Fructose-intolerantie en fructosemalabsorptie
Veel mensen met fructose-intolerantie zijn vaak onzeker over welk voedsel ze wel en niet kunnen eten. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moet men eerst een aantal vragen beantwoorden.
Denk daarbij aan zaken zoals welk component veroorzaakt de intolerantie? Daarnaast is het belangrijk om te weten welke voedingsmiddelen dit component bevatten? En tot slot is het relevant om te weten aan welke specifieke aandoening de persoon in kwestie lijdt.
Er zijn echter veel verschillende diëten voor mensen met fructose-intolerantie. Dus pas als het duidelijk is wat de antwoorden op de bovenstaande punten zijn, hebben ze geen probleem met het volgen van een goed dieet.
Wat is fructose?
Normaal gesproken wordt fructose in het lichaam opgenomen als sucrose, ook wel sacharose genoemd, wat een disacharide is. Dit is niet meer en niet minder dan de tafelsuiker die we allemaal kennen en waar we van houden. Wanneer je sucrose consumeert, wordt het in de darmen gespitst in glucose en fructose.
Fructose is een enkelvoudige suiker die van nature in fruit en honing voorkomt. Het is ook belangrijk om te weten dat sorbitol een andere bron van fructose is. Dit is een zoetstof waarbij fructose vrijkomt wanneer het door het lichaam wordt gemetaboliseerd.
Onder normale omstandigheden moet fructose door je darmcellen worden opgenomen en vervolgens in je lichaam worden gemetaboliseerd. Op die manier kun profiteren van de eigenschappen van deze monosacharide.
Iemand die lijdt aan een fructose-intolerantie heeft dus problemen met het absorberen en metaboliseren van deze enkelvoudige suiker waardoor er klachten ontstaan.
Om het juiste dieet voor iemand met een fructose-intolerantie te kennen, is het essentieel om onderscheid te maken tussen erfelijke fructose-intolerantie en fructose-malabsorptie.
Misschien wil je ook lezen:
Tekenen dat je lactose-intolerant bent
Erfelijke fructose-intolerantie
De oorzaak van deze ziekte is een genetische mutatie die de metabolisatie van fructose beïnvloedt. Het komt voor bij 1 op de 20.000 mensen. Deze mutatie zorgt ervoor dat deze individuen het enzym missen dat betrokken is bij de biochemische reacties van het lichaam: fructose-bisfosfaat aldolase B of aldolase B.
Fructosemalabsorptie
Dit is een spijsverteringsstoornis die de opname van fructose belemmert. Het treft ongeveer 30% van de bevolking. Patiënten met deze aandoening hebben cellen in hun darmen die geen of te weinig fructose kunnen opnemen.
Daardoor treden gastro-intestinale klachten op zoals buikpijn, winderigheid, diarree en misselijkheid. Een bekend voorbeeld van een tijdelijke fructosemalabsorptie is peuterdiarree. Het ontstaat meestal doordat een kind dan te veel appelsap of diksap heeft gedronken.
Dieet voor mensen met erfelijke fructose-intolerantie
Het dieet dat je moet volgen, hangt af van de pathologie die je lijdt. Mensen met een erfelijke fructose-intolerantie moeten een strikt dieet volgen. Ze kunnen niet meer dan één tot twee gram van deze suiker consumeren. Daarom is het belangrijk voor de patiënt om alle voedseletiketten te lezen om te controleren dat de producten fructosevrij zijn.
Helaas kunnen mensen die aan deze aandoening lijden, het meeste voedsel niet consumeren. Lees de volgende lijst om een idee te krijgen van het voedsel dat mensen met erfelijke fructose-intolerantie wel kunnen consumeren:
- Zoetstoffen. Glucosestroop, sacharine, cyclamaat.
- Fruit (slechts incidenteel). Avocado, rijpe olijven.
- Groenten. Snijbiet, broccoli, spinazie, aardappelen, champignons, andijvie.
- Groenten die slechts beperkt geconsumeerd kunnen worden. Selderij, waterkers, kool, komkommer, sla, bloemkool.
- Vlees en Vis. Alleen vers.
- Granen en graanproducten. Tarwebloem, haver, maïs, rogge, wit brood, rijst.
Mensen met deze aandoening kunnen producten consumeren die fructose, sucrose of sorbitol bevatten zoals ultrabewerkt vlees of vis. Ook kunnen ze onder andere geen sojadranken, gecondenseerde melk en fruityoghurt consumeren.
Je moet ook lezen:
Wat zijn de bekendste vormen van voedselintolerantie?
Dieet voor mensen met fructosemalabsorptie
Om de ontwikkeling van gastro-intestinale symptomen te voorkomen, moeten patiënten met fructosemalabsorptie hun fructose-consumptie dus geheel of gedeeltelijk verminderen.
Daarom moeten ze een fructose-beperkt dieet volgen. Deze beperking zal variëren. Dit is afhankelijk van of ze lijden aan een volledige of slechts een gedeeltelijke malabsorptie. Ook speelt de mate van de intolerantie een rol.
Als de patiënt lijdt aan totale malabsorptie, moet hun dieet vergelijkbaar zijn met het dieet van mensen met een erfelijke fructose-intolerantie. Met andere woorden, ze moeten vermijden voedsel te eten dat fructose of sucrose bevat.
Aan de andere kant kunnen mensen met gedeeltelijke malabsorptie, wat de meestvoorkomende vorm is, voedsel met weinig suiker consumeren. Ze kunnen zelfs een matige hoeveelheid voedingsmiddelen met veel fructose consumeren.
Enkele voedingsmiddelen die veel fructose bevatten zijn onder andere:
- gedroogd fruit, compote en marmelade
- bosbessen
- cranberry’s
- appels, appelsap en diksap
- druiven
- honing
Omgekeerd zijn er ook voedingsmiddelen die juist weinig fructose bevatten zoals:
- avocado
- kokos
- hazelnoten
- kastanjes
- melk, boter en kaas
- eieren
- vers vlees
- verse vis
Ondanks al deze lijstjes is het zeer belangrijk om specialistisch advies in te winnen als je lijdt aan een van deze aandoeningen. Alleen een gespecialiseerd diëtist kan je helpen een volwaardig persoonlijk dieet op te stellen op basis van je individuele behoeften.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Buzas GM., Fructose and fructose intolerance. Orv Hetil, 2016. 157 (43): 1708-1716.
- Hannou SA., Haslam DE., McKeown N., Herman MA., Fructose metabolism and metabolic disease. J Clin Invest, 2018. 128 (2): 545-555.
- Baker P., Ayres L., Gaughan S., Weisfeld Adams J., et al., Hereditary fructose intolerance, 2015.