Leer de psychologie achter roddels en geruchten kennen
Roddels en geruchten doordringen ons dagelijks leven. Van dubieus nieuws dat we op sociale media lezen tot gesprekken met vrienden waarin we over derden praten, spelen deze soorten interacties een belangrijke rol in onze sociabiliteit.
Hun effect kan echter zowel positief als negatief zijn. Het is nuttig de psychologie achter deze dynamiek te kennen, zodat we ons er niet door laten meeslepen.
Het is gemakkelijk in te zien dat sommige mensen meer geneigd zijn geruchten te delen en te verspreiden dan anderen We doen er echter allemaal in zekere mate aan mee. Soms zijn deze roddels neutraal of zelfs positief, en hebben ze als enig doel ons te vermaken en informatie te delen.
In andere gevallen zijn ze echter negatief en kwaadaardig. Ze worden met een heel specifiek doel verspreid. Maar waarom interesseren ze ons zo? We verkennen het antwoord hieronder.
De psychologie achter roddels en geruchten
Als we het over de psychologie van geruchten hebben, is het onvermijdelijk om het werk (Engelse link) van Allport en Postman te noemen. Deze prestigieuze psychologen definieerden geruchten en verklaarden de sleutels tot de sociale verbreiding ervan. Zo wordt een gerucht opgevat als een bewering of stelling die zonder bewijs als waar wordt uitgezonden, en die van persoon tot persoon wordt doorgegeven.
Dit doorgeven gebeurt vooral mondeling, hoewel de komst van sociale netwerken in dit opzicht een nieuw paradigma heeft geschapen, waarvan de maximale uitdrukking virale inhoud is.
Niet elke informatie wordt echter een gerucht. Daartoe moet aan bepaalde voorwaarden voldaan zijn. Enerzijds moet het relevante informatie zijn, die voor een bepaalde gemeenschap belangrijk wordt geacht. Dit vanwege de repercussies of omdat ze zinspeelt op enkele van de diepst gewortelde principes en waarden van die groep.
Zo verspreidt een gerucht dat in een bedrijf een massale afvloeiing zal plaatsvinden zich veel gemakkelijker dan een gerucht dat de kleur van de muren veranderd zal worden. Daarnaast verspreidt roddel over ontrouw zich snel omdat het tegen een van de morele pijlers van de samenleving ingaat.
Een andere voorwaarde waaraan voldaan moet worden is dat de informatie dubbelzinnig en onvolledig moet zijn. Door niet alle noodzakelijke details of bewijzen te bieden, nodigt het uit tot verbeelding, achterdocht en zelf invullen. Het maakt dat mensen de leemtes willen opvullen met hun eigen bijdragen.
We denken dat je dit artikel misschien ook wel leuk vindt om te lezen:
Hoe filosofie in het dagelijks leven kan worden toegepast
Hoe verspreiden roddels en geruchten zich?
Zodra we informatie hebben die aan de bovenstaande voorwaarden voldoet, is er een heel proces dat de snelle verspreiding ervan bevordert. De mensen die het ontvangen, behandelen die gegevens op een bepaalde manier die ertoe leidt dat die informatie zich steeds meer verspreidt.
Ze doen dat via 3 wetten:
- Wet van vermindering: roddels en geruchten worden steeds korter. Het verhaal wordt ingekort om zich te concentreren op de interessantste of sappigste details.
- Wet van accentuering: telkens als iemand het gerucht vertelt, heeft hij de neiging het te overdrijven, het meest morbide te benadrukken en het spectaculairder te maken. En dat komt omdat hij ook de flitsende informatie heeft waargenomen en in zijn geheugen heeft bewaard.
- Wet van assimilatie: verklaart hoe ieder mens de inhoud reorganiseert volgens zijn belangen en ideologieën, en er bij het interpreteren en overbrengen een andere vorm aan geeft.
Zo zien we dat informatie muteert naarmate ze zich verspreidt en niet statisch blijft. Roddels en geruchten vormen dan valse of onvolledige informatie die men vervolgens niet verifieert. Door de mond-tot-mondreclame ondergaat het verhaal een heel proces van transformatie.
Vind je dit artikel leuk? Je vindt dit artikel misschien ook leuk om te lezen:
De belangrijkste psychologische effecten van multitasken
Wat is hun functie en hoe beïnvloeden ze ons?
Roddels en geruchten maken al sinds de oudheid deel uit van de menselijke socialisatie. Ook nu nog vormen (Engelse link) ze een groot deel van onze dagelijkse gesprekken.
De uitwisseling van sociale informatie is een basispijler bij interacties. Maar in tegenstelling tot wat je zou denken, zijn roddels niet per se negatief.
In feite is de informatie die gedeeld wordt meestal neutraal (Engelse link). We kunnen bijvoorbeeld praten over hoeveel iemand van muziek houdt.
Bij andere gelegenheden is het zelfs positief. Bijvoorbeeld als we gunstige of succesvolle gebeurtenissen vermelden die in het leven van iemand anders gebeurd zijn. Maar zelfs als ze negatief zijn, dienen geruchten verschillende functies:
- Enerzijds bevorderen(Engelse link) ze socialisatie en maken ze de vorming van netwerken tussen mensen mogelijk. In kleine groepen zijn ze tekenen van vertrouwen en emotionele nabijheid. Spreken we op wereldniveau, dan stellen ze ons in staat discussies aan te gaan over sociale kwesties die onze waarden en cultuur vorm geven.
- Anderzijds oefenen ze een sociale regulerende rol uit. Door met anderen over anderen te praten, over hun daden en gevolgen, leren we (Engelse link) van hun ervaringen en begrijpen we wat sociaal aanvaardbaar is en wat niet.
Niet altijd negatief, maar ze vereisen voorzichtigheid
Roddels en geruchten zijn niet zo negatief als we ze soms waarnemen. Maar je inlaten met het verspreiden (of geloven) van vals nieuws, hoaxes en schadelijke informatie over anderen kan zeer schadelijk zijn.
Laten we proberen kritisch te zijn, naar de bronnen te gaan en niet mee te werken aan uitwisselingen van negatieve informatie die ons of anderen schade kan berokkenen.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Allport, G. W., & Postman, L. (1947). The psychology of rumor. Henry Holt.
- Baumeister, R. F., Zhang, L., & Vohs, K. D. (2004). Gossip as cultural learning. Review of general psychology, 8(2), 111-121.
- Dunbar, R. I., Marriott, A., & Duncan, N. D. (1997). Human conversational behavior. Human nature, 8(3), 231-246.
- Dunbar, R. I. (2004). Gossip in evolutionary perspective. Review of general psychology, 8(2), 100-110.
- Robbins, M. L., & Karan, A. (2020). Who gossips and how in everyday life?. Social Psychological and Personality Science, 11(2), 185-195.