Wat is kinderfysiotherapie?
Kinderfysiotherapie wordt omschreven als een tak van de gezondheidszorg, specifiek van kinesiologie en fysiotherapie, die zich met kinderen bezighoudt. Het houdt zich bezig met zowel het adviseren, behandelen als verzorgen van pediatrische patiënten met ontwikkelingsachterstanden of bewegingsstoornissen.
De definitie kan ruimer zijn, zoals we later zullen zien, want ook andere ziekten die met kinesiologisch werk te maken hebben, kunnen er baat bij hebben. Kinderfysiotherapie draagt ook bij tot vroegtijdige stimulatie.
Kinderfysiotherapie kent verschillende synoniemen, wat bijdraagt tot de verwarring. Het is echter niet verkeerd om te spreken van ‘kinderkinesiologie’ of ‘kinderfysiotherapie’. Kortom, we hebben het over dezelfde beroepsbeoefenaars en hetzelfde gebied van de gezondheidszorg.
Sinds het ontstaan ervan, hoewel recent, gaat het grootste deel van de aandacht uit naar kinderen met motorische ontwikkelingsproblemen die hun beginpunt hebben in neurologische pathologieën. We kunnen bijvoorbeeld cerebrale parese of congenitale torticollis noemen.
Op de tweede plaats qua belang en patiëntenaantal komen de traumatologische pathologieën, zoals scoliose of voetmisvormingen. Deze worden op de voet gevolgd door aandoeningen van de luchtwegen, zoals astma en taaislijmziekte.
Een ruimere definitie van dit vakgebied (Engelse link) stelt dat elke ziekte die de relatie tussen de omgeving en het kind beperkt, behandelbaar is. Dit opent een waaier van mogelijkheden voor de discipline, want ze gaat verder dan de klassieke grenzen van het pathologische en omvat ook andere aspecten van het bestaan.
Voor elk interventiegebied biedt kinderfysiotherapie verschillende benaderingen zoals:
- Neuromotorische stimulatie.
- Ademhalingsfysiotherapie.
- Psychomotorische therapie.
- Houdingsbehandeling.
- Gebruik van een functioneel verband.
Wie heeft baat bij kinderfysiotherapie?
Als pediatrische gezondheidsdiscipline is deze vorm van fysiotherapie gericht op kinderen. De ontvangers vallen in drie verschillende groepen uiteen. We zullen deze groepen hieronder uitwerken.
Groep 1
Kinderen en adolescenten met uiteenlopende pathologieën die ontwikkelings- en motorische gevolgen hebben, met uiteenlopende oorsprong:
- Neurologisch: spina bifida, cerebrale parese.
- Ademhalingswegen: astma, taaislijmziekte, bronchiolitis.
- Skeletspieren: aangeboren ontwrichting van de heupen, plagiocephalie, achondroplasie.
- Genetisch: Syndroom van Down, syndroom van Wolf.
- Neuromusculair: Duchenne-dystrofie, spinale musculaire atrofie.
Groep 2
Kinderen die follow-up nodig hebben omdat ze een hoog risico lopen op ontwikkelingsproblemen. Kinderfysiotherapie begeleidt de groei, om grote complicaties in de toekomst te voorkomen.
Groep 3
Kinderen die geen specifieke pathologie hebben en voor wie opvoedkundige interventies overwogen worden, vooral als preventieve maatregel.
Ontdek ook dit artikel:
Verschillende soorten dystonie bij kinderen
De rol van de kinderfysiotherapeut
Men moet begrijpen dat kinderfysiotherapie niet de toepassing is van traditionele kinesiologie voor volwassenen op een kleiner lichaam. De kinderfysiotherapeut moet dan ook gespecialiseerd zijn in deze leeftijdsgroep om zijn dienst correct te kunnen verlenen.
De fysiotherapeut zal in het algemeen een eerste beoordeling van het kind of de jongere uitvoeren om hem of haar te evalueren. Hij of zij zal de motorische, cognitieve, zintuiglijke en omgevingsmogelijkheden van de patiënt vaststellen om de werkelijke situatie van de persoon te begrijpen in de context waarin hij of zij leeft en zich ontwikkelt.
Als de beoordeling gedaan is, zal de deskundige mogelijke behandeldoelen opstellen. De doelstellingen worden gewoonlijk door de fysiotherapeut met de familie en ook met de behandelende arts, die meestal degene is die om de behandeling verzocht, overeengekomen.
Op basis van de doelstellingen wordt een behandelplan opgesteld. De opleiding van de deskundige zal hem in staat stellen voor elke patiënt de meest geschikte technieken te kiezen, altijd in combinatie met spel. Het speelse aspect is een fundamentele pijler van de kinderfysiotherapie.
Als de behandeling zelf eenmaal aan de gang is, is in opeenvolgende sessies de coördinatie tussen het gezin en de deskundige van vitaal belang. Daarom spreken we van directe interventies, als ze door de fysiotherapeut worden uitgevoerd, en indirecte interventies, als het de familie is die ze uitvoert.
Je bent misschien ook geïnteresseerd in:
Lichaamsbeweging bij kinderen: alles wat je moet weten
De rol van het gezin
In de kinderfysiotherapie is het gezin van het kind een belangrijk onderdeel van de aanpak (Engelse link). Deze discipline kan niet begrepen worden zonder de actieve deelname van de volwassenen die de meeste tijd met de patiënt doorbrengen.
Men moet begrijpen dat de beroepsbeoefenaar het kind of de adolescent alleen ontmoet tijdens het sessieschema, maar de rest van de tijd wordt doorgebracht met de volwassenen die het gezin vormen. Een deel van het succes van de behandelingen hangt dus af van de volharding en betrokkenheid van de ouders.
Na de directe interventies van de fysiotherapeut bij de patiënt worden de indirecte interventies voortgezet, dat zijn de interventies die thuis door de gezinsleden worden uitgevoerd. Deze gaan, zoals de deskundige adviseert, verder met het behandelplan.
Kinderfysiotherapie stelt het gezin in het middelpunt van de behandeling. Dit is des te belangrijker in de eerste levensjaren, waarin vroege stimulatie de kiemen zaait voor de toekomstige ontwikkeling, tot in de volwassenheid.
Het is dus van essentieel belang dat er een gemakkelijke en duidelijke communicatie en begrip is tussen de fysiotherapeut en de ouders. Beide partijen moeten het eens zijn en zich op hun gemak voelen met de situatie. Kortom, ze streven allebei naar een resultaat dat het beste is voor het kind.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Tecklin, Jan Stephen. Fisioterapia pediátrica. Artmed, 2002.
- Pountnet, Teresa. Fisioterapia pediátrica. Elsevier Brasil, 2008.
- Sebastián, MP Yagüe, and MM Yagüe Sebastián. “Estimulación multisensorial en el trabajo del fisioterapeuta pediátrico.” Fisioterapia 27.4 (2005): 228-238.