De kenmerken en effecten van vasopressine
In dit artikel zullen we kijken naar de verschillende kenmerken en effecten van vasopressine. Vasopressine, ook bekend als antidiuretisch hormoon of ADH, komt uit de magnocellulaire kernen van de hypothalamus.
Van daaruit gaat het over naar de neurohypofyse en vervolgens uiteindelijk in het bloedsomloop. Het helpt de hoeveelheid water in het lichaam te reguleren door de hoeveelheid water die de nieren uitscheiden te regelen.
Het is een oligopeptide die door de vereniging van 9 aminozuren wordt gevormd. De aminozuren waaruit dit hormoon bestaat, zijn:
- Cysteïne
- Tyrosine
- Glutamine
- Proline
- Een aminogroep
- Fenylalanine (Engelse link)
- Arginine
- Asparagine
- Een carboxylgroep
De functie van vasopressine
Hoewel de belangrijkste functie van vasopressine het reguleren van de activiteit van de nieren is, heeft het ook enige invloed op onder meer het cardiovasculaire systeem en het centrale zenuwstelsel.
Dit hormoon komt naar buiten als reactie op de hypertonie van lichaamsvloeistoffen. Dit helpt de nieren om water opnieuw op te nemen en terug te voeren naar het bloed uit de tubuli van de nefron, waardoor de hypertoniciteit van de lichaamsvloeistoffen wordt genormaliseerd.
Als gevolg van de resorptie van water door de nieren wordt de urine meer geconcentreerd en neemt daardoor in volume af. Wanneer vasopressine in hoge concentraties naar buiten komt, kan het de bloeddruk verhogen, omdat het matige vaatvernauwing veroorzaakt.
De effecten van vasopressine
Op de nieren
De werking op de nieren verfijnt een reeks processen die de urine concentreren. Door een dergelijke concentratie te bevorderen, produceert vasopressine de netto-resorptie van vrij water naar het extracellulaire vocht. Vasopressine werkt in op de nieren en veroorzaakt drie belangrijke effecten:
- Het verhoogt de waterdoorlaatbaarheid van initiële en corticale verzamelbuisjes. Bovendien verhoogt het dat van het uitwendige en inwendige medullaire kanaal in de nier. Het water wordt dus opnieuw opgenomen en er is een uitscheiding van meer geconcentreerde urine.
- Het verhoogt ook de doorlaatbaarheid van het interne medullaire deel van het verzamelkanaal voor urinezuur.
- Tot slot is er verhoogde natriumopname door het stijgende gedeelte van de lus van Henle.
Ontdek ook:
Wat is het hormoon oxytocine ?
Centraal zenuwstelsel
Het antidiuretisch hormoon dat vrijkomt uit hypothalamische neuronen heeft met de regulering van bloeddruk en temperatuur te maken. Er zijn aanwijzingen dat dit hormoon pijnstillende effecten kan hebben, die van seks en stress afhankelijk zijn.
Effecten op de bloedvaten
Vasopressine is een krachtige vasoconstrictor en kan de systemische vaatweerstand aanzienlijk verhogen, wat de oorspronkelijke naam van het hormoon ‘arginine vasopressine’ verklaart.
Hoe reguleert ADH zichzelf?
Over het algemeen wordt de afgifte van vasopressine door de osmolariteit van extracellulaire vloeistoffen gereguleerd. De afname van de osmolariteit vermindert de ADH-secretie, terwijl een toename van de osmolariteit de ADH-secretie verhoogt.
Receptoren in het hart en grote bloedvaten detecteren een lage bloeddruk of een afname van het bloedvolume. Dit gebeurt bij een bloeding of tijdens uitdroging. Onder deze omstandigheden stimuleren ze dus de afgifte van vasopressine.
Afscheiding van antidiuretische hormonen vindt ook plaats als de concentratie van zouten in de bloedbaan stijgt. Ook is het zo dat als de concentratie van zouten abnormaal lage niveaus bereikt, dan zou de persoon in kwestie met hyponatriëmie worden geconfronteerd.
Het antidiuretische hormoon komt ook vrij door dorst, misselijkheid, braken en pijn. Het zorgt er dus voor dat het vochtvolume in de bloedbaan behouden blijft in tijden van stress of bij verwondingen.
Wat gebeurt er als er te veel vasopressine is?
Hoge niveaus van dit soort hormonen bevorderen het vasthouden van water in het lichaam door de nieren. Er is een aandoening die het syndroom van inadequate secretie van antidiuretisch hormoon (Engelse link) wordt genoemd.
Bij patiënten die aan dit syndroom lijden, komt een teveel aan vasopressine vrij wanneer ze het niet nodig hebben. Het resulteert dus in overmatig vasthouden van vocht dat het bloed verdunt, waardoor er een karakteristiek lage zoutconcentratie ontstaat.
Overmatige niveaus van dit antidiuretische hormoon kunnen optreden als gevolg van de bijwerkingen van medicijnen en long-, borstwand-, hypothalamus- en hypofyse-aandoeningen.
Misschien ook interessant om te lezen:
Wat is een hypofyse-adenoom?
Wat als er bijna geen vasopressine is?
Lage niveaus van het antidiuretisch hormoon zorgen ervoor dat de nieren overtollig water uitscheiden. Het urinevolume zal toenemen en zal tot uitdroging en een verlaging van de bloeddruk leiden. Lage niveaus van het antidiuretische hormoon kunnen dus op schade aan de hypothalamus of hypofyse of primaire polydipsie duiden.
Conclusie
Vasopressine positioneert zichzelf als een uitstekend therapeutisch alternatief alleen of in combinatie met andere vasopressoren in de dagelijkse praktijk van de intensieve geneeskunde.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
-
Teres, J. (1983). VASOPRESINA. Gastroenterologia y Hepatologia.
-
Carrillo, R., Carvajal, R., & Hernandez, C. (2003). Vasopresina: una nueva alternativa terapéutica en el enfermo grave. Revista de La Asociacion Mexicana de Medicina Critica y Terapia Intensiva.
-
González Chon, O., & García López, S. M. del C. (2002). Vasopresina: Usos en la práctica cardiovascular. Archivos de Cardiologia de Mexico.