Een longembolie: symptomen en behandeling
Een longembolie is een ernstig en relatief frequent probleem. Deskundigen schatten dat het bij één op de 1.000 mensen per jaar voorkomt. Ze denken echter dat dit percentage hoger is, aangezien niet alle gevallen medische aandacht krijgen.
Het treedt op wanneer een massa, meestal een bloedstolsel, de bloedtoevoer naar de longen belemmert. Hoewel een bloedstolsel de meestvoorkomende trigger is, kunnen andere boosdoeners een vet- of luchtembolie zijn.
Een longembolie kan dodelijk zijn. Op dit moment wordt geschat dat tussen de 8% en 10% van de patiënten met de aandoening overlijdt. De ernst van elk geval wordt echter bepaald door de grootte van de verstopte slagader en de hoeveelheid aangetast longweefsel.
Wat is een longembolie?
Om het in simpele woorden te zeggen, een longembolie treedt plotseling op als gevolg van een obstructie van een longslagader. Dit gebeurt meestal wanneer stukken van een veneuze trombose loskomen, zich gaan voortbewegen en vast komen te zitten in een slagader in de longen.
Artsen verdelen longembolie in twee hoofdgroepen, afhankelijk van de ernst:
Hoog risico: treedt op wanneer de patiënt een lage bloeddruk heeft of een shock ervaart. Het vroegtijdige sterftecijfer is in deze gevallen minimaal.
Normale bloeddruk: in deze gevallen is de bloeddruk normaal. Het bevat twee subgroepen:
- Laag risico, waarvoor doorgaans alleen een poliklinische behandeling nodig is.
- Verhoogd risico op complicaties, waarvoor dringende behandeling en ziekenhuisopname nodig is.
Oorzaken
De meeste gevallen van longembolie zijn een secundaire aandoening die verband houdt met het triggeren van risicofactoren. Dit betekent dat ze het gevolg zijn van een ander gezondheidsprobleem. De belangrijkste risicofactoren zijn:
- Verwondingen aan de benen
- Schade aan de wervelkolom
- Ernstige traumatische verwondingen
- Zware operatie
Een andere factor die longembolie kan veroorzaken, is kanker. Longkanker, alvleesklierkanker en soorten kanker van het centrale zenuwstelsel zijn de meest waarschijnlijke die complicaties met trombose veroorzaken. Hetzelfde gebeurt met gastro-intestinale tumoren en bloedneoplasma’s.
Ook de erfelijke component heeft een grote invloed, al is het niet de bepalende factor. Een longembolie komt ook vaker voor bij vrouwen die orale anticonceptie (Engelse link) gebruiken. Bovendien lopen zwangere vrouwen een groter risico, vooral tijdens het derde trimester en tot zes weken na de bevalling.
Tot slot is het risico op longembolie groter bij degenen die in-vitrofertilisatie hebben ondergaan, evenals bij postmenopauzale vrouwen die hormoonvervangende medicijnen gebruiken. In het laatste geval varieert het risico, afhankelijk van welke medicijnen worden gebruikt.
Symptomen
Ademhalingsproblemen en pijn op de borst zijn de belangrijkste symptomen van longembolie. Kortademigheid, of dyspneu, is namelijk het meestvoorkomende symptoom. De aandoening manifesteert zich als moeite hebben met diep inademen en niet in staat zijn om volledig en goed te ademen. De symptomen treden plotseling op.
Patiënten ervaren ook plotselinge, intense pijn op de borst. De pijn wordt gevoeld achter het borstbeen en is vergelijkbaar met de pijn die gepaard gaat met een hartaanval. De pijn neemt toe als de patiënt hoest en inademt, en gaat niet weg als de patiënt van houding verandert.
Lees ook eens:
Leer alles over pijn op de borst
Daarnaast komen de volgende symptomen vaak voor:
- Syncope: verlies van bewustzijn
- Droge of natte hoest
- Bloedspuwing: het ophoesten van bloed, wat aangeeft dat er een longinfarct is
- Tachypneu: versnelde ademhaling
- Tachycardie: verhoogde hartslag
- Andere symptomen, zoals bleekheid, cyanose (blauwachtige kleur van de huid), duizeligheid, koorts, zweten en desoriëntatie
Ook interessant om te lezen:
De relatie tussen tachycardie en angst
Behandeling van een longembolie
Een longembolie wordt gediagnosticeerd met behulp van een combinatie van klinisch vermoeden, diagnostische beeldvorming en een D-dimeer-bloedtest. De symptomen van de patiënt bepalen het vermoeden van een longembolie. Een röntgenfoto van de borst, een elektrocardiogram en een bloedgastest dienen als ondersteuning bij het stellen van een diagnose.
Anticoagulantia (Engelse link) zijn het belangrijkste onderdeel van de behandeling. In eerste instantie worden ze parenteraal toegediend (intraveneus, intramusculair of subcutaan), gevolgd door orale toediening.
Als artsen de aandoening tijdig ontdekken en behandelen, is de prognose van de patiënt goed. In 3,8% van de gevallen worden de embolieën echter chronisch. In de afgelopen jaren is het aantal patiënten dat tijdens ziekenhuisopname overlijdt aan longembolie aanzienlijk afgenomen.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Konstantinides, S., Torbicki, A., Agnelli, G., Danchin, N., Fitzmaurice, D., Galiè, N., … & Kucher, N. (2015). Guía de práctica clínica de la ESC 2014 sobre el diagnóstico y el tratamiento de la embolia pulmonar aguda. Revista Española de Cardiología, 68(1), 64-e1.
- Golin, V., & Bedrikow, R. (2000). Embolia pulmonar. Revista Brasileira de Medicina.
- Gabriel, F., Labiós, M., Ferreres, J., & Ibáñez, L. (2013). Clasificación y tratamiento de la embolia pulmonar aguda. Angiología. https://doi.org/10.1016/j.angio.2012.12.002