BTX is een gif dat het meest dodelijk is
Botulinetoxine wordt vaak afgekort tot BTX. BTX is een exotoxine dat wordt geproduceerd door anaërobe bacteriën, Clostridium botulinum genaamd.
Exotoxinen zijn moleculen die worden afgescheiden door micro-organismen. Deze gifstoffen kunnen veel schade aan hun gastheer veroorzaken.
Er zijn veel verschillende classificaties voor deze moleculen. Als het bijvoorbeeld gaat om de weefsels die ze beïnvloeden, kunnen ze onder meer neurotoxinen, cardiotoxinen, pneumotoxinen zijn.
In algemene termen worden dit soort gifstoffen door het immuunsysteem van de gastheer herkend als antigenen. Veel ervan zijn echter zeer giftig (zoals in het geval van sommige pathogene clostridia). Deze kunnen voor een individu uiteindelijk fataal worden voordat het immuunsysteem een reactie kan ontwikkelen.
BTX is een gif dat wordt geproduceerd door verschillende stammen van Clostridium botulinum.
De gevaren van botuline
BTX is een gif dat het meest dodelijke gif is dat er is. Het is zelfs giftiger dan sommige kunstmatige, door de mens gemaakte, gifstoffen. De giftigheid van dit molecuul is bijvoorbeeld 600 miljoen keer groter dan dat van cyanide. Slechts één gram BTX volstaat om het leven van bijvoorbeeld een miljoen proefkonijnen te beëindigen.Deze omvang van giftigheid is uitgeroepen tot een massavernietigingswapen. Dat is waarom het verboden is door de Conventie van Genève en de Conventie voor chemische wapens. Dit is een internationaal verdrag over wapens die de productie, opslag en het gebruik van chemische wapens verbieden. Hierover is de meerderheid van de landen van de wereld het eens (192 van 195). De uitzonderingen zijn Noord-Korea, Egypte en Zuid-Soedan.
Er zijn zeven soorten C. botuline-stammen. Over het algemeen zijn ze allemaal serologisch verschillend. Ze produceren verschillende soorten botuline: A, B, C, D, E, F en G. De stammen van C en D zijn de enige die meer dan één type gifstof produceren. De meest ziekteverwekkende gifstoffen zijn botuline A, B en E.
Alleen de stammen die deze exotoxinen produceren, zijn in staat om botulisme bij mensen te veroorzaken. Dit is een zeer ongebruikelijke ziekte die door voedsel overgedragen wordt. Het ontstaat door het eten van voedsel dat door deze stoffen is vergiftigd.
Het gaat om het progressieve verlies van spierfunctie. Dat is een gevolg van het giftige effect dat de BTX op het zenuwstelsel heeft. Dit kan natuurlijk tot de dood leiden als het de spieren beïnvloedt die nodig zijn voor de ademhalingsfunctie.
Tot een relatief korte tijd geleden was het sterftecijfer van deze ziekte zeer hoog. Na het ontdekken van een tegengif konden ze echter de kans op overlijden met 20% verminderen.
Werkingsmechanisme
Botuline heeft een giftig effect op het zenuwstelsel. Dat betekent dat het ‘t zenuwstelsel van het getroffen individu aanvalt. Om dit in een context te plaatsen moet je onthouden hoe een zenuwcel functioneert. Ook moet je bedenken hoe de geleiding van zenuwimpulsen plaatsvindt.Zenuwcellen hebben twee functies. De ene functie is de verspreiding van het actiepotentiaal, dat bekend staat als een zenuwimpuls. En de andere functie is de overdracht ervan naar andere zenuwcellen of effectoren.
De verspreiding van het actiepotentiaal langs het axon van de zenuwcel is een elektrisch fenomeen. Aan de andere kant hangt de overdracht van zenuwimpulsen af van de afgifte van specifieke neurotransmitters die reageren op specifieke receptoren. Hiermee wordt het doorgeven van een signaal van de ene zenuwcel naar de andere of naar een effector bedoeld.
Bepaalde geneesmiddelen kunnen de hoeveelheid neurotransmitters wijzigen die worden gebruikt bij het overbrengen van zenuwimpulsen. Dit is iets dat ook voorkomt wanneer we bijvoorbeeld verliefd zijn.
Maar het kan ook veroorzaakt worden door de BTX. De effector-zenuwcellen zijn de cellen die verantwoordelijk zijn voor het overbrengen van de zenuwimpulsen naar de spieren. Het zijn de eersten die door dit gif worden getroffen.
BTX is een gif dat zijn werking heeft op de cholinergische zenuwuiteinden. Het belemmert dus de afgifte van acetylcholine: een belangrijke transmitter die spiercontractie aanstuurt. Hierdoor worden de aangetaste spieren volledig onbruikbaar.
BTX is een belangrijk hulpmiddel in de geneeskunde
Deze gifstof kan veel schade toebrengen aan mensen. Een paar decennia geleden ontdekten onderzoekers echter dat een zeer kleine hoeveelheid BTX een krachtig therapeutisch vermogen heeft. Het is nuttig als het gaat om de behandeling van spasticiteit. Dat is een ziekte die wordt gekenmerkt door chronische en onwillekeurige samentrekkingen van de spieren.Je moet eerst de getroffen spier opsporen. Als je er dan een kleine hoeveelheid BTX inspuit, dan kan het probleem bijna volledig worden verholpen. Dit is echter niet de enige ziekte waarvoor het kan worden gebruikt. Meer vooruitstrevende artsen hebben ontdekt dat het nuttig is voor het behandelen van loensen (scheel kijken), een hyperactieve blaas en zelfs migraine.
In feite is deze stof enorm populair geworden op het gebied van esthetiek. Het bekende woord botox is niets meer dan de handelsnaam voor type A-botulinetoxine. De populariteit is te danken aan het vermogen om rimpels en expressielijnen maandenlang te verminderen. Daarbij wordt slechts een minimale hoeveelheid botuline in de spier gespoten die verantwoordelijk is voor de rimpel.
Alle aangehaalde bronnen zijn grondig gecontroleerd door ons team om hun kwaliteit, betrouwbaarheid, actualiteit en geldigheid te waarborgen. De bibliografie van dit artikel werd beschouwd als betrouwbaar en wetenschappelijk nauwkeurig.
- Sposito, M. M. de M. (2004). Toxina botulínica tipo A – propriedades farmacológicas e uso clínico. Acta Fisiátr.
- Batra, N. (2007). Toxina botulínica. In Toma de Decisiones en el Tratamiento del Dolor. https://doi.org/10.1016/B978-84-8086-231-8.50094-0
- Pérez Pérez, H.; Rubio, C.; Pozuelo, MR; Revert, C.; Hardisson, A. (2003). Botulismo y toxina botulínica. Revista de Toxicología. https://doi.org/10.1089/omi.2010.0084
- Alam, M., & Dover, y J. S. (2004). Aplicaciones estéticas de la toxina botulínica. Plastic and Reconstructive Surgery. https://doi.org/10.1097/01.PRS.0000124434.01353.19