Behandeling van urineretentie na de bevalling
Urineretentie na de bevalling is het onvermogen om spontaan te plassen in de 6 tot 12 uur na een vaginale bevalling. De meestvoorkomende oorzaak van dit probleem is het gebrek aan ontspanning van de bekkenbodem na vaginale bevalling.
Het kan verergeren als gevolg van een bijzonder pijnlijke episiotomie of na een geassisteerde vaginale bevalling. Om deze reden is het erg belangrijk om goede analgesie te behouden en daarnaast passende maatregelen te nemen. Op deze manier ontspant de bekkenbodem en kan de patiënt weer plassen.
Soorten urineretentie na de bevalling
Urineretentie na de bevalling kan worden in twee groepen worden geclassificeerd. Dit zijn:
- Symptomatisch. Hierbij is het vermogen om urine te verdrijven aanwezig, maar wordt vergezeld van ongemak.
- Verborgen of asymptomatisch. In dit geval diagnosticeren artsen urineretentie na de bevalling door een hoog residueel volume. Het volume van achtergebleven urine is gelijk aan of groter dan 150 ml na spontaan plassen op de eerste dag na de bevalling.
Risicofactoren voor urineretentie na de bevalling
We zullen nu de risicofactoren delen die het ontstaan van deze aandoening bevorderen. Het feit dat de patiënt lijdt aan een van deze aandoeningen betekent niet automatisch dat ze ook zal lijden aan urineretentie na de bevalling. Lees hier een Engels artikel over een onderzoek naar dit probleem.
Wel is het meer waarschijnlijk dat dit probleem optreedt. De risicofactoren voor urineretentie na de bevalling zijn onder andere:
- Langdurige eerste en tweede fase van de bevalling.
- Vaginale bevalling met assistentie.
- Epidurale anesthesie.
- Voor de eerste keer moeder worden.
Bovendien beschouwen experts episiotomie en een hoog geboortegewicht als risicofactoren voor asymptomatische urineretentie. De vroege detectie hiervan is erg belangrijk omdat artsen hierdoor preventieve maatregelen kunnen nemen om de nadelige gevolgen van een bevalling te verminderen.
Het helpt de artsen bovendien ook bij het kiezen van geschikte behandelingen om de normale blaasfunctie terug te krijgen als het probleem zich inderdaad ontwikkeld heeft.
Diagnose
In de meeste gevallen is de diagnose van urineretentie na de bevalling alleen symptomatisch, wanneer de patiënt na 6 tot 12 uur na de bevalling nog niet spontaan heeft kunnen plassen.
Behandeling van patiënten met urineretentie na de bevalling
Patiënten die een normale vaginale bevalling of een vaginale bevalling met assistentie hebben gehad, moeten altijd in de eerste 12 uur urineren. In het geval dat een vrouw een keizersnede heeft ondergaan, moet ze de eerste paar uur na het verwijderen van de verblijfskatheter urineren. Met andere woorden, ze moet in minder dan ongeveer 12 uur na de operatie zelfstandig plassen.
- Als dit niet binnen de ingestelde periode gebeurt, moeten de artsen de behandeling met pijnstillers en ontstekingsremmende medicijnen optimaliseren.
- Ook moet de patiënt intermitterende katheterisatie ondergaan. Daardoor kunnen artsen ook het diurese-volume van de patiënt controleren en evalueren om zo nodig haar vochtinname aan te passen.
- Als er binnen de volgende 3-4 uur niet spontaan geplast wordt moet de patiënt een secundaire intermitterende katheterisatie ondergaan met een wegwerpkatheter.
- En als de patiënt na deze tweede interventie nog steeds niet zelfstandig kan plassen moet ze een derde krijgen.
Artsen gebruiken echter een Foley-katheter bij deze derde interventie, die de patiënt gedurende een week moet gebruiken. De patiënt moet de katheter dichtknijpen en openen wanneer ze de behoefte voelt om te plassen.
Het is echter mogelijk dat ze deze behoefte niet voelt, daarom is het belangrijk dat ze de katheter ongeveer om de drie uur opent om haar blaas te legen. De patiënt wordt ontslagen met deze Foley-katheter.
Lees ook dit artikel voor meer informatie:
Kan je urineweginfecties snel en natuurlijk behandelen?
Farmacologische behandeling
Artsen schrijven medicijnen voor om complicaties bij patiënten met een verblijfskatheter te voorkomen. De medicijnen die het vaakst worden voorgeschreven vallen in twee groepen:
- Antibacteriële medicijnen. De patiënt moet dit medicijn innemen zolang ze de katheter gebruikt.
- Ontstekingsremmende medicijnen worden ook vaak voorgeschreven om (de kans op een) lokale ontsteking te verminderen.
Conclusie
Op het moment van de bevalling is het essentieel om goede analgesie toe te dienen en te handhaven en passende maatregelen te nemen om urineretentie na de bevalling en andere complicaties te voorkomen.
Er zijn effectieve middelen om dit onvermogen om spontaan te urineren na een vaginale bevalling zoals het gebruik van een katheter. Raadpleeg je arts over de risico’s van deze complicatie bij de bevalling en de verschillende beschikbare opties om dit te verhelpen.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Arcay-Ferreiro, E., Ferro-Castaño, A. M., Fernández-González, B., García-Rodríguez, B., Gonález-Gómez, J. M., Rodriguez-Del Amo, M. D., & Viaño-López, C. (2012). Sondaje vesical. Protocolo de enfermería. Asociación Española de Enfermería En Urología.
- Kanashiro, A., Nervo, N., Salas, D., wong, A., Capell, M., Younes, S., & Villavicencio, H. (2013). Retención de orina en el embarazo y el postparto TT – Retention of urine in pregnancy and postpartum. Actas Fund. Puigvert.
- Barakat, Ruben; Bueno, Clara; Díaz de Durana, Alfonso; Coterón, Javier; Montejo, R. (2013). Efecto de un programa de ejercicio físico en la recuperación post-parto. Estudio piloto. Archivos de Medicina Del Deporte.