spontaan of als gevolg van genetische veranderingen. Het wordt in feite veroorzaakt door een insectenbeet. Het gaat hierbij om de beet van een teek die deze aandoening kan veroorzaken.
De beet veroorzaakt een auto-immuunreactie die uitmondt in dit syndroom. Als iemand eenmaal dit punt heeft bereikt, kan hij bij het eten van rood vlees nadelige bijwerkingen ondervinden.
Heeft het alfa-galsyndroom risicofactoren?
De meeste gevallen van mensen met het alfa-galsyndroom doen zich voor in de Verenigde Staten, met name in de zuidoostelijke regio. Dit is het gebied waar we het insect vinden dat dit probleem met zijn beet kan ontketenen.
Geleidelijk zien we echter meer gevallen in andere delen van het land. Specialisten hebben zelfs gevallen ontdekt in Europa en Azië. Maar over het algemeen is de belangrijkste risicofactor het zijn in een geografische regio met een grote tekenpopulatie.
Ook het feit dat veel mensen een anafylactische shock hebben gekregen na het eten van andere producten, wijst op een verhoging van de kans op deze ziekte. Het komt er dus op aan om te voorkomen dat men door de teek wordt gebeten.
Zonder gebeten te worden is het niet mogelijk om het probleem te ontwikkelen, volgens een studie gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (Engelse link).
Lees ook eens:
Wat te doen na een bijensteek?
Wat zijn de symptomen van het alpha-galsyndroom?
De symptomen van het alfa-galsyndroom lijken op die van een voedselallergie, maar het kan langer duren voordat de symptomen zichtbaar worden. Het kan tot 3 uur na de blootstelling aan rood vlees duren voordat de betrokkene symptomen vertoont (Spaanse link). De meest voorkomende symptomen zijn onder andere:
- Maagpijn en diarree.
- Niezen.
- Netelroos met huidwonden.
- Hoofdpijn.
- Anafylactische shock.
Vergeet niet dat voor de behandeling van een anafylactische shock altijd gespecialiseerde medische hulp nodig is. Dit negeren kan het leven van de persoon in gevaar brengen, zoals blijkt uit een onderzoek in het tijdschrift Vnitr Lekarstvi (Engelse link). Iemand loopt een groter risico als hij of zij al eerder een anafylactische shock heeft gehad.
Ook interessant om te lezen:
Allergie voor schaaldieren: symptomen en behandelingen
Wanneer moet je een arts raadplegen?
Als je merkt dat je een terugkerende en ongemakkelijke reactie hebt na het eten van rood vlees of een ander product van dierlijke oorsprong, moet je naar de dokter gaan. Die kan diagnostische tests uitvoeren om de allergie en het mogelijke alfa-gal-syndroom vast te stellen.
Als je de volgende symptomen ervaart, moet je onmiddellijk en met spoed een arts bezoeken:
- Moeite met ademhalen.
- Verhoging van de hartslag.
- Duizeligheid.
- Onvermogen om te slikken.
Diagnose
Om een diagnose te stellen voor dit soort allergie, is het belangrijk om de medische geschiedenis te bekijken. Het is waarschijnlijk ook nuttig om een lichamelijk onderzoek te doen.
Daarnaast kan het nuttig zijn om een test te ondergaan die je tolerantie voor rood vlees meet op basis van de immunoglobulinen. Het is bewezen dat dit de meest effectieve methode is om de allergie op te sporen.
Om de allergie echter in verband te brengen met het alfa-galsyndroom, moeten de artsen bewijs hebben dat er een reactie optreedt na het eten van rood vlees. De producten die specialisten die met deze allergie associëren zijn niet alleen rood vlees zelf, maar ook derivaten hiervan.
Behandeling en preventie van alfa-gal syndroom
Er is maar één manier om het alfa-galsyndroom te voorkomen en dat is door de gebieden waar deze insecten zich ophouden te vermijden. Als je een van deze plaatsen moet bezoeken, raden wij je aan afweermiddelen te gebruiken, zodat ze je niet bijten. Je moet extra voorzichtig zijn als je in een huis met een tuin woont in een streek waar deze insecten in overvloed voorkomen.
Wat de behandeling betreft, is het het vermelden waard dat er geen oplossing is voor dit probleem. Je kunt wel je dieet aanpassen om geen rood vlees meer te consumeren, door deze voedingsmiddelen te elimineren. Je zult ze moeten vervangen door andere voedingsmiddelen met een hoog eiwitgehalte. Eieren zijn hier een goed voorbeeld van.
Het alfa-galsyndroom: een zeldzame ziekte
Hoewel het een zeer interessant probleem is dat de eetgewoonten van de getroffen persoon sterk beïnvloedt, komt het alfa-galsyndroom niet veel voor. Het aantal gevallen hangt echt af van waar iemand woont.
Je moet echter wel voorzorgsmaatregelen nemen om te voorkomen dat je gebeten wordt, zodat het onmogelijk is om het alfa-galsyndroom te ontwikkelen. Vergeet niet dat als je het eenmaal hebt ontwikkeld, er geen genezing mogelijk is. In dat geval moet je al het rode vlees en de producten die hiervan gemaakt zijn uit je dieet schrappen.
Het is dan van essentieel belang je voeding aan te passen om eiwittekorten te vermijden die je gezondheid kunnen schaden, zoals het eten van gevogelte, vis en eieren. Vraag hulp aan een diëtist voor het samenstellen van een volwaardig eetpatroon.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Berends AMA, Oude Elberink JN. Het alfa-galsyndroom, allergische reacties op vlees [The alpha-gal syndrome: an allergic reaction to mammalian meat secondary to a tick bite]. Ned Tijdschr Geneeskd. 2017
- Krčmová I, Novosad J. Anaphylactic symptoms and anaphylactic shock. Vnitr Lek. 2019 Winter;65(2):149-156.
- Iweala OI, Choudhary SK, Commins SP. Food Allergy. Curr Gastroenterol Rep. 2018 Apr 5;20(5):17.
- García-Paba, María Beatriz. “Anafilaxia tardía tras la ingesta de carnes rojas con sensibilización a alfa-gal. Reporte de caso.” Revista Alergia México 65 (2018): 23-23.
- Ferreira, Maurício Domingues, Luiz Piaia Neto, and Rodrigo Gil Ribeiro. “Alergia a alfa-gal: Uma revisão sistemática.” Arquivos de Asma, Alergia e Imunologia 3.6 (2015): 241-250.